In de twintigste eeuw was de wereld in de ban van de race naar de maan, maar decennia eerder speelde zich een vergelijkbare wedloop af: wie zou als eerste een vlag op de Noordpool planten? De meeste pogingen werden ondernomen per schip of slee, maar geen enkele expeditie bereikte het doel. Drie eigenzinnige avonturiers kozen daarom voor de lucht – met dramatische gevolgen.
De eerste poging door de lucht
De expeditie werd geleid door de Zweedse ingenieur Salomon August Andrée, geboren in 1854 in het plaatsje Gränna. Al jong raakte hij gefascineerd door ontdekkingsreizigers zoals Charles Francis Hall, die met zijn schip Polaris de Noordpool trachtte te bereiken.
In 1895 stelde Andrée een nieuwe strategie voor: een tocht door de lucht. Zijn ballon, dertig meter hoog en gemaakt van dubbelzijdige zijde, was aan beide kanten geïmpregneerd om warmteverlies te beperken. In de gevlochten mand waren stapelbedden, drie sledes, twee boten, tenten en voedselvoorraden ondergebracht – genoeg voor een kleine bemanning om enkele weken te overleven.
Het vertrek vanaf Spitsbergen
Op 11 juli 1897 stegen Andrée, natuurkundige en fotograaf Nils Strindberg en civiel ingenieur Knut Fraenkel op vanaf Danskøya, een eiland bij Spitsbergen. Hun ballon, de Örnen (‘adelaar’), kwam echter direct in de problemen: een koude luchtstroom drukte het vaartuig omlaag, waardoor de mand het water raakte. Pas nadat ballast was overboord gegooid, kreeg de ballon opnieuw hoogte. Het drietal verdween aan de horizon – en werd nooit meer levend teruggezien.
Meer dan een week later werd een van Andrées postduiven onderschept met een kort bericht: ‘82 graden noorderbreedte (…) Voorspoedige reis naar het oosten, tien graden zuid. Alles gaat goed aan boord.’ Daarna bleef het stil – ruim dertig jaar lang.
Ontdekking op Kvitøya
In augustus 1930 zette een team van Noorse gletsjeronderzoekers koers naar Kvitøya, het meest oostelijke eiland van Spitsbergen. Daar stuitten zij op het wrak van een bootje met de inscriptie ‘Andrée’s Pol. Exp. 1896’. Niet veel later werden de stoffelijke resten van Andrée, Strindberg en Fraenkel gevonden, samen met dagboeken, logboeken en camera’s.
Leestip: In 1947 probeerden de Britten het Duitse eiland Helgoland op te blazen. Waarom?
Met die documenten kon de tocht alsnog worden gereconstrueerd. De Örnen had bijna drie dagen standgehouden, maar raakte door mist en ijsafzetting steeds zwaarder. Ondanks het lozen van ballast begon de ballon ‘ongeveer elke vijftig meter’ over het ijs te stuiteren. Op 14 juli, slechts vijfhonderd kilometer van de Noordpool, gaven de mannen hun missie op.
Foto’s en aantekeningen
De foto’s van Strindberg laten de neergestorte ballon zien en het geïmproviseerde kamp dat de mannen opzetten. Een week later besloten ze koers te zetten naar Frans Jozefland, waar noodvoorraden lagen opgeslagen. Aanvankelijk boekten ze kleine vooruitgang, maar al snel begon het ijs naar het westen te drijven. ‘Dit is niet bemoedigend,’ noteerde Andrée.
In september, toen de temperaturen verder daalden, bouwden de mannen een schuilplaats van ijsblokken en leefden van zeehonden en ijsberen. Begin oktober besloten ze terug te keren naar Kvitøya. Op 8 oktober schreef Andrée zijn laatste dagboekaantekening.
Een raadselachtige dood
De exacte doodsoorzaak van de drie avonturiers blijft onbekend. Ze beschikten over voldoende proviand om de winter door te komen, maar mogelijk werden ziekte, onderkoeling of voedselvergiftiging hen fataal.
Leestip: Het mysterie van Percy Fawcett en de Verloren Stad Z in de Amazone
Onderzoekers van het Karolinska-instituut proberen samen met Andrée-biograaf Bea Uusma nog steeds het laatste, deels onleesbare dagboek te ontcijferen. ‘We beschikken over veelbelovende aanwijzingen, maar we zijn er nog niet,’ zegt Uusma.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!