Je moest vroeger wel heel dapper zijn om een handel in valse munten te beginnen. De straffen waren namelijk niet mals. De originele Germaanse wet schreef voor dat je rechterhand kon worden afgehakt als je werd betrapt, schrijven Franse onderzoekers in het vakblad History of Political Economy. Toen Hendrik I van Engeland (1100-1135), zoon van Willem de Veroveraar, het voor het zeggen kreeg, voegde hij daar het afhakken van de testikels en blind maken van de ogen aan toe. In de eeuwen erna werden de straffen alleen maar erger. Waarom was valsemunterij zo’n zwaar bestrafte misdaad?
Twee vormen van vervalsing
In tegenstelling tot het heden, bestonden munten vroeger uit waardevolle metalen, zoals goud of zilver. De waarde van dat metaal stond gelijk aan de waarde van de munt. Door veelvuldig gebruik kon een munt slijten, en dus minder waard worden. Daarom stonden er weegschalen in de winkels.
Leestip: In de Middeleeuwen kon je veel geld verdienen met krijgsgevangenen
Hoewel het heel normaal was dat een munt sleet, waren er ook mensen die dat proces bewust wat versnelden. Ze schaafden en knipten de randjes van munten af en vingen het materiaal op. Deze zogeheten clippers brachten het schaafsel vervolgens naar valsemunters. Dat waren vaak goudsmeden en slotenmakers. Zij hadden zowel de kennis en kunde als de benodigde machines in huis.
Iedereen kon een clipper zijn, maar om van het schaafsel een geloofwaardig betaalmiddel te kunnen maken, moest je een vakman of -vrouw zijn. Het vervalsen van betaalmiddelen was dan ook zelden het werk van slechts één persoon, maar werd vaak uitgevoerd door een netwerk van clippers en smeden.
De doodstraf op valsemunterij
Het slaan van valse munten werd in vrijwel heel Europa bestraft met de doodstraf. Vanaf 1270 gold dat ook steeds vaker voor clipping, in elk geval in Engeland. Dat land nam in 1415 een nieuwe Treason Act aan waarin de misdaad officieel als hoogverraad werd bestempeld. Mannen werden opgehangen, vrouwen moesten op de brandstapel.
De eerste vermeldingen van Franse valsemunters die als straf levend werden gekookt, stammen uit 1347. In 1580 was deze praktijk nog steeds niet uitgestorven, zo blijkt uit een passage in het wetboek Coutume de Bretagne. Daarin stond: ‘Valsemunters zullen worden gekookt, daarna opgehangen.’
Leestip: De opkomst van de guillotine: hoe duizenden Fransen hun hoofd verloren
Vanaf de Verlichting worden de straffen iets minder barbaars, maar de doodstraf blijft lange tijd de standaard. In Rusland ging het er in de zeventiende eeuw nog steeds wreed aan toe, zo blijkt uit een onderzoek van Danila Raskov, die onder meer onderzoek doet naar de geschiedenis van geld.
Daar was de waarde van de koperen munt zwaar in waarde gedaald, en de schuld werd gelegd bij valsemunters. Hun straf? Het gieten van gesmolten tin in de keel, afhakken van ledematen, geseling of verbanning.
Valsemunterij gold als majesteitsschennis
Maar waarom waren die straffen allemaal zó zwaar? Ten eerste kon je valsemunterij zien als een vorm van majesteitsschennis, zeker als clippers de beeltenis van de koning van een munt afschaafden. Dat was boven alles een politieke daad, meer nog dan een frauduleuze. Maar het grootste gevaar school in ondermijning van het hele sociale systeem.
Voor een functioneel monetair systeem moet je erop kunnen vertrouwen dat je betaalmiddel daadwerkelijk waarde vertegenwoordigt. Valse munten waren dikwijls gemaakt met goedkopere materialen, zoals tin, en waren dus veel minder waard dan echte gouden of zilveren munten. Alleen al de wetenschap dat er nepgeld in omloop is, kan het systeem onderuithalen.
Niets missen van onze verhalen? Volg National Geographic op Google Discover en zie onze verhalen vaker terug in je Google-feed!
Daarnaast was alleen de vorst gemachtigd om munten te (laten) slaan en hun waarde te bepalen. Het vertrouwen in het systeem was mede daarop gestoeld. Als iedereen ineens munten gaat slaan, is de geloofwaardigheid weg. Zonder geloofwaardigheid en vertrouwen, geen betaalsysteem. Geen betaalsysteem, geen bloeiende economie. De zware straffen waren dan ook vooral bedoeld voor veiligstelling van het monetaire systeem en de sociale orde.
Straffen had weinig zin
De vraag is natuurlijk wel: hadden die extreme straffen ook zin? Volgens historicus Hannes Kleineke, die een essay over het onderwerp schreef in Medieval Merchants and Money viel dat tegen. Uit archeologische vondsten blijkt dat er gedurende de hele vijftiende eeuw lustig op los werd gemunt. En toen in 1526 de Engelse overheid een nieuwe munt introduceerde, werden er een hoop valse exemplaren ingeleverd om hermunt te worden.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!



