Het is nauwelijks voorstelbaar: een universele bibliotheek met daarin alle boeken die ooit zijn geschreven. Eindeloze schappen met geschriften over alle mogelijke onderwerpen, in alle talen van de wereld. Een gebouw dat alle kennis herbergt die de mens heeft vergaard, een plek waar antwoorden op alle vragen zijn te vinden. Nu, in het computertijdperk, denken we hierbij algauw aan het wereldwijde web, aan Wikipedia. In de Klassieke Oudheid was dit de bibliotheek van Alexandrië.
In 331 v.C. stichtte Alexander de Grote zijn nieuwe hoofdstad in Egypte: Alexandrië. Na zijn dood kwam de macht in Egypte in handen van de Ptolemaeën, een dynastie van Macedonische afkomst. Al snel richtten zij het Mouseion van Alexandrië op, een centrum voor kennis en onderzoek. Daarnaast stichtten ze, vanuit een ambitieuze en filantropische doelstelling, de bibliotheek van Alexandrië. Hierin wilden ze alle beschikbare kennis, uit alle tijden en alle landen, onder één dak samenbrengen en voor toekomstige generaties behouden.
Met deze koninklijke steun werd in de loop van tientallen jaren met de grootste zorg een bijzondere collectie bijeengebracht. Hierbij werd de hulp ingeroepen van enkele van de grootste Griekse denkers: de filosoof en staatsman Demetrius van Phalerum en de dichters Callimachus van Cyrene en Apollonios van Rhodos. Zij spanden zich tot het uiterste in om werkelijk alle kennis te verzamelen, ook die van buiten de Griekse wereld. Daar hoorden ook de belangrijkste werken van niet-hellenistische volken bij, zoals teksten over joodse en Egyptische tradities en de zoroastrische gezangen uit het oude Perzië.
Halverwege de 3de eeuw v.C. bevatte de bibliotheek naar verluidt 490.000 boeken; tweehonderd jaar later was dit aantal volgens de Romeinse schrijver Aulus Gellius opgelopen tot 700.000. Later werden deze aantallen in twijfel getrokken en aangepast. Volgens voorzichtiger berekeningen zou de laatste nul weggelaten moeten worden. Maar wat het precieze aantal ook was, vaststaat dat het om een imposante collectie ging. En met de teloorgang van de bibliotheek ging ook een ongelooflijke hoeveelheid kennis voorgoed verloren. Wat we precies missen, zullen we nooit te weten komen, aangezien het merendeel van de werken onvervangbaar was.
Historici proberen al eeuwenlang tevergeefs te achterhalen op welk moment de bibliotheek van Alexandrië verloren ging. Dit komt waarschijnlijk doordat er simpelweg geen sprake is van één dramatisch moment. Waarschijnlijk was er sprake van een reeks van gebeurtenissen, die in de loop van de tijd en door mythevorming zo vervormd zijn geraakt dat de ware toedracht alleen door bestudering van uiteenlopende historische bronnen kan worden ontrafeld.
De eerste ramp deed zich vermoedelijk voor in 48 v.C., het jaar waarin er een machtsstrijd ontbrandde om de Egyptische troon. De Romeinse generaal Julius Caesar was in Alexandrië om Cleopatra VII te steunen, die het opnam tegen haar zuster en rivale Arsinoë IV.
Soldaten uit het kamp van Arsinoë belegerden Caesar, die zich had verschanst in het versterkte paleis van de stad, waar zich vrijwel zeker ook de bibliotheek bevond. Caesar was bezig zo’n veertigduizend boekrollen naar Rome over te brengen, maar toen er in het strijdgewoel brand ontstond in een wapenarsenaal gingen ook de pakhuizen langs de kade waar ze zolang waren opgeslagen in vlammen op. Dit voorval geldt als de eerste grote klap die de bibliotheek te verduren kreeg.
Deze tekst bevat enkele fragmenten uit de oorspronkelijke reportage. Het hele verhaal is te lezen in het tweede nummer van Historia 2018.