In 1992 bracht Disney de tekenfilm Aladdin uit, en het publiek reageerde enthousiast op de avonturen van deze wees – een ‘ruwe diamant’ – die te maken krijgt met een vliegend tapijt, een machtige djinn en een eigenzinnige prinses. De film is een klassieker geworden, die heeft geleid tot een Broadway-musical en tot de ‘live action’-remake die vorige week in première ging. Maar hoeveel van het oorspronkelijke verhaal is terug te vinden in de versie op het witte doek? (The Walt Disney Company is grootaandeelhouder van National Geographic Partners.)
1. ‘Aladdin en de wonderlamp’ is slechts één van de 1001 verhalen uit Duizend-en-één-Nacht.
‘Aladdin en de wonderlamp’ maakt deel uit van de eeuwenoude raamvertelling Duizend-en-één-Nacht, waarin de heldin Sjeherazade wordt uitgehuwd aan een moordlustige koning die de gewoonte heeft zijn nieuwe bruiden de dag na het huwelijk te doden. Om haar eigen leven te redden vertelt Sjeherazade haar echtgenoot elke nacht een nieuw verhaal (waaronder ‘Aladdin en de wonderlamp’), met de belofte de afloop ervan de volgende nacht te onthullen. Zo wordt de nieuwsgierige koning nacht na nacht gedwongen om Sjeherazade’s executie uit te stellen om de afloop van haar verhalen te vernemen. Tot de bekendste vertellingen uit de cyclus behoren naast ‘Aladdin’ ook ‘Sinbad de zeeman’ en ‘Ali Baba en de veertig rovers’.
2. De verhalen uit Duizend-en-één-Nacht komen niet uitsluitend uit de Arabische wereld.
De oudste verhalen van de cylus gaan terug tot de tiende eeuw en hebben hun oorsprong in Noord-Afrikaanse, Arabische, Turkse, Perzische, Indiase en Oost-Aziatische vertellingen. Zo beschreef de Arabische historicus Al-Masoedi in het jaar 947 een verzameling van duizend vertellingen uit de hele oude wereld, die hij de ‘Duizend Vertellingen’ uit Perzië noemde (de Hezār Afsān). De vertellingen bleven eeuwenlang in zwang en werden in de loop der tijd aangevuld met nieuwe volksverhalen en versies.
In 1712 vertaalde de Franse geleerde Antoine Galland een Arabische versie van de vertellingen naar het Frans. Galland voegde meerdere nieuwe verhalen aan de cyclus toe, die hem waren verteld door een Syriër met de naam Ḥanna Diyab, die uit Aleppo kwam; ‘Aladdin en de wonderlamp’ was een van die nieuwe verhalen.
3. Aladdin komt niet uit Agrabah.
In zowel de tekst van Galland als de populaire Engelse hervertelling van Richard Burton uit 1885 woont Aladdin “in een stad der steden in China.” In illustraties bij Duizend-en-één-Nacht uit de Victoriaanse tijd worden de verhalen en de stad als Chinees uitgebeeld. Wanneer de vertellingen begin twintigste eeuw op het witte doek verschijnen, zijn de setting en de afkomst van de personages inmiddels richting de Arabische wereld en het Midden-Oosten verschoven.
4. Aladdin woont bij zijn moeder.
Anders dan in de Disney-films is Aladdin niet het ‘straatschoffie’ uit Duizend-en-één-Nacht dat wees is geworden. Weliswaar is zijn vader (een kleermaker) overleden, maar zijn moeder (een arme weduwe) leeft nog. Aladdins moeder is zelfs een van de eersten die over de wonderlamp wrijft en daarmee de djinn oproept.
5. Aladdin is geen ‘ruwe diamant’.
In de Disney-versie is Aladdin slim, vindingrijk en trouw, maar wordt hij onderschat omdat hij arm is. In de hervertelling van Richard Burton is de ‘held’ oppervlakkig, lui, hebzuchtig en gemakkelijk om de tuin te leiden met beloften van rijkdom. Zijn vader overlijdt omdat zijn zoon weigert een fatsoenlijk vak te leren.
6. Het verhaal telt niet één maar twee djinns.
In ‘Aladdin en de wonderlamp’ komen twee machtige djinns de hoofdpersoon te hulp. De ene huist in een wonderlamp, de andere in een magische ring. Beide geesten helpen Aladdin op verschillende momenten in het verhaal, waarbij ze zijn wensen in vervulling laten gaan en hem uit benarde situaties redden.
7. Er zijn drie slechteriken.
In Disney’s Aladdinneemt de hoofdpersoon het op tegen de kwaadaardige vizier Jafar, maar in het oorsponkelijke verhaal zijn er drie booswichten. De eerste is een slechte tovenaar uit Afrika, die zich voordoet als de oom die Aladdin lang geleden is verloren; in werkelijkheid is hij uit op de wonderlamp. De tweede slechterik is de nog boosaardiger broer van de tovenaar, en de derde is de zoon van de vizier en Aladdins rivaal in de strijd om het hart van de prinses.
8. De prinses is al verloofd wanneer Aladdin haar ontmoet.
Nadat hij een glimp heeft opgevangen van het ongesluierde gelaat van de sultansdochter Badr al-Boedoer (niet Jasmine), maakt Aladdin haar het hof door haar vader prachtige geschenken te geven. De sultan accepteert de geschenken maar huwt zijn dochter niettemin uit aan de zoon van de vizier.
Aladdin gebruikt zijn djinn om de aanstaande bruidegom te kidnappen en houdt hem twee nachten gevangen in een koude donkere cel, totdat de man smeekt om het huwelijk af te zeggen, waarmee de sultan akkoord gaat.
9. Aladdin kan meer dan drie wensen doen.
Nu Badr al-Boedoer niet langer verloofd is, begint Aladdin in alle ernst naar haar hand te dingen. Daarbij laat hij de djinn meerdere van zijn wensen vervullen om haar en haar vader te imponeren met geschenken: goud, juwelen, een magnifiek paleis, bedienden, soldaten en prachtige paarden. Nadat het paar is getrouwd, laat de djinn nog meer wensen van Aladdin in vervulling gaan, opnieuw om kostbaarheden en rijkdom te creëren.
10. Er is een vervolg.
Zoals elk goed verhaal kent ook ‘Aladdin en de wonderlamp’ een (soort) vervolg. Nadat Aladdin en Badr al-Boedoer de boosaardige tovenaar hebben gedood (met een combinatie van verleiding, vergiftiging en messteken), leven ze nog lang en gelukkig in China, totdat de machtiger broer van de gedode tovenaar naar China komt om wraak te nemen.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com