In de Late Middeleeuwen waren huizen vaak een mengeling van woon- en werkverblijf, waardoor het hele gezin bij beide betrokken raakte. Toch blijven we vaak hangen in het idee dat enkel de man werkte, terwijl de vrouw verantwoordelijk was voor het huishouden. Maar klopt dat beeld wel? Nee, zegt Chanelle Delameillieure, universitair docent aan de KU Leuven en verbonden aan de Onderzoeksgroep Middeleeuwen.

Een hardnekkig beeld

‘Dat cliché doet geen recht aan de werkelijkheid,’ vertelt Delameillieure. Het idee dat de vrouw zich alleen met het huishouden bemoeide ontstond vooral in de negentiende en twintigste eeuw, een tijd waarin dat wel de norm was. ‘Dat is later terug geprojecteerd op de Middeleeuwen,’ aldus Delameillieure ‘De werkelijkheid was veel complexer, al hangt het natuurlijk af van welke plekken je bekijkt.’

Leestip: Hoe zagen huizen in de Middeleeuwen eruit? ‘Huizen konden per stad sterk verschillen’

Delameillieure richt haar onderzoek vooral op sterk verstedelijkte gebieden in de Lage Landen, zoals Brugge en Gent. Daar bestond de dominante bevolkingsgroep uit ambachtsfamilies. Dit waren geen armen zonder bezit, maar ook geen rijke elites – het was een zogenoemde middengroep van kleermakers, bakkers, kleine winkeliers, enzovoort.

‘In de Late Middeleeuwen was het de norm dat huizen tegelijk woon- én werkplaats waren,’ legt Delameillieure uit. Een huishouden was dus niet alleen een privé-eenheid, maar ook een bedrijfseenheid. ‘Man en vrouw hielden samen de zaak draaiende, en in dat verband was het vanzelfsprekend dat ook vrouwen volop meewerkten.’

Onzichtbare ervaring

Toch schetsten veel historici lange tijd het beeld dat vrouwen pas een rol in een ambacht kregen wanneer hun echtgenoot overleed. ‘Zo ontstond het idee dat een huisvrouw plots een zakenvrouw werd zodra ze weduwe was,’ vertelt Delameillieure.

Leestip: 5 beroepen uit de Middeleeuwen die niet meer bestaan

‘Op dat punt hadden vrouwen echter vaak al jarenlange ervaring en vaardigheden opgedaan in de familiezaak,’ voegt ze toe. ‘Maar pas na het overlijden van hun man werden ze zichtbaar in de bronnen, omdat ze dan de volledige leiding over huishouden én onderneming kregen.’

Eigen handel en specifieke beroepen

Ondanks dat werk en familie nauw met elkaar verbonden waren, kwam het voor dat vrouwen naast het bedrijf van hun man een eigen handel begonnen. Sommigen kregen zelfs het juridische statuut van ‘koopvrouw’, al kon dat alleen met toestemming van de echtgenoot. Dat gaf hen de mogelijkheid om zelfstandig handel te drijven, los van hun huishouden.

Leestip: 7 beroepen waarvan je je niet meer kunt voorstellen dat ze ooit hebben bestaan

‘Daarnaast waren er ook specifieke beroepen die vooral door vrouwen werden uitgeoefend,’ legt Delameillieure uit. ‘Het duidelijkste voorbeeld is de vroedvrouw, maar ook in de visverkoop zien we veel vrouwen. De term ‘viswijf’ komt in de bronnen vaak voor. Het ging om vrouwen die vis verkochten buiten de officiële gilden om.’

Deze verkoopsters stonden vaak aan de rand van de markt of in minder streng gereguleerde zones. Dat zorgde geregeld voor spanningen met de officiële vissers- of visverkopersgilden, die hen beschuldigden van oneerlijke concurrentie.

medieval illustration of fish market
Historical Picture Archive//Getty Images
Vis verkopen was in de Middeleeuwen niet alleen een mannenberoep.

‘Toch bleven deze vrouwen door de hele Middeleeuwen heen zichtbaar in de bronnen. Soms duikt zelfs de term ‘vrouwenvissen’ op, om aan te geven dat zij een andere soort vis verkochten dan binnen de gilden was toegestaan.

Vrouwen in de textielnijverheid

‘Ook de textielsector was in de Middeleeuwen een typische werkplek voor vrouwen,’ legt Delameillieure uit. ‘Ze waren betrokken bij alle stappen van het productieproces: spinnen, weven en verven.’ Vooral in de beginperiode konden veel vrouwen dit werk zelfstandig uitvoeren en daarmee een eigen inkomen verdienen.

Leestip: Is sekswerk echt het oudste beroep ter wereld?

Volgens Delameillieure veranderde dat toen de ambachtsgilden aan invloed wonnen. ‘Naarmate de productie strakker werd georganiseerd, verloren vrouwen geleidelijk hun formele positie.’ Toch benadrukt ze dat hun namen ook in de veertiende en vijftiende eeuw nog steeds in gildenlijsten voorkomen.

Ook buiten de officiële structuren bleven vrouwen zichtbaar. ‘In Franse steden als Parijs bestonden zelfs gilden rond spinnen en zijdenijverheid die bijna uitsluitend uit vrouwen bestonden,’ zegt Delameillieure. ‘En ook in de begijnhoven van de Lage Landen was textielproductie een veelvoorkomende bezigheid.’

Ieder lid werkt mee

Het idee dat de man buitenshuis werkte terwijl de vrouw thuis voor het huishouden zorgde, is dus een van de hardnekkigste clichés over de Middeleeuwen. ‘De scherpe scheiding tussen ‘privé-huishouden’ en ‘werk’ die wij vandaag vanzelfsprekend vinden, is in feite een modern concept,’ zegt Delameillieure. ‘In de middeleeuwse samenleving liepen die onderdelen juist voortdurend door elkaar heen.’

In werkelijkheid werkte ieder lid van het huishouden mee. ‘Een vrouw die helemaal geen werk verrichtte, was vrijwel ondenkbaar. Dat was een luxe die de meeste gezinnen zich simpelweg niet konden veroorloven.’

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!