Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in National Geographic Magazine, editie 12, 2021.

Bob McNabb, verbonden aan de Ulster University in Noord-Ierland, heeft in zijn werk te maken met een getal dat zelfs voor een glacioloog als hij maar moeilijk te bevatten is: 267 miljard ton water. Dat komt neer op een drie meter diep zwembad met de oppervlakte van Ierland. Als we van die hoeveelheid een voorstelling proberen te maken, kunnen we ons dan ook voorstellen dat er al twintig jaar op rij jaarlijks zo veel ijs smelt?

Het getal dat McNabb noemt, is misschien nog het beste op waarde te schatten door het te vertalen naar snelheid: de snelheid waarmee de meer dan tweehonderdduizend gletsjers op aarde slinken.

Tussen 2000 en 2019 verloren de gletsjers – de ijsvlakten van Groenland en de Zuidpool niet meegerekend – jaarlijks gemiddeld 267 miljard ton water. Dat blijkt uit onderzoek van McNabb en zijn collega’s dat werd gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. In die periode liep de jaarlijkse hoeveelheid smeltwater gestaag op, van 227 miljard ton aan het begin tot 292 miljard ton per jaar tussen 2015 en 2018.

Beelden van de Zwitserse Rhnegletsjer uit 2007 2016 en 2021 laten zien hoe sterk de gletsjer in deze korte tijd al is geslonken Dit beeld is uit 2016
Beelden van de Zwitserse Rhône-gletsjer uit 2007, 2016 en 2021 laten zien hoe sterk de gletsjer in deze korte tijd al is geslonken. Dit beeld is uit 2016.
Jürg Alean

Het is al lastig genoeg om te berekenen hoe snel het totaal aan gletsjerijs terugloopt, laat staan om te begrijpen wat daarmee verloren gaat. Wereldwijd beslaan gletsjers een oppervlakte van zo’n 706.000 vierkante kilometer, zo’n tienmaal de Benelux. Ze ontstaan als sneeuw op grote hoogte en veranderen onder invloed van druk en tijd in een rivier van ijs. In bepaalde delen van de wereld, zoals de Andes en in het hooggebergte van Azië, is het smeltwater een belangrijke zoetwaterbron. Elders, bijvoorbeeld in Zwitserland, trekken de ijsmassa’s toeristen en bergsporters aan.

Voor veel mensen is de ijzige tong van een gletsjer een belangrijk onderdeel van de plek die zij als hun thuis beschouwen. De Maori noemen de Nieuw-Zeelandse Franz Josefgletsjer Kā Roimata o Hine Hukatere, ‘De tranen van een sneeuwmeisje bij de dood van haar menselijke geliefde’. In IJsland wordt al eeuwenlang bijgehouden hoe het ijs oprukt, landerijen heeft opgeslokt en zelfs een kerk omver heeft geduwd. Maar bovenal zijn gletsjers ‘een deel van het landschap waarmee mensen verstrengeld zijn geraakt’, zegt glacioloog Bethan Davies van Royal Holloway, University of London.

Beelden van de Zwitserse Rhnegletsjer uit 2007 2016 en 2021 laten zien hoe sterk de gletsjer in deze korte tijd al is geslonken Dit beeld is uit 2021
Beelden van de Zwitserse Rhône-gletsjer uit 2007, 2016 en 2021 laten zien hoe sterk de gletsjer in deze korte tijd al is geslonken. Dit beeld is uit 2021.
Jürg Alean

Juist omdat ze slinken, worden gletsjers nog belangrijker. Hun smeltwater komt in zee terecht, wat sinds 2000 heeft geleid tot een zeespiegelstijging van 1,5 centimeter. Dat is meer dan Groenland in die periode heeft bijgedragen aan die stijging, en ruim twee keer zo veel als het zuidpoolgebied.

Dankzij ontwikkelingen in de wetenschap kunnen we de enorme schaal waarop het ijs wereldwijd aan het smelten is in cijfers uitdrukken. Sinds het begin van deze eeuw zijn er steeds meer satellietgegevens voorhanden, waardoor glaciologen zelfs de moeilijkst bereikbare gletsjers in kaart weten te brengen. Moderne computers kunnen enorme hoeveelheden gegevens verwerken en heel nauwkeurig simuleren of een gletsjer groeit of slinkt. Samen met waarnemingen die de afgelopen twee eeuwen bij gletsjers zijn gedaan, krijgen we een helder beeld van onze wankelende ijswereld.

Maar als we alleen naar de situatie wereldwijd kijken, verliezen we uit het oog hoe dramatisch de gevolgen plaatselijk kunnen zijn. Het diepste meer van Nepal wordt gevoed door smeltwater en is pas halverwege de jaren zestig ontstaan. In onderzoek dat vorig jaar werd gepubliceerd, stelde Davies dat het ijs in Patagonië zich nu sneller terugtrekt dan in de afgelopen elfduizend jaar.