Officieel is het gehucht Mawsynram in Meghalaya, India, de plek waar jaarlijks de meeste regen valt. In het gebied valt per jaar maar liefst 11.871 millimeter, ruim veertien keer zoveel als in Nederland. De plek waar in een jaar tijd ooit de meeste regen viel ligt vijftien kilometer verderop: tussen augustus 1860 en juli 1861 viel er in Cherrapunji 26,5 meter regen.
Het dagelijks leven ondervindt duidelijk enorme hinder van de regen. De mensen gaan bedekt onder knups over straat. Dat zijn gewoven panelen van riet die als paraplu dienen, maar geïnspireerd lijken op het schild van een schildpad. In de regentijd is het onderhouden van bruggen een van de belangrijkste dagelijkse bezigheden. Bijna al het traditioneel gebruikte materiaal heeft zo te lijden onder de regen dat bruggen binnen enkele maanden wegrotten. De inwoners van Cherrapunji vervlechten daarom de wortels van rubberbomen tot bruggen. Sommige gaan al eeuwenlang mee.
De regen in Meghalaya ontwikkelt zich in het regenseizoen. Vochtige lucht wordt vanaf de Bengaalse Baai naar Meghalaya gevoerd, dat op een plateau op 1500 meter hoogte ligt. Daar condenseert het vocht en slaat de regen neer. In de regentijd, tussen mei en oktober, valt 90 procent van de jaarlijkse regenval. Maar in de droge periode, tussen december en februari, valt er haast geen regen en voor de inwoners is het drinkwater dan ver te zoeken.
