Dag 1
Ochtend: Antiek erfgoed
Bij uitstek de beste plek om je bezoek aan Rome te beginnen is op de Palatijn, de heuvel waarop Romulus de fundamenten voor de stad zou hebben gelegd. Je kunt er nog steeds de paalhutten van weleer aanschouwen, evenals de residenties van latere bewoners, zoals het nederige Huis van Augustus en de Domus Flavia, deel van het paleis van keizer Domitianus. Op het lager gelegen Forum Romanum, misschien wel ’s werelds beroemdste marktplein, kun je nog meer vergane glorie bewonderen, zoals de elegante Tempel van Vesta, waar priesteressen het symbolische vuur van de stad brandende hielden. De krochten van het Colosseum zijn tegenwoordig toegankelijk voor publiek en een vooraf geboekte rondleiding in de onderaardse gangen van het Amphitheatrum Flavium maken de ochtend compleet.
Middag: Oudheid ‘meets’ renaissance
De Colle Oppio, een van de zeven heuvels waarop Rome werd gebouwd, leent zich voor een heerlijke picknick. Te midden van dit groen bevindt zich de Domus Aurea, het gouden huis van de megalomane keizer Nero: na tien jaar van renovatiewerkzaamheden zijn de deuren van dit imposante paleis sinds oktober weer open en behoren de gigantische zalen, waar Nero ooit vanuit draaibare plafondvakken bloemblaadjes over zijn gasten zou hebben laten uitstrooien, weer tot een van de grootste bezienswaardigheden van de stad. In de nabijgelegen kerk San Pietro in Vincoli op de Esquilijn zijn de ketenen (vincoli) waarmee Petrus ooit geboeid zou zijn te aanschouwen en ook is hier Michelangelo’s veelgeprezen beeld van Mozes te zien. In het warm ingerichte Cavour 313 adviseert ervaren personeel over de keuze tussen ruim duizend soorten wijn. Het is een geschikte plek om aan het eind van de middag een aperitivo te gebruiken: een drankje met versnaperingen van het buffet, om de eetlust voor het diner op te wekken.
Avond: Gastronomische verrassingen
Monti is een wijk die wemelt van de wijnbars, zoals Al Vino Al Vino, waar je bruschette met regionale specialiteiten kunt bestellen. De buurt staat tevens bekend om haar vele naaiateliers en tweedehands-kledingzaakjes, bijvoorbeeld Kokoro en Pifebo Vintage Shop. Lucio Sforza tovert elke dag een andere menu uit zijn koksmuts; hij maakt van restaurant L’Asino d’Oro een weinig toeristische, gastronomische trekker door verschillende ingrediënten in nieuwe combinaties te serveren (vlees en chocolade). De Italiaan sluit zijn diner af met een kop koffie: nooit met cappuccino, maar altijd met espresso. Voor wie een traditioneler eetgelegenheid prefereert is Alle Carrette een idee: hier kun je zowel dunne Romeinse als dikke Napolitaanse pizza’s bestellen en je eet er bijna standaard een gefrituurd mozzarella-rijst-tomaatballetje vooraf, de zogeheten supplì. Een avondwandeling langs de Trevi-fontein, die Bernini als het ware liet barsten uit het gebouw waar het later tegenaan werd gebouwd, en de Spaanse Trappen geven een sprookjesachtige draai aan de avond.
Dag 2
Ochtend: Slachthuis bij de Schervenberg
‘Een gebakje is lekkerder als het er mooi uitziet,’ aldus Costanza Fortuna, het brein achter de pasticceria Dess’art: van ‘apostelvingers’ tot cassate (ricottataartjes met gecandeerd fruit), er is keuze te over in deze zaak, die zich in het hartje van de Mercato di Testaccio bevindt. Wie over deze authentieke markt wandelt, moet zich realiseren dat in de deze wijk ooit arbeiders van het prominent aanwezige slachthuis woonden: vaak namen zij afgedankte stukken vlees als loon mee naar huis en hieruit ontstonden nieuwe gerechten, zoals trippa alla romana (pens). Restaurant Pecorino serveert deze en vele andere klassiekers, maar vergeet niet eerst een bezoek te brengen aan de mattatoio zelf: inmiddels huist in de oude stallen namelijk het MACRO, museum van moderne kunst. De herkomst van de wijknaam Testaccio (‘de Schervenberg’) heeft trouwens te maken met het Latijnse testaceus, dat ‘van terracotta’ betekent: nog steeds is de heuvel, ontstaan door opeengehoopte scherven van gebruikte terracottavazen, een boegbeeld van de buurt en ’s avonds trekt hij jongeren die de clubs aan de voet ervan bezoeken.
Middag: Religieuze schatten?
Is een ticket reserveren erbij ingeschoten, geef de Vaticaanse Musea dan toch een kans: zo vlak na de lunch zijn de wachtrijen vaak korter en kun je sneller naar binnen om de prachtige Laokoöngroep, die ooit Nero’s gouden huis sierde, te bewonderen. Of je loopt via de rijkelijk gedecoreerde Kaartengalerij, waar op het plafond de geschiedenis van het christendom in fresco’s afgebeeld is en aan de wanden gedetailleerde landkaarten van Italië te zien zijn, meteen naar het hoogtepunt van de pauselijke kunstcollecties: de Sixtijnse Kapel. De deur rechts achterin leidt direct de Sint-Pietersbasiliek in: als je geluk hebt, laat de wacht je erdoor en bespaar je jezelf een flinke wandeling buiten de Vaticaanse muren om. De immense proporties van de basiliek (grofweg twee voetbalvelden lang) ontneemt zelfs de adem van iedere atheïst en meesterwerken als het Baldakijn van Bernini en diens Grafmonument voor Alexander VII vergroten de verbazing.
Avond: Van panorama tot stadsgewoel
De Fontana dell’Acqua Paola, in de volksmond ook wel ‘de grote fontein’ (fontanone), genoemd, werd rond 1608 door Paulus V gerenoveerd. Naast waterspektakel biedt deze locatie op de heuvel Gianicolo een panoramisch uitzicht over Rome. Even verderop staat het Tempietto del Bramante, een rond kerkje ontworpen door Donato Bramante, dat het begin van de Hoge Renaissance in de architectuur markeert. Slingerende wegen en verstopte trappen leiden naar de Santa Maria in Trastevere, vermoedelijk de oudste kerk ter ere van Maria in de gelijknamige wijk. Fish Market laat zijn gasten hun eigen vis uitzoeken en afvinken op de menukaart; het restaurant trekt dankzij zijn originele formule zowel normaal volk als de meer welgestelde Romein. Bij Fata Morgana weten ze wat ijs maken is: kokos met Saint-James-rum of het raadselachtige ‘Punch Paradise’, de avontuurlijke ijseter komt hier aan zijn trekken.