Begin 2023 werd door het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) de Kankeratlas gelanceerd. Een aantal van de bevindingen: met veel zonuren komt huidkanker aan de kust relatief vaak voor. Bij mensen in minder welgestelde wijken, waar gemiddeld genomen meer wordt gerookt, wordt longkanker juist weer vaker gediagnosticeerd.
Naar verwachting krijgt ongeveer de helft van de Europeanen in hun leven de diagnose kanker. In de pre-industriële tijd zou de ziekte slechts bij één procent van de bevolking voorkomen. Hoe zit dat? Onderzoek naar botresten van pre-industriële mensen in Groot-Brittannië leidde tot verrassende resultaten.
Minder kankerverwekkende stoffen?
Voor de industrialisatie werd men minder blootgesteld aan kankerverwekkende stoffen. Althans, dat is de heersende gedachte. Onderzoeksleider Piers Mitchell, verbonden aan Cambridge University en werkzaam als orthopedisch chirurg, was daar echter niet zo zeker van.
Een terecht vermoeden. Pre-industrieel Groot-Brittannië was niet bepaald vrij van kankerverwekkende stoffen. Zo dronken mensen regelmatig (en veel) alcohol en zorgde de uitstoot van hout- of kolenkachels voor flink wat vervuiling. Toch nam het risico op kanker een hoge vlucht met de komst van tabak (zestiende eeuw) en vervuiling door industriële activiteiten (begin achttiende eeuw).
Nieuw botonderzoek
Bij eerder historisch onderzoek naar kanker werd vooral gekeken naar zichtbare afwijkingen in botresten van overledenen, zoals vervormingen die kunnen duiden op uitzaaiingen. Maar de buitenkant van het bot vertelt niet het volledige verhaal: kanker ontstaat vaak in zacht weefsel, en wanneer tumoren zich naar de botten uitzaaien, gebeurt dat veelal vanuit het beenmerg.
Om mogelijke tumoren beter te herkennen, maakten Mitchell en zijn team gebruik van CT-scans en röntgenfoto’s, dezelfde methoden die tegenwoordig worden gebruikt. De onderzoekers bekeken 143 skeletten van volwassenen uit zes middeleeuwse begraafplaatsen rond het Engelse Cambridge. Bij vijf van hen werd kanker vastgesteld.
Hoe vaak kwam kanker werkelijk voor?
Maar daarmee zijn waarschijnlijk niet alle ziektegevallen opgespoord. In slechts een derde tot de helft van de hedendaagse sterfgevallen aan kanker is sprake van uitzaaiingen naar het bot, en niet alle bottumoren zijn zichtbaar op CT-scans. Op basis van die schatting vermoeden de onderzoekers dat tussen de negen en veertien procent van de pre-industriële Britten leed aan kanker – tien keer zo veel als voorheen werd aangenomen.
Kunnen we kanker uitbannen?
Mitchell is enthousiast over de implicaties die het onderzoek heeft voor de hedendaagse geneeskunde. Dat kankerverwekkende stoffen zoals tabak en de vervuiling van fabrieken en auto’s onze gezondheid schaden, is bekend. Maar in welke mate, daarover kunnen pas uitspraken worden gedaan wanneer we weten hoe vaak kanker voorkwam in de pre-industriële samenleving.
Mitchell benadrukt dat niet alle vormen van kanker zijn te voorkomen met een gezonde leefstijl en -omgeving. Ook leeftijd, genetische aanleg en toevallige celmutaties spelen een rol. ‘Het aantal kankergevallen zou absoluut afnemen wanneer er geen vervuiling meer zou zijn en niemand meer zou roken, maar de ziekte zal niet verdwijnen,’ zegt Mitchell. Toch is het de moeite waard om meer historisch onderzoek te doen. ‘Er is altijd een bepaalde mate van onzekerheid, en dat is prima,’ zegt ze. ‘We moeten ons erbij neerleggen dat we niet altijd een definitief antwoord hebben.’