Ik word omringd door game of thrones t-shirts. Een stuk of dertig toeristen hebben zich verzameld op de Pjazza Mesquita, in Malta’s oude versterkte stad Mdina, voor een tour langs Thrones-plekken. Aan de gevels hangen de balkons waar de snode Lord Baelish zijn prostituees tentoonstelde en waar Ned Stark, Opperste Lord van het Noorden, onthutst zijn eigen vrouw herkende. Alles om ons heen – muren en plaveisels – is van goudgele kalksteen, onderbroken door groene raamluiken en zwarte, smeedijzeren tralies voor de vensters.

Malcolm Ellul, een 41-jarige Maltees en acteur, wijst ons op een brievenbus die niet erg Westeros aandoet. ‘Het was vrijwel het enige dat ze moesten veranderen,’ zegt hij. Met ‘ze’ bedoelt hij de crew van de immens populaire tv-serie Game of Thrones. ‘Zie je? Voor de rest hoef je aan Malta niets meer te doen.’

Dit is niet het sentiment dat ik hoopte te horen. Toen ik Malta enkele jaren geleden bezocht, viel het me op hoe gedateerd het land overkwam – niet alleen oud, maar ouderwets. Malta’s zorgvuldig gekoesterde geschiedenis als thuisbasis van de Maltezer ridderorde en later als Brits protectoraat (Engels is nog steeds een officiële taal), is natuurlijk fascinerend. Maar naar mijn mening was deze eilandstaat tussen Sicilië en Noord-Afrika met zijn onderontwikkelde eetcultuur en kunstwereld en zijn achterlopende mode een beetje blijven steken. Het toerisme hier was vooral gericht op vakantiegangers die zich nietsontziend overgaven aan zonnebrand en zuipfestijnen. Zelfs Malta’s politiek leek van een andere tijd: tot 2011 was echtscheiding illegaal.

Maar sindsdien hoorde ik steeds meer geruchten over verandering. De Europese Commissie koos de hoofdstad van Malta, Valletta, als een van de twee Culturele Hoofdsteden voor 2018. Malta’s regering legaliseerde de echtscheiding, eindelijk. Hippe nieuwe boetiekhotels openden hun deuren, grote culturele manifestaties werden gepland en, inderdaad, de wereldberoemde serie Game of Thrones begon er met opnamen. Door al deze ontwikkelingen vroeg ik me af of Malta, na zo veel jaren als een bastion van zonnebaders en Tempeliers, eindelijk tot de moderne wereld zou gaan behoren.

Ik arriveer in Valletta als de zon juist ondergaat en ga op pad om dezelfde route af te leggen die ik tijdens mijn vorige bezoek volgde, binnen de versterkte muren van de stad. In de smalle straatjes wandel ik langs barokgebouwen, sierlijke portico’s en smeedijzeren balkons. Naast veel voordeuren hangen plaquettes, waarop een of andere historische gebeurtenis of persoon wordt herdacht. Traditionele, met de hand geschilderde uithangbordjes wijzen op winkels die allang verdwenen zijn – Paul’s Store, Smiling Prince Bar... Wanneer ik bij de Grote Haven aankom, maakt de kobaltblauwe Middellandse Zee plaats voor een verbazingwekkend panorama van opeengepakte huizen, kerkkoepels en forten. Het doet me denken aan de middeleeuwen of aan Meereen (een stad uit Game of Thrones), ik weet het niet zeker.

Het nieuwe parlementsgebouw van Malta is ontworpen door de beroemde Italiaanse architect Renzo Piano Het gebouw toont gevoel voor de moderne tijd met eerbied voor het rijke verleden van de eilandstaat
Het nieuwe parlementsgebouw van Malta is ontworpen door de beroemde Italiaanse architect Renzo Piano. Het gebouw toont gevoel voor de moderne tijd, met eerbied voor het rijke verleden van de eilandstaat.
Alex Webb

Zelfs voor Europese begrippen is Malta ongewoon dicht bezaaid met geschiedenis. De republiek van drie eilanden, ontstaan op een kruispunt van culturen in de Middellandse Zee, is een strategisch doel geweest sinds er strategie bestaat. Archeologische overblijfselen plaatsen de eerste bewoners in het neolithicum, waarna Malta achtereenvolgens door Feniciërs, Romeinen en Arabieren werd bevolkt. Een echt belangrijke rol begon Malta te spelen in de 16de eeuw, toen het gebied door Karel V, keizer van het Heilige Roomse Rijk, werd geschonken aan de Johannieter Hospitaalridders, in de hoop dat deze vechtersbazen Rome konden beschermen. Verschillende belegeringen en 150 jaar Brits kolonialisme later is dit een plek die kenmerken van al deze culturen vertoont, zoals een halfArabische taal en een voorliefde voor fish-and-chips.

Ik kom dit allemaal te weten op The Malta Experience, een ‘audiovisueel spektakel’ waarin een lange geschiedenis van invasie (van Romeinen, Arabieren en Napoleon) en verzet (tegen Ottomanen, fascisten en nazi’s) wordt opgevoerd; ook bekijk ik de kortere film Malta 5D, waarin het gebrek aan historisch detail wordt goedgemaakt door schuddende bioscoopstoelen en het aroma van Maltees brood dat de zaal in wordt geblazen als er een bakkerij in beeld komt. (Beweging en geur blijken dus de vierde en vijfde dimensie te zijn.)

‘We hebben iets claustrofobisch, omdat we zo klein zijn, zo opeengepakt en zo oud,’ zegt Ken Scicluna, een Maltese filmmaker in wiens werk zijn vaderland een hoofdrol speelt. Op een bord bij het café waar we afspreken, worden ambachtelijke bieren aangeprezen, maar in plaats van barkeepers met baarden die een volwassen clientèle van hoppige brouwsels voorzien, zie ik chintz-kussens en ravottende kinderen. ‘Je hebt altijd het gevoel dat je geobserveerd wordt,’ voegt Scicluna eraan toe. ‘Niet alleen door andere mensen, ook door de plek zelf. Die is zó oud, die weet dingen.’

Het beeld van een plek die over zijn bewoners waakt, spreekt me enorm aan, maar voor Scicluna kan zo veel geschiedenis fnuikend zijn voor culturele vooruitgang. ‘We zijn een land dat niet kan wachten om modern te worden, maar we weten niet altijd hoe. Het gewicht van het verleden staat in de weg.’

Een fanfare band speelt tijdens het Feest van de Heilige Maagd Maria van de berg Karmel bij het dorp Zurrieq
Een fanfare band speelt tijdens het Feest van de Heilige Maagd Maria van de berg Karmel, bij het dorp Zurrieq.
Alex Webb

Wat is ervoor nodig om dat gewicht van de schouders van dit kleurrijke eilandstaatje te nemen? Ik denk terug aan mijn bezoek aan Bilbao in Spanje, in de jaren ’90, toen daar het Guggenheim Museum verrees. Weinig mensen konden toen vermoeden dat Frank Gehry’s golvende gevels van titanium en Richard Serra’s glooiende beeldhouwwerken een stad zouden veranderen die lange tijd aan zijn industriële verleden was geketend. Velen zien de Baskische stad nu als een belangrijk cultuurcentrum, met een levendige markt, spannende restaurants en nieuwe projecten – dat alles aangedreven door een museum dat ruim één miljoen kunstliefhebbers per jaar trekt. De uitwerking was zó opmerkelijk dat er een fenomeen naar is genoemd: het ‘Bilbao-effect’, dat optreedt als een stad zichzelf opnieuw op de kaart zet, door een culturele instelling van wereldklasse aan te trekken, het liefst ontworpen door een gerenommeerd architect.

Onlangs haalde ook Valletta toparchitectuur in huis, toen de vermaarde bouwmeester Renzo Piano hier de 16de-eeuwse stadspoort opnieuw verbeeldde, als een rechtlijnige, imposante doorbraak van de oude muren. Aan weerszijden bouwde hij twee trappen, die als plechtige vleugels uit de wanden van de poort verrijzen, en direct erachter het Nieuwe Parlement met zijn geperforeerde gevel, door sommige critici vergeleken met een kaasrasp. Maar op mij komt het geheel zowel monumentaal als elegant over.

De post van de reddingsbrigade van Sliema is vrolijk gekleurd Zonaanbidders kunnen op Malta kiezen tussen zand en steenstranden
De post van de reddingsbrigade van Sliema is vrolijk gekleurd. Zonaanbidders kunnen op Malta kiezen tussen zand- en steenstranden.
Alex Webb

Terwijl ik de samenhang van Piano’s complex bewonder, zie ik een jongeman in de buurt een sandwich eten. Ramon Vella is geen fan van de nieuwe bouwwerken. ‘Ik weet dat de experts zeggen dat het kunst is, maar het past niet in de cultuur van deze stad.’ Hij is niet de enige die er zo over denkt; de Maltese president die het project van de grond kreeg, verloor er de verkiezingen door.

Piano was voorbereid op enig verzet. In een interview met The Times of Malta zei hij: ‘Het idee van het versmelten van verleden en toekomst, geschiedenis en moderniteit, spreekt me aan. We wilden geen monumentaal parlement, dat is niet de geest. Het gaat veeleer om het verwelkomen van mensen, om het creëren van toegankelijke ruimten.’

‘Ik zou het niet puur conservatisme willen noemen,’ zegt Toni Attard, directeur strategie voor de Arts Council Malta. ‘Maar er bestaat hier een duidelijke voorliefde voor historie en traditie. Mensen worden eerder boos over een bastion dat afbrokkelt dan over een kunstenaar die zijn koffers pakt en vertrekt.’

Wat zou die instelling kunnen veranderen? Het introduceren van andersluidende ideeën en stemmen in de eilandmentaliteit van het land zou wellicht helpen. De Arts Council, zegt Attard, probeert beide te doen, door middel van het verhogen van de overheidssubsidies voor kunsten, van 100.000 naar 1,6 miljoen euro, en het bekostigen van internationale opleidingen voor kunstenaars, zodat ze na terugkeer het plaatselijke cultuurleven kunnen aanzwengelen.

‘We hebben hier misschien nog niet de meest geavanceerde cultuur,’ zegt Attard. ‘Maar het is aan het veranderen. In de afgelopen paar jaar merk je dat er iets gebeurt.’

Een bijdrage aan dat ‘iets’ is de uitverkiezing van Valletta tot Europese Culturele Hoofdstad van 2018. Voor een minuscuul landje als Malta is de toewijzing een kans om de wereld te laten zien waartoe het in staat is. ‘Ik denk dat het selectiecomité onder de indruk was van het nieuwe dat we voorstelden,’ zegt Karsten Xuereb, directeur van de stichting Valletta 2018. ‘Malta staat bekend om zijn erfgoed en geschiedenis, maar zij waren benieuwd naar de manier waarop we daar een eigentijdse draai aan wilden geven. Je moet beseffen dat het verleden voorbij is. Dat geeft ons de kans om uit te drukken wat het tegenwoordig betekent om Maltezer te zijn.’

Xuereb vertelde me dat voor Valletta 2018 onder meer een nieuwe culturele agenda, een nieuw museum voor eigentijdse kunst – in een gebouw waar eeuwen geleden Italiaanse ridders waren gehuisvest – en een designcentrum in een oud slachthuis zijn gepland. Het project heeft ook geleid tot de herinrichting van de oude overdekte markt tot een moderne hal met een combinatie van voedselstalletjes en trendy restaurants. Wanneer ik er langsloop, in de Merchant Street, hoor ik het geluid van hamers en boren. Het zal niet verbazen dat het verleden ook hier dwingend aanwezig is; op mijn eerste tussenstop duik ik dieper in dat verleden dan ooit.

Wanneer ik in de zinderende zon voor een altaar sta, moet ik huiveren – al die millennia, al die mensen uit oude culturen die ooit met ontzag op deze plek hebben gestaan.

De neolithische tempels bij Ggantija zijn meer dan 5500 jaar oud. Daarmee zijn ze ouder dan de piramiden van Egypte. Veel van de altaren die bewaard zijn gebleven, waren mogelijk versierd met de rondborstige figuurtjes die ik in het Nationaal Museum voor Archeologie in Valletta heb gezien. Wanneer ik in de zinderende zon voor een altaar sta, moet ik huiveren – al die millennia, al die mensen uit oude culturen die ooit met ontzag op deze plek hebben gestaan.

Op zijn eigen manier heeft ook Gozo de blik op de toekomst gericht. In plaats van de nachtclubs en bruisende stranden die zo veel toeristen naar de badplaatsen van het hoofdeiland lokken, werkt Gozo aan de ontwikkeling van ecotoerisme en andere nieuwe reiservaringen. De duiksport is daarbij een belangrijke speerpunt: het Britse tijdschrift Diver noemde Gozo de op één na beste duikbestemming ter wereld (na de Rode Zee), dankzij kristalhelder water en talloze onderzeese grotten en tunnels.

Maar zelfs hier, aldus David Hayler-Montague, een Brit die zes jaar geleden naar Gozo verhuisde en er de Bubbles Dive Shop opende, is het verleden de trekpleister. ‘Wat ik zo mooi aan deze plek vind, is dat het lijkt op dertig jaar geleden. Hier zie je geen hoogbouw als op de andere eilanden en de mensen zijn hier zo relaxed en fatsoenlijk. Hier heerst een kalm ritme.’

Hoewel ik niet kan duiken, nodigt Hayler-Montague me uit om met een duikgroep mee te gaan naar de ‘Blue Hole’, de beste duikplek van Gozo. We rijden naar een groot parkeerterrein tussen de zee en een droog en kaal landschap. Langs de rotsen klauteren we naar beneden, naar een poel die de ingang van de Blue Hole vormt. We zien ook het ‘Blauwe Raam’, een enorme rotsboog die door eeuwen van wind en water uit de kalksteen is gesleten.

De duikers verdwijnen langzaam onder water (later vertelt iemand me dat het de mooiste duik van z’n leven was, een paradijs van grotten en kraakhelder water), maar ik ben nog altijd gebiologeerd door de aanblik van golven en lucht in de omlijsting van de rotsboog. Rondom duiken kinderen in de turkooizen golven. Dit is het mooiste zwembad dat ik ooit heb gezien.

En, zo blijkt, ook het beroemdste. Twee dagen later ben ik weer op het hoofdeiland Malta, in de oude hoofdstad Mdina, waar Malcolm Ellul mij de plekken laat zien waar het eerste Game of Thrones-seizoen werd opgenomen. Wanneer een meisje in een polkadotjurk vraagt waarom de serie na dat eerste seizoen niet meer is teruggekomen, kijkt Ellul wat ongemakkelijk. Naar het schijnt, zo legt hij uit, werd de scène waarin prinses Daenerys met warlord Khal Drogo trouwt, voor het Blauwe Raam opgenomen. Om de plek op de woestijn van Dothraki te doen lijken, hadden de producers er tonnen zand laten storten, waardoor het gevoelige ecosysteem van het gebied werd verstoord. Het kwam de plaatselijke producer op enkele boetes te staan. Maar Ellul denkt dat er nog kansen zullen komen. Zo speelt de film Assassin’s Creed, die is gebaseerd op de waanzinnig populaire videogame en in december 2016 wordt uitgebracht, deels in Valletta.

De zonsondergang werpt speelse schaduwen bij Cockneys een restaurant in het historische centrum van Valetta
De zonsondergang werpt speelse schaduwen bij Cockney’s, een restaurant in het historische centrum van Valetta.
Alex Webb

Voor mijn laatste nacht keer ik terug naar Valletta. Naast de ontwerpen voor de Stadspoort en het Nieuwe Parlement herschiep Renzo Piano ook de eens uitbundig gedecoreerde Koninklijke Opera, die in de Tweede Wereldoorlog grotendeels door Duitse bommen werd verwoest. In Piano’s ontwerp kreeg het gebouw geen dak – wat het volgens sommige, ontstelde Maltezers onvoltooid doet lijken, maar wel opent naar de oranjekleurige luchten van het ochtendgloren en de roze en paarse tinten van de avondschemering. (Piano zei dat hij ‘een plek van virtueel geluid en virtuele enscenering wilde creëren, met inbegrip van al de technieken die geheel nieuw zijn [...] een manier om Malta de toekomst in te duwen.’)

Terwijl ik voor deze herschepping sta, hoor ik flarden van ‘De dans van de Suikerboonfee’ uit Tsjaikovsky’s Notenkrakersuite de avondlucht vullen. Ik heb, zo denk ik bij mezelf, niet de mate van vernieuwing aangetroffen die ik zocht. Er zijn hier geen gewaagde kunstgaleries of hippe wijken, althans niet zoals in Brooklyn, Berlijn of Londen. Geen café hier besteedt een kwartier aan het bereiden van het perfecte kopje koffie of doet echt nieuwe culinaire dingen (hoewel ik zeer goed heb gegeten in restaurant Capistrano in Valletta). Mijn gedenkwaardigste momenten betroffen het verleden van Malta, niet zijn toekomst – met name de avondwandeling in Victoria, de grootste stad op Gozo, waar ik vanaf de middeleeuwse citadel in alle richtingen over het eiland kon uitkijken. In de verte zag ik om de paar kilometer de gloeiende koepel van een kerk verrijzen – daarachter begon de zee. Het was een subliem ogenblik, dat volgens mij werd geboren uit een direct contact met de geschiedenis. Later hoorde ik dat de citadel twee dagen vóór mijn bezoek na een alomvattende restauratie was heropend. Wat me zo had geroerd, was niet een ongerept verleden, maar een verleden dat lichtelijk was opgepoetst ten behoeve van het heden.

Toen herinnerde ik me de woorden van Toni Attard: dat zijn Arts Council niet probeerde nieuwe culturele instellingen van de grond af aan op te bouwen, maar wilde investeren in de vernieuwing van het oude. ‘Het laatste gebouw dat als theater werd ontworpen, verrees onder Brits bestuur,’ vertelde hij. ‘Je kunt er tien jaar over doen om een nieuw theater te bouwen, of je kunt doen wat wij hebben gedaan: het renoveren van vijftig plekken en die als theaterruimten laten werken. We hebben ervoor gekozen te roeien met de riemen die we hebben en onze beperkingen te zien als een gelegenheid om kansen te creëren.’

Dus, in Malta treedt misschien niet het ‘Bilbao-effect’ op. Maar misschien was het verkeerd van mij te denken aan het creëren van een of ander splinternieuw, overduidelijk eigentijds project, als enige teken van modernisering. Per slot van rekening zijn verleden en toekomst geen tegenpolen, maar punten op een doorgaande lijn. Verandering hoeft zich niet per se in de vorm van breuken voor te doen, ze kan ook voorzichtig plaatsvinden, in kleine, gestage aanpassingen van het oude.

Na mijn bezoek aan het Blauwe Raam op Gozo nam ik een taxi. Toen de taxichauffeur, Florian, me vroeg wat ik van de rotsboog vond, gaf ik hoog op van de prachtige formatie. Hij vertelde dat geologen de boog onlangs hadden getest en hadden ontdekt dat de top zó versleten was dat hij de komende jaren zou kunnen instorten. Ik zei dat dat ik dat heel erg zou vinden en Florian was het met me eens. ‘Maar u weet hoe wij Maltezers zijn,’ zei hij. ‘We zijn eraan gewend dingen uit het verleden te repareren. Als het niet langer het Blauwe Raam is, dan noemen we het gewoon de Blauwe Deur.’

Lisa Abend, woonachtig in Kopenhagen, werkt voor bladen als Bon Appétit en The New York Times. Foto’s van Alex Webb zijn eerder verschenen in National Geographic Magazine en Geo.

Kaart NG maps
Kaart: NG maps

Overnachten

DECODAME - Hotel Phoenicia Malta. Dit juweel uit de jaren ’30, bij de Stadspoort van Valletta, is de grande dame van de Maltezer hotels en zal begin 2017 zijn gerenoveerd. Extra: bijna drie hectare tuin. Queen Elizabeth en acteur Joaquin Phoenix sliepen hier ooit. 36 kamers; vanaf €150.

OUD ONDERKOMEN - Tano’s Boutique Guesthouse. Gelegen naast Valletta’s Nieuwe Parlement, is dit 18de-eeuwse palazzo de ideale uitvalsbasis in de Maltese hoofdstad. Het dakterras kijkt uit over de Grote Haven. Vanaf €114.

LOKALE LUSTHOF - Razzett Abela. Dit landelijke en gezellige bed-and-breakfast op Malta’s tweede eiland Gozo wordt ook ‘Lisa’s Farmhouse’ genoemd en heeft een zwembad en twee kamers met uitzicht op de bomen van een park. Vanaf €70.

Eten

PASTAPALEISJE - Capistrano. In Malta is geen gebrek aan Italiaanse restaurants (Sicilië is het dichtstbijzijnde stukje land), maar dit mooie plekje in het centrum van Valletta is anders, met zijn prachtig bereide vis en met de hand gemaakte pasta’s (vooral de konijnentortelloni is heerlijk).

KAAS EN WIJN - Legligin. Het menu van deze knusse wijnbar in een kelder aan de Sinte-Luciastraat is de ideale kennismaking met de Maltese keuken, van zoute schapenkaas (ġbejna) tot in wijn gestoofde runderrolletjes die ‘biefolijven’ worden genoemd.

GEVULD BROOD - Ambachtelijke bakker Nenu. Met zijn nagemaakte oude bakkerij op ware grootte (met poppen) en schermen waarop Maltese gerechten worden bereid, biedt Nenu culinaire scholing én een fascinerende plek om Malta’s klassieke gevulde brood te proeven.