De World Meteorological Organization (WMO) publiceerde afgelopen augustus een rapport waarin voor de verandering ook eens goed nieuws stond over extreem weer: ondanks een sterke toename van het aantal door weers- of klimaatinvloeden veroorzaakte rampen die in de afgelopen vijftig jaar werden gemeld, is het aantal doden dat daarbij viel met bijna het drievoudige afgenomen.
Dat was geen verrassing voor rampenonderzoekers. Weliswaar doen zich steeds vaker en heftiger risicovolle natuurverschijnselen als extreme regenbuien en hittegolven voor naarmate de aarde verder opwarmt, maar de wetenschappelijke kennis en de waarschuwingssystemen om gemeenschappen hiertegen te beschermen zijn de afgelopen tientallen jaren enorm verbeterd. Daardoor zijn weer- en klimaatrampen in de loop van de tijd steeds minder dodelijk geworden.
Maar er bestaat geen garantie dat deze positieve trend zich eeuwig zal voortzetten. Hoewel we beter dan ooit in staat zijn om levens te redden tijdens rampen, wordt het een uitdaging om bestaande oplossingen in te zetten in de mate en op de schaal die nodig is om een groeiende wereldbevolking te beschermen in een opwarmend klimaat.
“Als we niet continu blijven investeren in waarschuwingssystemen, als we niet anders gaan bouwen op het moment dat deze verschijnselen heftiger of anders worden, dan zou dat zomaar tot een stijging van het dodental kunnen leiden,” zegt rampenonderzoeker Samantha Montano, die onlangs het boek Disasterology: Dispatches from the Frontlines of the Climate Crisis schreef en die niet betrokken was bij het WMO-onderzoek.
De definitie van een dode door een natuurramp
Een van de eerste vragen die wordt gesteld wanneer zich een ramp voordoet, of die nou wordt veroorzaakt door een orkaan, bosbrand, vulkaanuitbarsting, tornado of een aardbeving, is hoeveel doden erbij vielen. Het dodental helpt het publiek om een beeld te krijgen van de omvang van de ramp en zorgt ervoor dat de tragedie bij de getroffen gemeenschappen in het geheugen gegrift staat. Dit getal geeft rampenbestrijders inzicht in de situaties tijdens de gebeurtenis en kan nog lang na de voltrekking van de ramp helpen bij het opstellen van beleid.
Het dodental is dus belangrijk, maar ook vaak heel moeilijk bij een ramp vast te stellen.
Lees ook: Hoe een ‘vergeten’ tsunami 600 jaar geleden de geschiedenis veranderde
Zowel binnen de Verenigde Staten als in de rest van de wereld worden volgens Montano allerlei verschillende methodes toegepast om het aantal doden bij rampen vast te stellen en om in het algemeen een dodental te berekenen. In sommige gevallen tellen de autoriteiten alleen de sterfgevallen mee die het directe resultaat waren van een storm, bosbrand of overstroming, terwijl elders ook indirecte doden, die bijvoorbeeld vallen door de sociale ontwrichting door een ramp, worden meegeteld. Het dodental kan het aantal individuele doden zijn die door lijkschouwers worden geteld, of het kan een schatting op populatieniveau betreffen aan de hand van statistische methodes.
In het algemeen denken wetenschappers dat het dodental ernstig onderschat wordt op plaatsen waar geen goede infrastructuur voor rampenbestrijding bestaat en waar het aantal slachtoffers vermoedelijk het grootst is. Zoals werd beschreven in een commentaar dat afgelopen jaar verscheen in Nature Climate Change, zijn tussen 1900 en 2019 slechts twee hittegolven geregistreerd voor heel sub-Sahara-Afrika in de database EM-DAT — een vaak geciteerde wereldwijde database voor het vaststellen van het aantal doden bij grote rampen. Het daadwerkelijke aantal is niet bekend, maar hitte-onderzoekers denken dat dit veel hoger ligt.
En zelfs wanneer de cijfers wel zorgvuldig worden bijgehouden, komt in databases over rampen slechts een fractie van de sterfgevallen door natuurgeweld terecht. Hitte is het meest dodelijke weersverschijnsel in de VS, maar veel hittedoden vallen zonder dat sprake is van een hittegolf, een duidelijk afgebakend meteorologisch fenomeen waarvan autoriteiten eerder geneigd zijn het als ramp te beschouwen, vertelt Liza Kurtz die aan de Arizona State University promotieonderzoek doet naar hitte en de gezondheid van mensen.
De vraag wanneer sprake is van een ramp, “is nooit goed beantwoord,” aldus Kurtz.
Meer rampen, minder doden
Ondanks deze voorbehouden zien onderzoekers enkele positieve trends als ze in grote lijnen kijken naar het aantal slachtoffers door grote rampen.
De auteurs van het recente WMO-rapport keken aan de hand van gegevens uit EM-DAT naar de gevolgen van stormen, droge periodes, overstromingen, hitte- en koudegolven, bosbranden en aardverschuivingen tussen 1970 en 2019. Daaruit bleek dat het dodental door dergelijke rampen decennium na decennium daalde, van ruim 50.000 doden in de jaren zeventig tot minder dan 20.000 in de jaren tien van deze eeuw. Tegelijkertijd was er een sterke stijging te zien van het aantal gemelde rampen. Die trend was volgens de WMO deels toe te schrijven aan de klimaatverandering, maar anderzijds ook aan een verbeterde rapportage, stelt Cyrille Honoré, die aan het hoofd staat van de WMO-afdeling die zich bezighoudt met risicobeperking bij rampen.
In de eerste jaren van de onderzochte periode werden waarschijnlijk minder meldingen gedaan, terwijl toen verschillende langdurige droge periodes en grote stormen in Zuid-Azië en Afrika plaatsvonden die een grote stempel drukken op het dodental door natuurrampen. Het zou dus zelfs zo kunnen zijn dat de afname van het aantal sterfgevallen door weer- en klimaatrampen nog groter is dan uit de cijfers blijkt.
Lees ook: Orkanen boven de Atlantische Oceaan nog lang niet uitgewoed
Een belangrijke reden voor die trend is volgens Honoré de enorme vooruitgang die is geboekt in het ontwikkelen van waarschuwingssystemen. We zijn naar zijn zeggen “veel beter in staat” om gevaarlijke weers- en klimaatomstandigheden goed te voorspellen, dankzij de aanwezigheid van vele geavanceerde satellietsensoren en de grote vooruitgang die is geboekt in computermodellen.
De ontwikkeling van goede programma’s en nieuwe technieken waardoor bouwwerken beter bestand zijn tegen harde wind, overstromingen en aardbevingen draagt ook bij aan de afname van het aantal doden door rampen, stelt sociaal wetenschapper Sara McBride van het Earthquake Science Center van de U.S. Geological Survey, de Amerikaanse overheidsinstantie voor geologisch onderzoek. Maar ook het internet en sociale media dragen hun steentje bij.
Wanneer er tegenwoordig een ramp plaatsvindt “weten we dat, ook als het in een afgelegen gebied is,” zegt McBride. “Er is bijna direct nieuwe informatie beschikbaar, en gemeenschappen en landen kunnen om hulp en steun vragen.”
“Als je naar de lange termijn kijkt, is er op het gebied van rampen een ongelofelijk wetenschappelijk en technologisch succesverhaal te vertellen,” stelt hoogleraar milieustudies Roger Pielke Jr. van de University of Colorado. “Het lijkt wel een beetje op de toename van de levensverwachting van mensen: het vindt geleidelijk plaats gedurende een lange tijd, maar als je 2021 met 1921 vergelijkt, zie je dat er goed nieuws te vertellen is.”
De toekomst ligt in onze handen
Rampenonderzoekers waarschuwen dat deze positieve trend geen reden is om ellende die rampen ook tegenwoordig nog met zich meebrengen maar voor lief te nemen, of om de ogen te sluiten voor de risico’s die de samenleving loopt door klimaatverandering. Volgens het recente WMO-rapport viel 91 procent van de doden door weers- en klimaatrampen in de afgelopen vijftig jaar in ontwikkelingslanden. Naarmate de klimaatverandering leidt tot extremer weer, lopen die regio’s op aarde ook een groter risico om de tol te betalen wat betreft slachtoffers.
“Het sterfterisico door hitte vormt in de toekomst een grote uitdaging,” zegt postdoc Cascade Tuholske van het Center for International Earth Science Information Network van de Columbia University. Uit recent onderzoek onder leiding van Tuholske bleek dat het aantal mensen dat de kans liep te sterven door extreme hitte tussen 1983 en 2016 was verdrievoudigd, door bevolkingsgroei, klimaatverandering en warmer wordende steden doordat wegen en andere harde oppervlakken hitte van de zon opnemen. De opgelopen sterftekans door hitte doet zich vooral voor in Zuid-Azië en sub-Sahara-Afrika, plekken waar het nu al heel heet is en waar steden snel groeien.
Volgens experts is het nodig om beleid te ontwikkelen waarmee kan worden voorkomen dat het aantal sterfgevallen door rampen toeneemt in een wereld die deze eeuw mogelijk 3 graden warmer wordt en meer dan een miljard meer mensen gaat tellen. Als het gaat om hitte, zou dat een heel scala aan maatregelen kunnen zijn, variërend van de bouw van centra waar mensen tijdens hittegolven verkoeling kunnen vinden, de aanplant van bomen die stedelingen tegen de zon beschermen tot het aanpakken van onderliggende problemen als armoede.
Lees ook: Waarom koud weer niet betekent dat klimaatverandering nep is
“Het hoeft niet zo te zijn dat een stijgende temperatuur leidt tot een stijgend dodental,” stelt Kurtz. “Als de politieke wil en de sociale middelen er zijn om dit probleem op te lossen, zou het aantal doden zelfs kunnen afnemen terwijl de temperatuur stijgt.”
McBride beaamt dat niets in de toekomst onvermijdelijk is, en dat het nemen van verstandige beslissingen over waar en hoe we bouwen, bijvoorbeeld niet in zones met een groot risico op bosbranden en niet in de buurt van actieve breuklijnen, veel kan schelen in het aantal doden door rampen in de toekomst. Maar daarnaast benadrukt ze dat het dodental niet het enige cijfer zou moeten zijn dat we gebruiken om te bepalen hoe goed of slecht we op rampen reageren. Ook het tempo waarmee de stroomvoorziening wordt hersteld (na orkaan Ida zaten sommige inwoners van de Amerikaanse staat Louisiana bijvoorbeeld meer dan een maand zonder stroom), het vermogen van het lokale gezondheidssysteem om een ramp op te vangen en de mate waarin gemeenschappen in staat zijn om gebouwen te herstellen, zijn belangrijke factoren.
Het dodental door een ramp biedt, zelfs wanneer de telling helemaal juist is, ook geen compleet beeld van de impact van ieder sterfgeval.
“Elke dode is een persoon die belangrijk was voor de gemeenschap en hun familie. Het verlies van die persoon betekent mogelijk het wegvallen van de structuur van een gemeenschap en van sociaal kapitaal,” aldus McBride. “Mensen zijn meer dan alleen getallen op papier.”
Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in het Engels op nationalgeographic.com