Dit artikel verscheen in de oktober 2019 editie van National Geographic Magazine.
Door lange perioden van warmte en geringe regenval komen steeds meer beken geleidelijk droog te staan. Diverse soorten beekvissen, die alleen in deze bovenloopriviertjes leven, zien hun leefgebied daardoor slinken.
Vooral de zilverkleurige beekprik heeft het zwaar te verduren. Die is langzaam uit stroompjes verdwenen, vooral in Limburg, Noord-Brabant en Gelderland. Tot nu toe zijn er alleen tijdelijke oplossingen bedacht om de terugloop van de populatie te keren. Zo kan in samenspraak met de waterschappen grondwater worden opgepompt, kunnen waterbekkens worden aangelegd en kunnen extra planten voorkomen dat het water te snel doorstroomt.
‘We vangen nu de vissen weg uit een uitdrogende beek en zetten ze daarna verderop in de beek weer uit,’ vertelt Martijn Dorenbosch van stichting RAVON, die zich richt op de instandhouding van de soortendiversiteit in Nederland. ‘Die methode is echter niet toekomstbestendig. Als beken hun natuurlijke loop terugkrijgen, met veel kronkels en bomen erlangs, zouden ze minder snel droogvallen.’
De uitstervende beekprik kan worden gezien als een kanarie in een kolenmijn: zodra de soort is verdwenen, is dat een indicatie dat andere soorten mogelijk snel zullen volgen. Toch is het volgens Dorenbosch niet te laat: ‘Voor de beekprik is het nog kwart voor twaalf. Betere oplossingen kunnen zorgen voor het behoud van deze bijzondere beekvissensoort.’