Terwijl wereldwijde visstanden die honderden miljoenen mensen voeden, steeds verder slinken, komen de landen van de wereld eind dit jaar bijeen om internationale afspraken te maken over het beëindigen van subsidies aan vissersvloten die verantwoordelijk zijn voor de overbevissing van de oceanen.
Maar terwijl de onderhandelingen onder auspiciën van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) deze week in Genève worden hervat, blijkt uit nieuw onderzoek dat regeringen méér financiële steun hebben gegeven aan vissersvloten die veel schade aan het zeeleven toebrengen, ondanks beloften om dat soort subsidies terug te dringen.
In een uitgebreid onderzoek naar 152 landen hebben wetenschappers van de University of British Columbia ontdekt dat zeevarende naties in 2018 maar liefst 22 miljard dollar aan subsidies voor hun vissersvloten hebben uitgegeven – oftewel 63 procent van de totale uitgaven die wereldwijd zijn gedaan om de visserij-industrie te steunen.
Dat is een toename van zes procent sinds 2009. Subsidies aan schadelijke visserijpraktijken bevorderen indirect de overbevissing en de illegale visvangst en zouden zonder zulke subsidies niet winstgevend zijn. Voorbeelden zijn subsidies op brandstofkosten, die industriële vistrawlers in staat stellen om naar de verste uithoeken van de planeet te varen. Vorig jaar vormden brandstofsubsidies alleen al 22 procent van alle visserijsubsidies.
Met de grootste buitenlandse vissersvloot ter wereld heeft China zijn subsidies aan schadelijke visserijpraktijken in de afgelopen tien jaar met 105 procent verhoogd, aldus het onderzoek, dat is gepubliceerd in het vakblad Marine Policy.
“Het is moeilijk om iets positiefs uit dit onderzoek te halen, maar het kan een oproep aan de regeringen zijn, nu de WTO in een positie verkeert om subsidies aan schadelijke visserijpraktijken te beëindigen en zo een belangrijke en positieve invloed op de wereldzeeën uit te oefenen,” zegt Isabel Jarrett, manager van het onderzoeksprogramma voor visserijsubsidies van de Pew Charitable Trust. De stichting heeft het nieuwe onderzoek medegefinancierd.
De klok tikt
De resultaten tonen aan hoeveel er in Genève op het spel staat, nu er nog maar drie maanden tijd is om een overeenkomst over visserijsubsidies uit te onderhandelen.
Volgens zeebiologen en beleidsexperts is een bindende afspraak over een verbod op schadelijke visserijsubsidies hard nodig nu mariene ecosystemen nog meer onder druk komen te staan door de klimaatverandering. In een baanbrekend VN-rapport dat in september uitkwam, staat dat de maximale wereldwijde visvangst tegen het einde van de eeuw met 24,1 procent gedaald zou moeten zijn als de uitstoot van broeikasgassen niet aan banden zou worden gelegd.
“Na twintig jaar van gesprekken binnen de WTO over visserijsubsidies is het gesteggel over de technische details uitputtend geweest,” zegt Rémi Parmentier, directeur van de in Madrid gevestigde consultancy Varda Group en een kenner van deze materie. “De sleutel die ontbreekt, is de politieke wil om de onderhandelingen tot een goed einde te brengen.”
WTO-afgevaardigden krijgen de kans om de resultaten van het rapport eigenhandig te beoordelen wanneer hoofdonderzoeker Rashid Sumaila deze week het WTO-forum voor overheidsbeleid zal toespreken.
“De belangrijkste reden waarom deze subsidies toenemen, is politiek. Als je mensen eenmaal zoiets als een brandstofsubsidie hebt gegeven, is het heel lastig om dat weer terug te draaien, ” zegt Sumaila, vooraanstaand expert op het gebied van visserijsubsidies aan de University of British Columbia. “De politiek achter deze subsidies is hard, maar het is voor wetenschappers belangrijk om te blijven hameren op de schade aan de bredere samenleving.”
Volgens een woordvoerder van de WTO kan de organisatie geen commentaar geven op het rapport of de lopende onderhandelingen, maar het orgaan heeft wel een verklaring van zijn directeur-generaal, Roberto Azevêdo, uitgegeven.
“Het lijdt geen twijfel dat veel visstanden worden overbevist en dat ongebreidelde subsidies aan de commerciële visserij de wereldzeeën schade toebrengt,” zei Azevêdo in de verklaring. “Nu de deadline van eind 2019 snel nadert, worden de onderhandelingen geïntensiveerd. De WTO-leden zullen hun meningsverschillen opzij moeten zetten en compromissen moeten vinden om tot een afspraak te komen. Het is nu tijd om iets te doen.”
Steeds minder vis
Een derde van de commerciële visstanden worden op biologisch niet-duurzame wijze geëxploiteerd, terwijl negentig procent ervan geheel worden opgebruikt, aldus de FAO, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN. Zo is de populatie van de Pacifische blauwvintonijn – een van de ecologisch en economisch belangrijkste roofvissen in de oceaan – vergeleken met zijn historische niveau met 97 procent in aantallen afgenomen.
In de afgelopen decennia hebben landen die hun eigen visstanden al hebben zien instorten, hun industriële vistrawlers naar afgelegen zeeën gestuurd om de territoriale wateren van andere landen leeg te vissen.
De internationale vissersvloot van China – drieduizend schepen – schuimt wereldwijd de open oceaan af, op zoek naar nieuwe visgronden. Uit een onderzoek dat vorig jaar is verschenen, blijkt dat bijna de helft van alle vis die in 2014 op de open oceaan werd gevangen, in de ruimen van Chinese en Taiwanese schepen belandde.
De onderzoekers van de University of British Columbia melden dat China van alle landen in de wereld de meeste visserijsubsidies toekent: zo’n 7,2 miljard dollar in 2018, oftewel 21 procent van de wereldwijde subsidies. Een deel van die financiële steun wordt als iets positiefs gezien, omdat ze ten goede komt aan het bevorderen van duurzame vangstmethoden. Maar in de laatste tien jaar daalde het bedrag dat China aan duurzame visserij uitgaf met 73 procent, terwijl de steun aan schadelijke visserijpraktijken, zoals subsidies op brandstof en scheepsbouw, meer dan verdubbeld is.
Eind vorig jaar beloofde China zijn internationale vissersvloot in 2020 op een totaal van drieduizend schepen te bevriezen en om brandstofsubsidies te beperken. “Het traditionele ontwikkelingsmodel voor buitengaatse visserij moet worden aangepast,” zo verklaarde het Chinese ministerie van Landbouw in augustus 2017.
Hoewel uit het nieuwe onderzoek blijkt dat de toename van de subsidies begint af te vlakken, besloot de Europese Unie in juni om subsidies voor het uitbreiden van haar vissersvloot weer in te voeren. De EU is volgens de onderzoekers goed voor elf procent van de wereldwijde subsidies en kende in 2018 twee miljard dollar aan subsidies voor schadelijke visserijpraktijken toe. “Wat me echt dwarszit, is het slechte voorbeeld dat de EU aan andere landen geeft,” zegt Sumaila.
Het feit dat zeventig landen hun gegevens over subsidies niet hebben gerapporteerd, zoals wordt geëist door de WTO, maakt duidelijk hoe groot de uitdaging is om de ware omvang van de subsidies vast te stellen. “Het is echt speurwerk,” zegt Sumaila, wier team gegevens uit talloze verschillende bronnen heeft opgediept om het niveau van financiële steun aan de industriële visserij te bepalen.
Jarrett wijst erop dat de vijf landen in de wereld die de meeste subsidies toekennen, samen goed zijn voor de helft van de wereldwijde steun aan de commerciële visserij. “Als die landen duidelijke toezeggingen zouden doen, dan zou dat een enorme trendverschuiving betekenen, weg van subsidies aan schadelijke visserijpraktijken. En dat zou uiteindelijk tot het herstel van de visstanden en een gezondere toekomst voor onze oceanen leiden,” zegt zij.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com