Wereldwijd zijn overheden van plan om 120 procent meer fossiele brandstoffen te produceren in 2030 dan de hoeveelheid die de in het Akkoord van Parijs afgesproken maximale opwarming van 1,5 graad Celsius zou garanderen, een aanzienlijke overschrijding.Alle belangrijke fossiele brandstoffen producerende landen, waaronder de Verenigde Staten, China, Rusland, Saoedi-Arabië, India, Canada en Australië, hebben ambitieuze plannen om de productie op te schroeven, volgens een nieuw rapport van vooraanstaande onderzoeksorganisaties en de Verenigde Naties.
In 2018 was de CO2-uitstoot door fossiele brandstoffen 37,1 miljard ton, een nieuw record. Het is onmogelijk om deze uitstoot te verlagen zonder de productie van fossiele brandstoffen te verlagen, aldus Michael Lazarus, een van de hoofdauteurs van The Production Gap Report en de directeur van het Amerikaanse centrum van de internationale non-profitorganisatie Stockholm Environment Institute.
Op basis van openbare overheidsdocumenten wordt in het rapport geconcludeerd dat de plannen van landen om hun steenkool-, olie- en gaswinning op te voeren inhouden dat er in 2030 120 procent meer wordt geproduceerd dan de hoeveelheid waarbij de opwarming van de aarde beperkt blijft tot 1,5 graden. De plannen betekenen onder meer dat er 280 procent meer steenkool zou worden geproduceerd. Dat zou een opwarming van de aarde opleveren van meer dan 4 graden, aldus Lazarus.
“Dit rapport laat voor het eerst zien hoe groot de discrepantie is tussen de Parijsdoelen en de beleidsvoornemens van landen op het gebied van steenkool-, olie- en gaswinning,” zegt hij. “Zelfs landen die zichzelf voortrekkers noemen op klimaatgebied, zoals Canada en Noorwegen, zeggen ook dat ze de export van fossiele brandstoffen willen maximaliseren,” zei hij in een interview.
Door zo’n stijging van de wereldwijde temperatuur zou het smelten van de ijskappen op aarde versnellen, waardoor de zeespiegel stijgt; zou het aantal zware stormen toenemen, evenals de hoeveelheid regen die ze meebrengen; zouden dieren worden gedwongen een nieuw leefgebied te vinden doordat hun huidige omgeving opwarmt; en zou het risico op besmettelijke ziekten voor mensen toenemen, om maar enkele effecten te noemen.
Het rapport introduceert volgens Inger Andersen, directeur van het VN-Milieuprogramma een nieuw begrip, het ‘fossiele-brandstoffen-productiegat’ (fossil fuel production gap) “een nieuw cijfer dat duidelijk aangeeft hoe groot het gat is tussen de toenemende productie van fossiele brandstoffen en de afname die nodig is om de opwarming van de aarde te beperken.”
“Wat mij betreft is het rapport schokkend, maar niet verrassend,” zegt energie-econoom Gernot Wagner van de New York University. Zelfs wanneer het verbruik van fossiele brandstoffen in 2030 20 procent hoger is dan nu “levert dat een enorm systemisch risico op” voor de aarde, stelt Gernot, die niet bij het rapport betrokken was.
“De prikkels voor de winning van fossiele brandstoffen zijn volkomen verknipt. Wereldwijd wordt het gebruik van fossiele brandstoffen nog steeds gesubsidieerd, maar liefst met zo’n 500 miljard dollar per jaar,” schrijft hij in een e-mail.
Door de huidige investeringen in nieuwe infrastructuur voor fossiele brandstoffen wordt de productie van fossiele brandstoffen ‘vastgelegd’. Als alle plannen doorgaan, zullen landen in 2030 40 tot 50 procent meer olie produceren dan de hoeveelheid waarbij de opwarming van de aarde beperkt blijft tot 2 graden Celsius. In een spraakmakend rapport waarschuwde de IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) vorig jaar dat een opwarming van 2 graden enorme nadelige gevolgen en kosten met zich mee zou brengen.
“De Verenigde Naties hebben voor het eerst glasheldere cijfers gepresenteerd: we moeten ogenblikkelijk stoppen met de uitbreiding van de fossiele-brandstoffen-industrie,” zegt May Boeve, directeur van de internationale milieuorganisatie 350.org.
Overheden zijn de sleutel
Van de 27 landen die fossiele brandstoffen produceren, zijn de negen grootste goed voor twee derde van de wereldwijde CO2-uitstoot door fossiele brandstoffen, vertelt hij. De Verenigde Staten produceert momenteel meer olie en gas dan welk ander land ook, en is de op een na grootste producent van steenkool. De Amerikaanse Energy Information Administration voorspelt dat de olie- en gaswinning in 2030 30 procent hoger ligt dan het huidige niveau. De VS is begonnen met het proces om zich terug te trekken uit het Parijs-akkoord.
Regeringen verlenen de vergunningen voor de winning van fossiele brandstoffen en kennen subsidies toe voor de productie en consumptie. Daarom moeten zij het voortouw nemen in het afbouwen van de productie ervan, stelt Stephen Kretzmann van Oil Change International, een Amerikaanse non-profit onderzoeksorganisatie die zich richt op de kosten van fossiele brandstoffen.
Onlangs kondigde Californië, de op vijf na grootste Amerikaanse staat wat betreft oliewinning, een grootschalig beleidsvoornemen aan om de olie- en gasproductie in de staat af te bouwen, vertelt hij. “Zo ziet echt klimaatleiderschap eruit.”
Gouverneur Gavin Newsom heeft gezegd geen goedkeuring te verlenen voor nieuwe fracking-projecten voor olie en gas in de staat, tot de resultaten bekend zijn van onderzoek door een onafhankelijk panel van wetenschappers. Dit is een stap in het “afbouwen van onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en het verleggen van onze focus op schone energiebronnen,” zei Newsom in een verklaring.
Landen hebben verschillende opties voor het dichten van het fossiele-brandstoffen-productiegat, bijvoorbeeld door het zoeken naar en winnen van dergelijke brandstoffen te beperken, subsidies in te trekken en toekomstige productieplannen af te stemmen op de klimaatdoelen. Het rapport gaat uitgebreid in op binnenlandse beleidsmogelijkheden voor overheden die het aanbod van fossiele brandstoffen beperken, of in ieder geval niet subsidiëren, stelt Steve Davis, klimaatonderzoeker aan de University of California in de Amerikaanse stad Davis, die ook meeschreef aan het rapport.
Het afbouwen van de productie van fossiele brandstoffen moet gebeuren op een manier dat de mensen die daardoor sociaal en economisch worden geraakt, niet achterblijven, concludeert het rapport. Duitsland, een van de grootste steenkoolproducenten ter wereld, zal in 2038 alle steenkoolcentrales hebben gesloten, en een einde hebben gemaakt aan de winning van bruinkool. Het land heeft 47 miljard euro aan overheidssteun gereserveerd om mensen die door die maatregel worden getroffen te compenseren.
“Ondanks ruim twintig jaar klimaatbeleid ligt het productieniveau van fossiele brandstoffen hoger dan ooit,” zegt Måns Nilsson, de algemeen directeur van het Stockholm Environment Institute. “Dit rapport toont aan dat de aanhoudende overheidssteun voor de winning van steenkool, olie en gas een groot deel van het probleem is. We zitten in een diepe put - en we moeten ophouden met graven.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com