Dit verhaal is tot stand gekomen in samenwerking met Nespresso.
Op de groene hellingen van Ciwidey in West-Java hurkt Lip Saripah neer. Met haar vingers drukt ze de zaailingen van zijn Arabicabonen voorzichtig in de aarde, met de kiempuntjes naar beneden. Geen dag gaat voorbij zonder dat de koffieboerin haar plantjes bekijkt – hoe ze ontkiemen, hoe het eerste blaadje verschijnt, hoe ze groter worden.
Na 180 dagen zijn de boompjes sterk genoeg om te verhuizen naar de plantage. Daar groeien ze tot volwassenheid in de schaduw van inheemse bananen- en avocadobomen. Saripah moet dan nog wel even geduld hebben: pas na drie jaar leveren haar arabicastruiken bessen op die geoogst kunnen worden. Gaat dat goed, dan produceert de plant vijf tot zeven jaar lang prachtige karmijnrode koffiebessen – zo’n vijf kilo per seizoen.
Betere bonen als beloning
Goede koffie begint bij boeren die verschil willen maken. Zoals Saripah, links te zien op de afbeelding bovenaan, die net als 6900 andere koffieboeren in Indonesië is aangesloten bij het AAA-programma. Deze lokale landbouwondernemers kiezen niet langer voor winstmaximalisatie, maar voor zorg en aandacht voor kwaliteit. Zij weten inmiddels: wie de natuur als bondgenoot behandelt, wordt beloond met betere bonen.
Het programma, dat Nespresso in 2003 samen met de Rainforest Alliance introduceerde, is niet alleen bedoeld om de kwaliteit van koffie te verbeteren, maar ook om de veerkracht van de lokale gemeenschap te vergroten. Boeren krijgen advies om hun plantages slim in te richten en hun gewassen te versterken. Ze leren composteren, volgen Engelse les en leggen moestuinen aan om hun inkomsten te vergroten.
Ook krijgen ze toegang tot pensioenspaarplannen en klimaatgewassenverzekeringen. Wereldwijd doen al meer dan 17.500 boeren mee aan deze programma’s voor financiële weerbaarheid. En omdat Nespresso een goede prijs betaalt voor de koffie, kiezen steeds meer jonge boeren ervoor om het vak van hun ouders voort te zetten. Zo wordt een toekomst in koffie weer aantrekkelijk.
Bijna alles met de hand
Als de bessen eenmaal rijp zijn, trekt Saripah met haar familie de plantage in om te plukken. Enkel de pure rode bessen belanden in de rieten mandjes, stuk voor stuk, met de hand. Daarna worden de bonen zorgvuldig gewassen en gefilterd, en in de zon te drogen gelegd – tot er nog maar 12 tot 14 procent vocht overblijft.
Na drie weken rusten in jute zakken brengt Saripah de bonen naar de Dry Mill. Daar draait alles om precisie. In de ‘howling room’ wordt het vliesje van de boon gehaald en worden de bonen gesorteerd: eerst op vochtigheid, dan op formaat en kleur. Wat de eindstreep haalt, wordt met de hand nog eens gecheckt op imperfecties.
De laatste proef
Voordat de koffie naar het buitenland wordt verscheept, gaat van elke zak een sample naar Antwerpen voor de smaakproef: het cuppen. Dat wordt gedaan door experts die getraind zijn in het proeven van koffie. Ze letten op aroma’s, zoetheid, mondgevoel, nasmaak, uniformiteit en balans en bepalen of de koffie voldoet aan Nespresso’s strenge smaakeisen.
Scoort een partij op al deze punten goed? Dan worden de bonen naar Zwitserland gestuurd, waar ze worden gebrand, gemalen en ingepakt. Is de score te laag? Dan wordt de koffie niet verspild, maar tot compost verwerkt of verkocht aan andere koffiekopers. Zo voedt zelfs een afgekeurde boon uiteindelijk het ecosysteem.