Onze twee boten liggen strak op koers richting een mysterieus atol: Temoe. Volgens zeelieden en vissers die er schipbreuk leden, en die het kunnen navertellen, is deze plek haast onbereikbaar. Onze 29-jarige schipper Félicien is naar verluidt de enige die weet hoe je de lagune van Temoe veilig bereikt. Geregeld werpt hij een blik op het kompas en stuurt, afhankelijk van wind en golven, steeds een beetje bij. Onvermoeibaar houdt zijn vriend Mahei zijn aluminium boot al twee uur lang in lijn met de onze. De bruisende boeggolven die we keer op keer over ons heen krijgen, drogen door de zon en de hoge vaarsnelheid razendsnel op. Mijn huid voelt strak van het zout. Met de vredige baai van Gambiers en de hoofdplaats Mangareva in de rug zijn we op weg naar het veertig kilometer verderop gelegen atol Temoe, in het oostelijkste deel van Frans-Polynesië. Het eiland is sinds 1838 onbewoond en haast nooit zet iemand er voet aan wal. Doordat het binnenmeer van de atol is afgesloten van zee, is deze plek nauwelijks te bereiken. Bovendien wordt het eiland van alle kanten bestookt door de ruwe golven van de Grote Oceaan.

Flicien met zijnvrouw Christelle enzoon Kauai
Félicien met zijn vrouw Christelle en zoon Kauai.
Julien Girardot

Wetenschappers doen hier al twintig jaar onderzoek naar grafheuvels van steenkoraal: monumenten die unieke informatie opleveren over eeuwenoude begrafenisrituelen in de Polynesische cultuur. De vindplaats is van onschatbare waarde, vooral omdat de monumenten nog vrijwel geheel intact zijn. Er was echter maar één man die de onderzoekers naar deze plek kon brengen: visser Tepano. Hij was de enige die de ruwe zee hier goed genoeg kende om boten veilig de lagune in te loodsen. Maar in 2012 overleed Tepano. Gelukkig had hij voor zijn dood zijn zoon Félicien geleerd hoe hij het rif over kon steken. Met Tepano’s opvolger aan het roer krijgen we Temoe in zicht: het atol verschijnt als een fata morgana aan de horizon. Ons bezoek staat echter niet in dienst van de wetenschap, wij verblijven twee dagen op dit smalle strookje land aan het einde van de wereld om kreeften te vangen.

Félicien is nog geen dertig jaar oud, maar lijkt door zijn gebeeldhouwde gezicht, zongebruinde huid en ondoorgrondelijke blik een jaar of tien ouder. Achter zijn stoere uiterlijk gaat een bescheiden, gevoelige en gereserveerde man schuil. En laat je niet van de wijs brengen door zijn tengere lichaamsbouw, want deze man is sterk. Het is een beladen dag voor hem: met dit bezoek aan Temoe treedt hij in de voetsporen van zijn vader. Een eerbetoon aan de man die zijn passie voor en kennis over de zee overdroeg op zijn zoon en hem leerde te vertrouwen op zijn intuïtie.

Het onbewoonde atol Temoe vanuit de lucht
Het onbewoonde atol Temoe vanuit de lucht.
Julien Girardot

GOLVEN TELLEN

We naderen het atol in een bedaard tempo. Vol ontzag zien we hoe de enorme golven op het strand uiteenspatten. Ik heb mijn bedenkingen: zullen we straks echt voet aan wal zetten op dit rif? Zwijgend telt Félicien de golven, zo bepaalt hij wat het beste moment is om het rif over te steken. We gaan het dus echt doen. Mahei (22) luistert naar de instructies van zijn vriend, op wie hij blind vertrouwt – net als wij. Het is zijn eerste bezoek aan het atol en voor hem heeft deze expeditie veel weg van een inwijding.

Dan ineens, tussen twee sets golven door, geeft Félicien het teken. Samen met Mahei en fotograaf Julien probeert hij de eerste boot langs de doorgang te krijgen. Na elke golf verdwijnen ze even uit het zicht en van een afstandje lijkt het net of ze tegen het rif slaan, maar een paar angstige tellen later roept Julien dat alles in orde is. Félicien en Mahei duiken het water in en zwemmen naar ons toe. De tweede boot is aan de beurt, de boot waar ik me in bevind.

Flicien heeft een reuzenmakreel gevangen De vis meet 170 meter
Félicien heeft een reuzenmakreel gevangen. De vis meet 1,70 meter.
Julien Girardot

Op het aangegeven moment varen we snel naar het rif en zetten dan de motor uit. Er is onvoldoende water onder de kiel, dus we springen overboord en trekken de boot zo snel als dat gaat richting de kust. De golf voor ons trekt zich met een enorme kracht terug, terwijl de volgende zich aandient en een paar meter achter ons met oorverdovend lawaai uiteenspat. We kunnen de boot maar net houden. Het koraal knarst onder mijn gympen en in het kolkende water zie ik niet waar ik mijn voeten neerzet. Als ik in een spleet tussen het koraal stap, trek ik de boot met een ruk opzij. Mijn hart bonst van schrik. Opgejaagd door een reeks woeste golven die het precies op ons lijken te hebben gemunt, doorkruisen we de gevarenzone. Nog maar een meter of dertig en dan hebben we de kalme, heldere lagune van Temoe bereikt. Aan de noordoostrand van het atol richten we ons kamp in. Omringd door honderden heremietkreeften zijn we druk in de weer met tarpen, grond zeilen en hangmatten. Van onze aanwezigheid trekken de diertjes zich niets aan. In het licht van de ondergaande zon drinken we koffie bij een kampvuurtje – een korte rustpauze voordat we vanavond kreeften gaan vangen. Met waterdichte zaklampen in de hand struinen we het hele rif af, maar helaas. Meestal scharrelen deze schaaldieren ’s nachts op het rif hun kostje bij elkaar, maar door de woeste zee laten ze zich vanavond nauwelijks zien. Doodop en met een magere oogst keren we terug naar het kamp.

Krabbetjes doen zich tegoed aan schelpdieren
Krabbetjes doen zich tegoed aan schelpdieren.
Julien Girardot

De volgende ochtend lopen we langs de kust naar de beroemde grafmonumenten van steenkoraal. Deze koraalheuvels komen alleen in Polynesië voor, en de hoogste zijn te vinden aan de zuidoostkant van het eiland. Dat ze zo goed bewaard zijn gebleven, is te danken aan de geografische ligging van Temoe; tropische stormen slaan het atol meestal over. Bovendien lieten de missionarissen die in de negentiende eeuw op de Gambiereilanden opdracht gaven alle heidense monumenten te vernietigen het zeer afgelegen atol links liggen. De vrijwel ongerepte monumenten maken Temoe tot een mystieke plek, waarvan de kracht afstraalt op alle uithoeken van Polynesië. De eerbiedige houding van Félicien en Mahei bij het betreden van het eiland is wat dat betreft veelzeggend.

Een eind verderop zien we op het rif het wrak van een zeilboot liggen. Het vaartuig is uiteengevallen en het omringende koraal ligt vol met spullen uit de kajuit. Net als andere, laag in het water gelegen atollen, waarop afgezien van wat palmen niets groeit, verschijnt ook Temoe pas op de radar wanneer je het tot op een paar kilometer bent genaderd. Voor schepen die de Grote Oceaan doorkruisen, is dit een verraderlijke en gevaarlijke plek.

Ook s nachts is de zee ruig en houden de kreeften zich schuil Alleen deze krab duikt op in de vangst
Ook ’s nachts is de zee ruig en houden de kreeften zich schuil. Alleen deze krab duikt op in de vangst.
Julien Girardot

SCHIPBREUKELINGEN

In de verte zien we een donkere vlek. Een man. Julien en ik kijken onze gids vragend aan, we zouden hier toch alleen zijn? Hij komt naderbij, zichtbaar uitgeput. Het is Manu, een jonge man afkomstig van de Gambiereilanden. Er wordt Mangareva gesproken, een taal die ik niet spreek, maar uit hun wilde gebaren maak ik op dat zijn boot kapseisde toen hij een poging deed de lagune binnen te varen. Al snel bereiken we de plek waar het ongeluk plaatsvond. Moana, Manu’s scheepsmaat, zit ineengedoken naast de half gezonken boot met zijn hoofd tussen zijn knieën. Hij is in shock. Ze hadden in het dorp lucht gekregen van onze expeditie en dachten dat zij de lagune op eigen kracht konden bereiken. We vinden de motor, die losgerukt is van de boot en half in het water ligt. Op eigen houtje terugkeren gaat niet, de motor in onbruikbaar. Het voelt ongemakkelijk om hier te staan, naast twee jonge mannen die met deze roekeloze actie hun leven in gevaar hebben gebracht. De sfeer is bedrukt. De mannen schamen zich dat ze hebben gefaald en nu de hulp nodig hebben van Félicien, die wél weet hoe je het rif veilig oversteekt.

’s Avonds zitten we zwijgend bijeen in ons kamp. Om de beklemmende sfeer even te ontvluchten, wandelt Félicien met ons naar zijn aluminium boot. Hij vertelt: ‘Mijn vader heeft deze boot ooit gevonden, hier op het rif van Temoe. Het is vermoedelijk een sloep van een Japanse vissersboot, die hem waarschijnlijk op ruwe zee is verloren. De sloep lag hier op hem te wachten, als een geschenk van de zee. We hebben hem samen naar Mangareva gevaren,’ herinnert hij zich.

Félicien is de derde en jongste zoon van de alom gerespecteerde, witbesnorde Tepano, die in het dorp veel aanzien geniet. Hij bracht zijn hele leven door op zee, vissend vanuit zijn kano. ‘Vanaf mijn zesde mocht ik met hem mee, of het nu dag was of nacht. Hij legde me uit hoe alles moest. Vissen met een harpoen, een net of de lange lijn – hij leerde me alle technieken. En dat ik moest letten op de seizoenen, de weersomstandigheden en de zeevogels. Ook zei hij dat ik goed naar het geluid van de oceaan moest luisteren. Mijn vader leerde me dat de zee het altijd wint, dat ik me moet voegen naar haar grillen en dat ik mijn plaats moet kennen.’

Nadat Tepano op 19 maart 2012 overleed aan longkanker, keerde Félicien de zee een jaar lang de rug toe. ‘Het was te pijnlijk, ik kon het niet aan. Ik had tijd nodig, wij hadden samen op zee zo veel meegemaakt. Toen de zee weer begon te trekken, pakte hij het vissen weer op, maar nooit ging hij op pad met zijn vaders boot. ‘Die liet ik op het strand liggen. Ik keek er alleen even naar als ik erlangs liep. Pas na vijf jaar trok ik de boot weer de zee in,’ zegt hij, om vervolgens te bekennen dat deze trip naar Temoe de eerste tocht is die hij met de boot van zijn vader onderneemt.

Op de terugweg naar de Gambiereilanden Even buiten Temoe is het zeewater ruig
Op de terugweg naar de Gambiereilanden. Even buiten Temoe is het zeewater ruig.
Julien Girardot

MEEGESLEURD

De volgende ochtend liggen de boten klaar, de bagage stevig vastgesjord. Het is al lastig om de lagune te bereiken, maar er wegkomen is zo mogelijk nog moeilijker. Vooral nu onze karavaan is uitgebreid met een boot zonder motor. Kalm neemt Félicien de leiding over de operatie. We knikken zwijgend bij zijn uitleg, ons terdege bewust van de gevaren. We lopen naar de rand van het rif. De golven beuken fel tegen de boeg en ik zie mijn teamgenoten een ogenblik verdwijnen in het schuim. Félicien heeft zijn blik strak op de golven gericht. Hij telt ze en mag zich niet vergissen. Als we vol worden geraakt door een uitzonderlijk hoge golf houdt Julien zich niet langer staande. Hij wordt door de sterke branding mee - gevoerd tot onze gids hem een helpen - de hand toesteekt. Dan is het moment daar. We schieten uit de startblokken, het is noodzakelijk dat we de golf over zijn voor hij breekt en ons meesleurt. Het gaat goed, de eerste boot is erdoor, en dan de tweede. Bij de derde boot wordt Moana, die wat minder alert is dan de anderen, meegevoerd door een golf die hem hardhandig op het strand smijt. Aangedaan door wat hem zojuist is overkomen, weigert hij een tweede poging. Mahei, die hem te hulp schiet, ziet zich genoodzaakt hem met een touw vast te binden aan de boot, om hem te helpen wat sneller te zwemmen.

We zijn doordrongen van het gevaar van de onderneming. Het kostte maar liefst vier uur om de drie boten weer naar open zee te brengen, en dat we het hebben gered, is te danken aan niemand anders dan Félicien.

Moana’s benen zitten onder het bloed en ingetogen beantwoordt hij onze vragen. Als we ’s avonds Mangareva binnenvaren, voelt het alsof we een heel lange zeereis achter de rug hebben.

Zonder de expertise van Flicien is het bereiken van Temoe een hachelijke operatie
Zonder de expertise van Félicien is het bereiken van Temoe een hachelijke operatie.
Julien Girardot

PARANORMALE ENERGIE

Het verhaal over de reddingsactie maakt de tongen los in Rikitea, het grootste dorp. De visser Vaituma, een oude vriend van Tepano, is de eerste die ons opzoekt om het verhaal te horen. Hij is niet verbaasd: ‘Deze schipbreuk is niet alleen het gevolg van onervarenheid. Die jongens kwamen de lagune niet in omdat de voorouders het niet toestonden. Jonge mensen als zij tonen geen respect voor het verleden. Ze horen te weten dat je een plek als Temoe niet ongevraagd bezoekt. Daar bepaalt mana wat er gebeurt,’ zegt hij. Volgens de lokale bevolking manifesteert mana, een bovennatuurlijk verschijnsel, zich in heel Polynesië. Deze magische kracht kan schuilen in voorwerpen of op bepaalde plekken. Het is een paranormale energie die mensen de kracht geeft om tegenslagen te overwinnen. ‘Er huisde mana in Tepano,’ verzekert Vaituma ons. Hij stond in contact met zijn intuïtie en wist altijd precies wanneer hij in actie moest komen. Hij zou enorm trots zijn geweest op Félicien. ‘Tepano zag zijn zoon als een waardig opvolger, en nu weet ik helemaal zeker dat hij in diens voetsporen treedt. Hij is net zo sterk als zijn vader, en ik herken de wijze blik in zijn ogen.’ Vaituma is ontroerd, de herinneringen aan zijn vriend raken hem. Hij zwijgt een ogenblik en zegt dan: ‘Ik ben de enige van mijn generatie die nog leeft, Tepano is naar de hemel geroepen, maar de dood wil mij niet. Ik kan niet sterven,’ zegt hij met betraande ogen.

Flicien leerde van zijn vader Tepano hoe vis te vinden op volle zee de vogels de deining de wind  het zijn allemaal aanwijzingen Netvissen doet hij in de branding van het strand van Temoe
Félicien leerde van zijn vader Tepano hoe vis te vinden op volle zee: de vogels, de deining, de wind – het zijn allemaal aanwijzingen. Netvissen doet hij in de branding van het strand van Temoe.
Julien Girardot

Félicien laat niet zo veel los over het avontuur en is er zeker niet trots op. Hij baalt vooral dat we maar zo weinig kreeften hebben gevangen. In het dorp zoekt hij Kauai op, zijn zoontje van negen maanden, wiens tweede naam Tepano is. ‘Wanneer hij wat ouder is, gaan wij in de boot van zijn grootvader de zee op, en dan zal ik al mijn kennis aan hem doorgeven,’ zegt Félicien. Hij voegt eraan toe: ‘Natuurlijk zou ik graag zien dat hij ook visser wordt.’

Vaituma is een oude vriend van Tepano Hij poseert bij het graf van hun andere vriend Louis Labbeyi
Vaituma is een oude vriend van Tepano. Hij poseert bij het graf van hun andere vriend Louis Labbeyi.
Julien Girardot

Het verhaal van deze drie generaties draait om passie, cultureel erfgoed, lokale legenden en avontuur, en bezingt de lof van de zee. En van de bijzondere band tussen een vader en een zoon, een band die zelfs de dood niet kon verbreken. Twee dagen na onze terugkeer uit Temoe trekt Félicien er weer op uit met zijn boot. In zijn eentje, om zich op zee verbonden te kunnen voelen met zijn vader. ‘Daar is hij nu, dat voel ik.

Mahei en Manu slepen de laatste twee boten uit de lagune van Temoe
Mahei en Manu slepen de laatste twee boten uit de lagune van Temoe.
Julien Girardot

Journalist Charlotte Guillemot zeilde met haar schip Sun Odyssey 35 vanaf de Galápagoseilanden naar de Gambiereilanden. Een paar maanden later voegde fotograaf Julien Girardot zich bij haar om samen door Frans-Polynesië te trekken en reportages te maken.

ZO KOM JE ER

De bergachtige Gambiereilanden vormen de meest afgelegen archipel van Frans-Polynesië en liggen op 1600 kilometer van Tahiti. Het dichtstbijzijnde continent is Zuid-Amerika, ruim achtduizend kilometer verderop. Er komen weinig toeristen naar de door een groot rif omringde eilanden, maar wie een bezoek brengt, wordt met open armen ontvangen. Air Tahiti Nui vliegt eenmaal per week van Tahiti naar luchthaven Totegegie op Mangareva. airtahitinui.com

Deze reportage kwam tot stand met dank aan Plastimo en Air Tahiti Nui.

ONTDEKKING

De eerste keer dat officieel melding werd gemaakt van het bestaan van het atol was in 1797, toen de Britse zeeman James Wilson met zijn schip Duff op het eiland aankwam. Hij noemde het atol Crescent Island, Halvemaaneiland.

Toen de Franse fotograaf Julien Girardot in 2011 de Gambiereilanden voor het eerst bezocht, aan boord van het onderzoeksschip Tara, raakte hij bevriend met Tepano. Deze oude visser wist de 36 meter lange schoener destijds probleemloos over het koraal de lagune in te loodsen. Toen hij tien jaar later terugkeerde in Rikitea en op zoek ging naar Tepano, hoorde hij van diens zoon Félicien dat Tepano niet meer leeft. Geraakt door Juliens dierbare herinneringen aan zijn vader bood Félicien aan het duo naar Temoe te brengen en daar te vertellen over zijn familiegeschiedenis en zijn unieke band met de zee.