Op een unieke expeditie ondernam National Geographic-fotograaf Laurent Ballesta meerdere duiken in het ijskoude water rond Antarctica – de diepste onderzeese verkenning onder het pakijs van de Zuidpool ooit.
In oktober 2015, wanneer op het zuidelijk halfrond het voorjaar begint, voegde Ballesta zich bij een klein team van wetenschappers op het Franse onderzoeksstation Dumont d’Urville aan de Adéliekust van Oost-Antarctica. Tijdens hun 36 dagen durende onderzoeksmissie trok het team over pakijs dat al begon te scheuren, waardoor Ballesta en de anderen de kans kregen om door de drie meter dikke ijslaag te breken en tot zeventig meter diep onder de zeespiegel te duiken.
Ballesta werkt al tientallen jaren als onderwaterfotograaf op grote diepten. Eerder dook hij voor de kust van Zuid-Afrika tot een diepte van 120 meter om er zeldzame coelacanten te fotograferen, en in Frans-Polynesië dook hij 24 uur achtereen om het paaigedrag van 17.000 tandbaarzen vast te leggen.
Ditmaal was de onderneming niet eenvoudig, want ze vergde twee jaar aam voorbereidingen.
Eenmaal in Antarctica kostte het alleen al een uur om de speciale duikuitrusting aan te trekken. Toen alles gezekerd was, namen de duikers zo’n negentig kilo aan gewicht mee het water in. Zoveel ballast maakt zwemmen bijna onmogelijk, zegt Ballesta, maar zonder de speciale drysuits zouden de duikers binnen tien minuten sterven.
De vijf uur durende duiken in water van zo’n anderhalve graad graden onder nul – zout water blijft tot zo’n twee graden onder nul vloeibaar – zijn extreem pijnlijk.
Maar wat Ballesta op de oceaanbodem met zijn camera vastlegde, vergeleek hij met een “weelderige tuin.”
“Het water onder het Antarctische pakijs is als de Mount Everest: magisch en zó gevaarlijk dat je heel goed moet weten dat je dit wilt voordat je het water ingaat,” zei hij.
Op een diepte tussen de tien en vijftien meter waren kelpwouden, reuzenzeesterren en enorme zeespinnen – veel groter dan hun soortgenoten in warmere wateren – met het blote oog te zien.
Op zeventig meter diepte, de limiet van de duiken, was de biodiversiteit volgens Ballesta het grootst. Hoornkoralen, schelpdieren, zacht koraal, sponzen en kleine vissen vertoonden de “kleuren en uitbundigheid” van tropische koraalriffen.
Weer boven het ijs en terug in Europa kostte het volgens Ballesta zeven maanden voordat zijn beschadigde zenuwen weer waren hersteld van de extreme ervaring in het ijskoude water.
Hoewel de reis een intense ervaring was, was hij zeker de moeite waard, aldus Ballesta.
“Je kunt niet met een halfslachtig gevoel gaan, je kunt je passie niet fingeren. Daarvoor is het te veeleisend,” zei hij. “Maar dat is het wat deze opnamen en de ervaring om ze op een zo onvergetelijke plek te kunnen maken, zo uniek maken.”
Volg Casey Smith op Twitter.