De twee grootste vleermuizen van de Nieuwe Wereld, die in heel Midden-Amerika en delen van Zuid-Amerika voorkomen, zijn allebei vleeseters die jagen op dieren als muizen, kikkers en vogels.

De ‘wolharige onechte vampier’ en de ‘grote onechte vampier’ (die een spanwijdte van bijna een meter kan bereiken) mijden meestal de mens, en mensen hebben niets van deze dieren te vrezen – tenzij je mooie foto’s van deze vleermuizen wilt maken. De schuwe en wendbare zoogdieren vliegen meestal bij nacht en vinden het niet prettig om gevolgd te worden.

Dat betekende een grote uitdaging voor natuurfotograaf Anand Varma, die in 2015 begon aan een missie om de dieren voor een verhaal in de National Geographicte fotograferen.

De opdracht voerde hem naar het Mexicaanseschiereiland Yucatán, waar wetenschapper en National Geographic-onderzoeker Rodrigo Medellínde beide vleeseters bestudeert.

In het Biosfeerreservaat van Calakmul fotografeerde Varma een roestplaats van wolharige onechte vampiers in een oude Mayatempel. Ook volgde hij een groep grote onechte vampiers naar hun roestplaatsen in een stel naburige bomen.

Pogingen in het donker

Om zich voor te bereiden op het fotograferen van de vleermuizen bestudeerde Varma eerst de gewoonten van de dieren. Zo bracht hij vele nachten in de tempel door om te weten te komen wanneer de vleermuizen hun roestplaats verlieten en welke vliegroutes ze kozen. “Je moet weten wanneer je het flitslicht laat afgaan, op de milliseconde precies,” legt Varma uit.

Met vleugels en oren uitgespreid hangt een wollige onechte vampier aan een tak voordat hij gaat vliegen De vleermuizen hebben een lancetvormig neusblad  een aanhangsel dat vleermuizen gebruiken voor echolocatie  bovenop hun snuiten
Met vleugels en oren uitgespreid hangt een wollige onechte vampier aan een tak voordat hij gaat vliegen. De vleermuizen hebben een lancetvormig neusblad - een aanhangsel dat vleermuizen gebruiken voor echolocatie - bovenop hun snuiten.

Maar ook de dieren waren zeer nauwgezet: als Varma te dichtbij kwam, veranderden ze hun vliegroute gedurende enkele dagen of zelfs weken. En hij kreeg maar één kans per vleermuis, omdat ze maar eenmaal per nacht uitvlogen (waarna ze pas vele uren later terugkeerden).

Uiteindelijk koos Varma voor een opstelling waarin de camera onder een infraroodsensor was geplaatst. Als een vleermuis door de lichtstraal van de sensor vloog, ging er een flitslicht af.

Op die manier zette de vleermuis “zichzelf op de foto,” zegt Varma.

Uiteraard is dat erg bescheiden uitgedrukt. Na elke flits haastte Varma zich naar het fototoestel en de daarmee verbonden laptop om de opstelling telkens wat bij te stellen, totdat alles perfect klaarstond. Eén goede foto – een foto waar hij trots op kon zijn – kostte een week of langer om te maken, zegt hij.

De grote onechte vampiers die hun roestplaatsen in holle bomen hadden ingericht, waren nog lastiger om vast te leggen. Anders dan de vleermuizen in de tempel werden ze in hun vliegroutes niet beperkt door stenen muren, wat hun vlieggedrag veel onvoorspelbaarder maakte.

Bovendien scheidde een van de bomen waarin de dieren roestten, een giftig sap uit, wat Varma pas ontdekte toen hij erin was geklommen. Hij kreeg overal bultjes, moest naar het ziekenhuis en hield er zelfs littekens op zijn arm aan over – ongewilde souvenirs van zijn kennismaking met vleesetende vleermuizen.

Varma fotografeerde ook de dieren die door Medellín werden bestudeerd. De bioloog had zijn studieobjecten in vogelkooien gezet om ze te kunnen observeren bij het achtervolgen en verorberen van muizen.

Een Mexicaanse vrijvliegende vleermuis in closeup terwijl hij zijn grot verlaat om te jagen Elke nacht van maart tot oktober stromen 15 miljoen van deze vleermuizen uit van onder een brug in Austin in Texas

Daarbij werd al snel duidelijk dat de vleermuizen intelligent waren en verschillende persoonlijkheden hadden. Ze waren dus niet louter “griezelige nachtwezens,” zegt Varma.

Nieuwsgierigheid teweegbrengen

Varma raakte gefascineerd door deze dieren toen hij opgroeide in Atlanta in Georgia, waar hij vaak wandeltochten maakte en uit kamperen ging. Aanvankelijk wilde hij bioloog worden, maar op de universiteit ontdekte hij de fotografie en besefte hij dat hij z’n brood kon verdienen met het verkennen van de natuur; niet door gegevens te verzamelen maar door foto’s te maken.

Vóór zijn vleermuizenproject, waarvoor hij in een periode van anderhalf jaar vijf reizen maakte, maakte hij video-opnamen van kolibries in slow motionen legde hij met behulp van timelapse-foto’s het opgroeien van bijen in hun kolonie vast.

Bij het fotograferen van vleermuizen en andere dieren probeert Varma zijn fototoestel te gebruiken “om aspecten van de wereld te laten zien die met het blote oog moeilijk zijn waar te nemen.”

“Ik probeer de vele lagen van complexiteit in onze natuurlijke wereld af te pellen en een gevoel van nieuwsgierigheid over deze complexiteit op te wekken.”