Gekweekte exemplaren van enkele van de grootste en meest bedreigde zoetwatervissoorten in de wereld – waaronder een anderhalve meter lange Mekong-reuzenmeerval – zijn deze maand uitgezet in het Cambodjaanse Tonlé Sapmeer, het grootste meer van Zuidoost-Azië. Wetenschappers hopen dat de uitgezette vissen zullen overleven en het herstel zullen inluiden van wilde vispopulaties die na tientallen jaren van overbevissing, de aanleg van stuwdammen en andere ingrepen van de mens sterk in aantallen achteruit zijn gegaan.
Die dreigingen bestaan nog steeds en de uitgezette vissen – naast twee reuzenmeervallen ook Siamese reuzenkarpers en ‘regenbooghaaien’, een andere reuzenmeervalsoort – worden beschouwd als sleutelsoorten die aangeven in hoeverre de visstanden in het meer, waarvan miljoenen Cambodjanen afhankelijk zijn, worden bedreigd.
‘Dit uitzetproject is belangrijk, maar het is een eerste van vele stappen, die allemaal nodig zullen zijn om de populaties van deze reuzenvissen op lange termijn te herstellen,’ zegt Zeb Hogan, de visbioloog aan de University of Nevada in Reno die het project coördineert in het kader van een breder onderzoek van USAID (US Agency for International Development) dat hij leidt, het Wonders of the Mekong Project.
Lees ook: Deze angstaanjagende vis krijgt elke dag 20 nieuwe tanden
Het Tonlé Sapmeer wordt gevoed door de rivier de Mekong, die door zes landen stroomt. Het stroomgebied van de Mekong is een van de hotspots van biodiversiteit op aarde, waar bijna duizend verschillende soorten zoetwatervissen voorkomen, waaronder enkele van de grootste ter wereld.
Grote zoetwatervissen behoren tot de meest bedreigde diersoorten op aarde, zo blijkt uit onderzoek. Volgens Hogan zijn de populaties van de Mekong-reuzenmeerval, die de omvang en het gewicht (driehonderd kilo) van een grizzlybeer kan bereiken, en de Siamese reuzenkarper, die bijna net zo groot kan worden, in de afgelopen decennia met meer dan negentig procent in aantallen afgenomen. Hogan bestudeert de reuzenvissen van de regio al vele jaren, maar heeft sinds 2015 geen Mekong-reuzenmeerval meer in het wild gezien.
Een andere soort, de ‘regenbooghaai’ (Pangasianodon hypophthalmus), is een reuzenmeervalsoort die ruim 1,20 meter lang kan worden. Van deze soort zijn deze maand grotere aantallen in het meer uitgezet, want de vis was ooit een van de meest gevangen en gegeten soorten in de regio. Maar ook de regenbooghaai is sterk in aantal achteruitgegaan en wordt nu geclassificeerd als ‘met uitsterving bedreigd’.
‘Deze grote vissen zijn de eerste soorten die verdwijnen als er sprake is van overbevissing,’ zegt National Geographic-onderzoeker Hogan.
Zie ook: Deze spugende vis kan gezichten herkennen en onthouden
Veel grote vissen in het stroomgebied van de Mekong worden nu gekweekt. Maar het uitzetten van gekweekte exemplaren is problematisch, want door een gebrek aan genetische diversiteit zullen deze exemplaren zich misschien niet kunnen voortplanten.
De vissen die deze maand zijn uitgezet, zijn daarentegen grootgebracht in een onderzoekscentrum in het zuidoosten van Cambodja, maar zijn daar niet gekweekt. Ze zijn in het wild gevangen toen ze nog zo klein waren dat nog niet kon worden vastgesteld tot welke soort ze behoorden.
De anderhalve meter lange Mekong-reuzenmeerval behoort tot vijf exemplaren die door een plaatselijke vishandelaar aan het centrum zijn afgestaan. De koopvrouw had de vissen dertien jaar geleden gevangen toen ze niet veel groter waren dan zandkorreltjes, niet beseffend dat ze ooit tot kolossale meervallen zouden uitgroeien die niet langer in haar vijver zouden passen.
Lange weg
De terugkeer van de bedreigde vissen naar de wilde natuur begon op 2 maart rond acht uur ’s avonds, toen twee bestelauto’s met daarin tanks vol zuurstofrijk water vanaf het onderzoekscentrum vertrokken. In de ene bestelauto werden honderden ‘regenbooghaaien’ getransporteerd, naast enkele tientallen juveniele Siamese reuzenkarpers, de nationale vis van Cambodja. De andere bestelauto vervoerde twee Mekong-reuzenmeervallen.
Het transport vond ’s avonds en ’s nachts plaats en de bestelwagens arriveerden bij het krieken van de dag in de noordwestelijke stad Siem Reap. Daar werden de vissen tijdelijk in vijvers en tanks gezet, waarna ze de volgende ochtend op bootjes naar het uitgestrekte Tonlé Sapmeer werden gebracht en daar in een visreservaat van de overheid werden uitgezet. Van de ruim 1500 vissen die werden overgebracht, heeft slechts één exemplaar, een regenbooghaai, de lange reis niet overleefd.
Om de herintroductie van vissoorten tot een succes te maken, moet het ecosysteem waarin de vissen worden uitgezet gezond genoeg zijn om hun overlevingskansen op lange termijn te waarborgen. Uit een onderzoek dat enkele jaren geleden in het tijdschrift Conservation Biology is verschenen, werd geconcludeerd dat ‘mislukte herintroducties’ bijna altijd waren te wijten aan het feit dat de oorspronkelijke oorzaken van de achteruitgang van vispopulaties in een bepaald ecosysteem niet goed waren ingeschat.
Bij dat soort projecten ‘volstaat het niet om gewoon grote aantallen vissen uit te zetten, ook al is dat de eenvoudigste aanpak,’ zegt Jennifer Cochran-Biederman, biologieprofessor aan de Saint Mary’s University of Minnesota en hoofdauteur van dat onderzoek. ‘Men moet ook rekening houden met de bredere oorzaken van de verslechtering van de habitat, zoals watervervuiling, de klimaatverandering, stadsontwikkeling en de aanleg van stuwdammen. Dat alles maakt de zaak veel complexer.’
Het Tonlé Sapmeer, dat vruchtbare voedergronden voor talloze vissoorten omvat, is nog relatief ongerept, ondanks het feit dat de aanvoer van rivierwater naar het meer door de aanleg van stuwdammen verder stroomopwaarts wordt beperkt en het gebied al meerdere jaren kampt met droogte, die door de klimaatverandering nog wordt versterkt. (In 2022 zijn er weer hogere waterpeilen in het meer gemeten.)
Al met al is het meer een goede plek om bedreigde vissoorten een nieuwe kans te geven. ‘We weten dat exemplaren van deze soorten van oudsher het juveniele stadium van hun levenscyclus in dit meer doorbrengen,’ zegt Hogan.
Verreweg de voornaamste bedreiging van de vissoorten in het meer is overbevissing. Het Tonlé Sapmeer omvat verder de belangrijkste visgronden voor honderdduizenden Cambodjanen en is het grootste zoetwatervisgebied ter wereld.. Het openlijke gebruik van verboden visnetten en illegaal vistuig is wijdverbreid. Steeds vaker worden grote, zeewaardige vissersboten met reusachtige sleepnetten op het meer ingezet, in weerwil van de visserijregels.
Lees ook: Deze vreemde diepzeevis kan vier minuten lang zijn adem inhouden
Maar het Tonlé Sapmeer omvat ook een van ’s werelds grootste netwerken van visreservaten voor binnenwateren, waar helemaal niet gevist mag worden. Naast een keten van reservaten die zo’n tien jaar geleden door de overheid werd ingesteld, zijn er nog honderden kleinere visreservaten van plaatselijke gemeenschappen. Volgens milieubeschermers blijken deze kleine reservaten zeer goede toevluchtsoorden voor talloze vissoorten te zijn, vooral voor de grotere exemplaren.
‘Hoewel deze reservaten niet zo oud zijn als soortgelijke wateren in Zuidoost-Azië, vertonen ze vergelijkbare successen: in de reservaten leven meer vissen dan in wateren waar gevist mag worden,’ zegt Aaron Koning, een milieu-ecoloog aan de University of Nevada en National Geographic-onderzoeker die analyseert welke milieuvoordelen visreservaten opleveren.
Maar Koning en andere experts benadrukken dat deze kleine reservaten – zelfs als de regelgeving er wordt gehandhaafd, wat volgens waarnemers lang niet altijd het geval is in het Tonlé Sapmeer – op zichzelf niet genoeg zijn om bescherming te bieden aan vissoorten die binnen het stroomgebied van de Mekong over grote afstanden trekken om hun levenscyclus te voltooien. ‘De kans dat een vis wordt gevangen als hij zich eenmaal buiten deze reservaten en zelfs op het open meer waagt, is zeer hoog,’ zegt Koning.
De onlangs uitgezette vissen waren voorzien van een zendertje zodat de onderzoekers ze kunnen volgen en informatie kunnen verzamelen als de vissen opnieuw worden gevangen. Vissers krijgen een beloning als ze de zendertjes met daarop de informatie over de vangst overhandigen aan de onderzoekers.
‘Deze informatie zegt ons hoe hoog het niveau van overbevissing in het meer is, wat van cruciaal belang is voor het nemen van managementbeslissingen,’ zegt Ngor Peng Bun, visecoloog en hoofd van de faculteit voor visserij van de Koninklijke Landbouwuniversiteit van Cambodja.
Bij het uitzetten van de vissen was een grote groep functionarissen aanwezig, onder wie ook de directeur-generaal van het Cambodjaanse visserijwezen, Poum Sotha, die plaatselijke vissers opriep om aan het onderzoek mee te werken, maar er tegelijkertijd op wees dat iedereen die wordt betrapt op het doden van gemarkeerde vissen op juridische vervolging kan rekenen.
Er zijn inmiddels vroege aanwijzingen dat de vissers inderdaad meewerken. In de dagen na het uitzetten van de vissen werden veel vangsten gemeld, waaronder die van een Siamese reuzenkarper. De vis was verstrikt geraakt in een snaarval en werd uiteindelijk in een ander reservaat opnieuw uitgezet.
De bedoeling is om nog meer vissen uit te zetten. De onderzoekers hopen dat de vissen bij de volgende herintroductie uitgerust zullen zijn met zendertjes die ook geluidsgolven kunnen oppikken en verzenden, zodat de vissen beter gevolgd kunnen worden. Ook zijn ze van plan om vissen op andere locaties dan het Tonlé Sapmeer uit te zetten, zoals in diepe poelen in de Mekong, in het noorden van Cambodja, waar veel trekvissen vermoedelijk paaien.
‘Deze herintroductie is nog maar het begin,’ zegt Hogan. ‘Het is nodig om meer te doen en om uit te zoeken wat goed werkt en wat niet goed werkt. Zo kunnen we blijven leren en verbeteren, wat nodig is om deze emblematische vissen te redden.’
Hogan en zijn collega’s zullen de twee uitgezette Mekong-reuzenmeervallen nauwgezet volgen voordat ze zullen besluiten of de andere drie exemplaren in gevangenschap eveneens in het meer worden vrijgelaten. Hogan heeft er vertrouwen in dat als de grootste van de twee uitgezette kolossen opnieuw wordt gevangen, die vangst door vissers zal worden gemeld en dat de vis opnieuw in het meer zal worden uitgezet.
‘Het is zo’n enorme en unieke vis. Mensen herkennen hem meteen als iets unieks,’ zegt hij. Om de vis nog beter te beschermen, hebben de onderzoekers hem de naam ‘Samnang’ gegeven, wat in het Cambodjaans ‘fortuinlijk’ betekent.
De National Geographic Society wijdt zich aan het belichten en beschermen van de pracht van onze wereld en financiert het werk van National Geographic-onderzoeker Zeb Hogan. Chasing Giants: The Search for the World’s Largest Freshwater Fish, dat binnenkort verschijnt.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com