Het wilde, winderige weer op Neptunus is slechter geworden. Er is een nieuwe storm losgebarsten op een verrassende plek, in de buurt van de evenaar van de prachtige blauwe planeet.

Met een doorsnede ongeveer zo groot als de aarde, is het nieuwe stormsysteem te zien als een grote, heldere wolk, waaruit vermoedelijk methaanijs op de planeet ‘regent’. Op recente beelden van het Keck-observatorium op Mauna Kea in Hawaï, leek de wolk lichter te worden tussen 26 juni en 2 juli. Hij was onlangs, op 25 juli, zelfs nog aan het kolken.

Hoewel zich al eerder stormen ontwikkelden op Neptunus, is een storm van een dergelijke omvang nooit eerder gezien bij de evenaar van de planeet. De heldere onweerswolken van Neptunus vormen zich meestal dichter bij de polen.

“Deze storm is vreemd, omdat hij heel groot is en niet donker. Hij ziet er licht uit, dat heldere gedeelte bestaat waarschijnlijk uit een soort cirruswolken die bovenop een onweersbui daaronder liggen,” zegt Bryan Butler van het National Radio Astronomy Observatory. “En het lijkt een stabiel systeem te zijn, want het bestaat inmiddels al ongeveer een maand.”

Het gebeurt niet vaak dat we kunnen zien dat stormen zich ontwikkelen op de meest afgelegen reuzenplaneet van ons zonnestelsel. Neptunus staat gemiddeld zo'n dertig keer verder van de zon dan de aarde. Er is sinds 1989 geen ruimtevaartuig op bezoek geweest.

Dat betekent dat astronomen eigenlijk maar weinig afweten van deze wereld. Maar wat ze wel weten is dat de stormen van Neptunus met recordsnelheden van meer dan 1500 kilometer per uur door de atmosfeer van de planeet kunnen razen. De weerscondities op Neptunus horen bij de slechtste in het zonnestelsel, hoewel nog onduidelijk is hoe er in die koude wereld genoeg energie kan zijn voor de razende stormen.

Gezien de beschikbare observaties lijkt het er op dat heldere, ijzige sliertjes wolken ontstaan en weer verdwijnen, evenals de donkere, gigantische stormen die de planeet bedekken. De ruimtesonde Voyager 2 legde in 1989 een grote donkere vlek vast, een ovalen cycloon, die ongeveer even groot was als de grote rode vlek op Jupiter maar met een hogere windsnelheid. Maar tegen de tijd dat de Hubble-ruimtetelescoop in 1994 zo was gedraaid dat hij beelden kon maken van Neptunus, was de vlek verdwenen. Hubble registreerde in plaats daarvan enkele heldere wolken in het noorden.

Deze foto van Neptunus is een bewerking van twee opnamen gemaakt de kleinhoekcamera van Voyager 2 door de groene en heldere filters Op het beeld zijn drie verschijnselen te zien die Voyager 2 in de afgelopen weken heeft gefotografeerd In het noorden bovenaan is de grote donkere vlek te zien die gepaard gaat met heldere witte wolken die snel van gedaante wisselen Ten zuiden van de grote donkere vlek is het heldere verschijnsel zichtbaar dat van Voyagerwetenschappers de bijnaam Scooter kreeg Nog verder naar het zuiden is de donkere vlek 2 te zien die een heldere kern heeft De verschijnselen bewegen zich ieder met een verschillende snelheid oostwaarts waardoor ze maar af en toe dicht bij elkaar te zien zijn zoals op het moment dat deze foto werd genomen De Voyagermissie wordt uitgevoerd door JPL voor het Office of Space Science and Applications van de NASA

Toen Ned Molter, student aan de University of California in het Amerikaanse Berkely, deze gigantische wolk in juni voor het eerst in het vizier kreeg via Keck, dachten hij en zijn adviseur Imke de Pater dat het mogelijk om dezelfde storm ging die Hubble 28 jaar geleden al zag.

Maar dat was niet zo. Nu probeert het onderzoeksteam erachter te komen hoe het kan dat zo'n kolossale wolk zich vormde en op zijn plek blijft bij de evenaar van de planeet.

“Hij moet er minstens al een paar weken zijn dus … hij moet door iets bij elkaar worden gehouden,” aldus De Pater.

Een mogelijkheid is dat deze wolk evenals de gigantische storm die in 2011 over het oppervlak van Saturnus raasde, gewoon een onderdeel is van de bovenste atmosfeer dat uiteindelijk verdwijnt.

Een andere fascinerende mogelijkheid is dat de storm verankerd zit aan een diep, donker lagedrukgebied waardoor warmere gassen uit het binnenste van de planeet naar buiten komen. Wanneer die gassen in contact komen met de koude atmosfeer die de planeet omringt, condenseren ze tot wolken die helder licht uitschijnen naar de telescopische kijkers van Keck.

“Als de storm verbonden is met deze lagergelegen onweersbuien, dan duurt hij waarschijnlijk lang voort,” aldus Butler. “Het is mogelijk om via radio-observaties te zien wat zich onder de wolken bevindt, want daarmee kun je diep in de atmosfeer kijken. Maar dat is wel lastig.”

Toch zouden astronomen gebaat kunnen zijn bij het oplossen van enkele van de mysteries van de planeten die onze kosmische buren zijn. Daardoor kunnen ze mogelijk meer inzicht krijgen in de duizenden werelden buiten ons zonnestelsel die in het heelal werden gevonden met planeetzoekende ruimtevaartuigen als de ruimtelescoop Kepler van NASA.

“Wat zo belangrijk is aan de ijsreuzen, is dat de grote meerderheid van de planeten die door Kepler zijn gevonden de omvang hebben van ijsreuzen,” vertelt Butler. “Als we enig begrip willen krijgen van exoplaneten, moeten we zorgen dat we iets weten over Uranus en Neptunus.”