Volgende week zal een vuurbal aan de hemel van Saturnus het teken zijn dat er een einde komt aan een tijdperk: op eerbiedwaardige leeftijd neemt de Cassini-sonde afscheid.

Cassini begon in 2004 aan zijn onderzoek van het Saturnus-systeem. Ruim dertien jaar is de sonde langs en rond de geringde planeet en zijn vele manen gevlogen, waarbij ze miljoenen opdrachten heeft uitgevoerd en meer dan 450.000 foto’s naar de aarde heeft verzonden.

Hoewel het verleidelijk is om het ruimtevaartuig ook nadat het zijn brandstof heeft opgebruikt, tot een permanente bewoner van het Saturnus-systeem te maken, houdt de laatste wetenschappelijke missie van Cassini in dat ze in de atmosfeer van Saturnus afdaalt en zichzelf zal vernietigen.

“Het voelt alsof het einde van de missie veel sneller op me afkomt dan ik had verwacht,” zegt Cassini-wetenschapper Linda Spilker. “Op die laatste dag zal mijn gevoel een mix zijn van bedroefdheid en enorm veel trots op wat ze heeft bereikt.”

Het doek valt

Op 11 september zal Cassini door de aantrekkingskracht van de grote maan Titan een licht rukje krijgen, waardoor de sonde richting Saturnus zal worden gestuurd. Op 14 september zal het ruimtevaartuig rond 22.00 uur Nederlandse tijd zijn laatste foto maken. Daarna blijft het in permanent contact met de aarde staan terwijl het richting Saturnus afdaalt.

Op 15 september zal Cassini rond 12:30 uur Nederlandse tijd beginnen aan haar duik door het wolkendek van de reuzenplaneet. Naarmate de wrijving van de atmosfeer toeneemt, zal de sonde steeds sterker worden afgeremd, waarbij ze sterk wordt verhit en dan begint te tollen.

Uiteindelijk zal Cassini in vlammen opgaan en als een meteoriet een gloeiende baan aan de hemel van Saturnus trekken. Zelfs in zijn laatste momenten zal het ruimtevaartuig zijn positie nog richting de aarde oriënteren en zolang mogelijk gegevens versturen.

Wetenschappers verwachten rond 13:55 uur Nederlandse tijd het laatste signaal van Cassini, dat als een bericht uit de dood zal zijn: tegen de tijd dat het signaal door een radioantenne in Australië wordt opgepikt, zal de sonde al 83 minuten geleden in rook zijn opgegaan.

Daarna zullen we in de afzienbare toekomst niets meer uit het Saturnus-systeem vernemen.

Op weg naar Saturnus passeerde Cassini ook Jupiter waar de sonde in december 2000 het dichtst langs de gasreus scheerde Deze compilatiefoto in werkelijke kleuren van de grootste planeet van ons zonnestelsel is samengesteld uit beelden die door Cassinis kleinhoekcamera werden gemaakt

Blijvende erfenis

Het toeval wil dat Cassini precies één maand voor de twintigste verjaardag van zijn lancering zal opbranden. Het ruimtevaartuig werd op 15 oktober 1997 vanaf Cape Canaveral in Florida gelanceerd en arriveerde op 1 juli 2004 bij Saturnus. Daar begon het de wetenschappers meteen te verbluffen met beelden van de indrukwekkende planeet en zijn ruim zestig manen.

Eerder had Cassini het landingsvaartuigje Huygens naar Titan gezonden. Deze op één na grootste maan van het zonnestelsel is in een dichte, oranjekleurige sluier van stikstof gehuld waaronder meren en zeeën van koolwaterstoffen liggen verborgen. Maar dankzij Cassini weten we nu dat Titan tot de beste plekken in het zonnestelsel behoort waar we naar buitenaards leven kunnen zoeken.

Niet lang daarna registreerde Cassini hoe vanuit spleten op de zuidpool van Enceladus enorme geisers uitbarstten, een bewijs dat onder het ijzige oppervlak van deze kleine maan een enorme oceaan ligt verborgen . Net als Titan wordt Enceladus nu beschouwd als een van de beste plekken in het zonnestelsel om naar potentieel buitenaards leven te zoeken.

De twee manen zijn ook de reden waarom Cassini niet eeuwig in een baan rond Saturnus kan blijven vliegen.

De brandstoftanks van de sonde zijn bijna leeg, wat betekent dat ze spoedig ongecontroleerd door het Saturnus-systeem zou gaan vliegen en daar op een van deze twee interessante hemellichamen zou kunnen neerstorten. Maar hoewel duidelijk is dat de zelfvernietiging van Cassini wetenschappelijk gezien de beste keuze is, vinden veel leden van het missieteam het dieptriest dat hun geliefde sonde aan zijn einde komt.

“Ik vond het heerlijk om elke ochtend achter m’n computer te gaan zitten en even de laatste beelden te bekijken die van de sonde waren gedownload,” zegt Carl Murray van de Queen Mary University in Londen. “Het was bijna alsof je je eigen webcam had waarmee je de situatie aan de andere kant van het zonnestelsel in de gaten kon houden!”

Nu de ondergang van de sonde snel nadert, wemelt het op de sociale media van de klaagzangen, waaronder ook een permanente gil op een Twitter-account, waar iemand het vaarwel van Cassini duidelijk niet kan verdragen.

En dat geldt misschien wel voor heel veel mensen.