1. Maak je agenda maar vast leeg
Een nieuw hoofdstuk in de bemande ruimtevaart is bijna aangebroken, zoals blijkt uit de bouw van de Falcon Heavy-raket van SpaceX – de krachtigste sinds de Saturn V, die voor het Apollo-programma werd ingezet – en NASA’s ambitieuze missie om eind jaren twintig weer mensen naar de maan te brengen en begin jaren dertig Mars te bezoeken.
“Van de eerste raket met vloeibare brandstof die in de jaren twintig van de vorige eeuw werd gelanceerd – die 12,5 meter van de grond kwam en neerstortte in een koolveld – tot het maanlandingsprogramma veertig jaar later, zijn we een heel eind gekomen, maar geen mens heeft zich sinds 1972 buiten een lage omloopbaan rond de aarde gewaagd,” zegt Colin Stuart, fellow van de Royal Astronomical Society en auteur van het boek How to Live in Space. “Nu begint het ruimtetoerisme dichterbij te komen, en met de ontwikkeling door de NASA van de Lunar Gateway (‘Maanpoort’), vergelijkbaar met een International Space Station (ISS) in een omloopbaan rond de maan, proberen we de bemande ruimtevaart verder het zonnestelsel in te brengen. Wij maken het waarschijnlijk nog mee dat mensen weer naar de maan of zelfs naar Mars reizen.”
2. Stap nog een paar keer in de achtbaan
“Om tijdens een lancering van de aarde los te komen moet je een snelheid van elf kilometer per seconde halen, want dit is een grote planeet met een sterk zwaartekrachtveld,” legt Stuart uit. Dat komt neer op 39.600 kilometer per uur.
“Tijdens de lancering kun je korte tijd worden blootgesteld aan krachten van 5 tot 8 G.”
Astronauten worden daarop voorbereid met behulp van trainingen in centrifuges en tijdens parabolische vluchten. In de achtbaan Nemesis in Alton Towers, die een snelheid van 81 kilometer per uur bereikt, zul je een versnellingskracht van 3,5 G ervaren. “Astronauten moeten zorgvuldig in hun capsule worden geplaatst, zodat ze de G-krachten van voren naar achteren op hun borst opvangen, en niet van hun tenen naar hun hoofd, want dan zou hun bloed zich rond de hersenen ophopen en zouden ze ‘uitgrijzen’ – een situatie waarin ze niet goed meer kunnen zien en bijna flauwvallen.
3. Doe je yoga-ademhalingsoefeningen
“Met zoveel G-krachten op de longen is het moeilijk om adem te halen,” legt Stuart uit.
De druk is zó groot dat astronauten misselijk kunnen worden en moeite hebben om bij bewustzijn te blijven.
“Het is lastig om diep adem te halen, dus worden astronauten erop getraind hun longen vol te houden en hun ademhaling met korte ademteugen aan te vullen.”
4. Stop alvast met boterhammen eten
Goed nieuws: astronauten kunnen in de ruimte nu alles eten, van macaroni tot brownies.
“In de begindagen hadden astronauten tubes met appelmoes en gedroogd voedsel bij zich, maar tegenwoordig is het eten daarboven behoorlijk goed,” zegt Stuart. “Maar je mag geen brood eten, want dat veroorzaakt te veel rondzwevende kruimels.”
Volgens de NASA kunnen die kruimels ventielen blokkeren, de ogen van de astronauten irriteren en apparatuur besmetten.
“Astronauten eten tortilla’s in plaats van brood, vaak met pindakaas, om geen kruimels te veroorzaken. Ze gebruiken ook vloeibare vormen van zout en peper.”
5. Leer je eigen groenten verbouwen
“Verpakt voedsel moet vanaf de aarde worden aangevoerd, dus voor lange ruimtereizen is het beter om je eigen voedsel in de ruimte te verbouwen,” adviseert Stuart.
Het Vegetable Production System (‘Groentenproductiesysteem’, kortweg ‘Veggie’) van het ISS is een mobiele plantenkas waarin verse gewassen verbouwd kunnen worden.
“In 2015 hebben ze een krop sla met dit systeem geteeld, waarbij gebruik werd gemaakt van lichtbatterijen en dekens waarin voedingsstoffen waren verweven. Maar omdat er geen zwaartekracht is, groeien de planten vaak in een bolvorm. Op aarde zijn proeven gedaan met het verbouwen van planten op zogenaamde Mars-bodem, waarbij vulkanische grond van Hawaï wordt gebruikt. Daarbij zijn al erwten en radijsjes geproduceerd.”
6. Social media-verslaafden kunnen niet mee
“Psychologie is het voornaamste obstakel voor een missie naar Mars,” zegt Stuart.
“We weten gewoon niet wat er met de menselijke psyche gebeurt als iemand zo lang in isolatie leeft. Op het ISS zie je door het raampje de aarde. En je hebt internet. Je kunt iedereen bellen en de vertraging op de verbinding is slechts één seconde. Maar op weg naar Mars ben je alleen met de bemanning, in het diepe vacuüm van de ruimte. Er zit twintig minuten vertraging tussen een boodschap aan de aarde en het antwoord daarop. De situatie die daar nog het meest op lijkt, zijn mensen die op onderzoeksstations op de Zuidpool verblijven, maar een reis naar Mars zal toch heel anders zijn.”
7. Probeer eens te overnachten met de radio aan en de gordijnen open
Slapen in de ruimte is niet eenvoudig. “In het ISS zijn geen gewone bedden, want je bent gewichtloos,” legt Stuart uit.
“Normaliter slapen astronauten in een slaapzak, waarbij sommigen het niet erg vinden om rond te zweven, maar daarbij zou je ergens tegenaan kunnen stoten, dus anderen willen liever ergens aan vastzitten. Je kunt op de vloer, tegen een muur of op het plafond slapen – dat maakt niets uit. Vaak slapen ze rechtop, waarbij hun armen los zweven, net als bij zombies. Het grote probleem is het gezoem van de apparatuur. Dat kan flink veel lawaai zijn. Ook ervaar je aan boord van het ISS elk etmaal zestien zonsop- en zonsondergangen, dus elke drie kwartier wordt het licht. Dat verstoort je natuurlijke slaap-waakritme.”
8. Ga vaker naar de sportschool
“Als je de aarde verlaat, vindt je lichaam dat niet leuk,” zegt Stuart.
“Je skelet en je spieren hoeven zich niet langer tegen de zwaartekracht af te zetten en je lichaam overeind te houden, dus worden je botten week. Voor je botten is een verblijf van een halfjaar in de ruimte gelijk aan tien jaar aan natuurlijke veroudering, en ook je spieren kwijnen weg. Astronauten moeten zo’n vier uur per dag lichaamsoefeningen doen om dit te voorkomen. Daarbij maken ze gebruik van speciale tredmolens, drukbanken en hometrainers die weerstand bieden, zodat ze in de ruimte kunnen trainen.”
9. Oefen je toiletbezoek met militaire precisie
“Het probleem in de ruimte is dat alles zweeft,” waarschuwt Stuart. “Aan boord van het ISS hebben ze een toilet met een afzuigsysteem voor vaste ontlasting.”
De ontlasting wordt opgevangen in zakken, die uit het ruimtestation worden geschoten en dan in de atmosfeer verbranden. “Dus de volgende keer dat je een ‘vallende ster’ ziet, moet je bedenken dat het weleens de bevroren ontlasting van een astronaut kan zijn.” Urine wordt opgevangen in een buis met daaraan een afzuigslang.
“Mannen moeten oppassen dat ze niet per ongeluk aan de slang worden vastgezogen,” waarschuwt Stuart.
10. Maak je klaar voor een leven tussen dikke muren
In de ruimte vormt straling een groot gevaar voor mensen. “Op aarde worden we tegen de straling van de zon beschermd door de atmosfeer en het aardmagnetisch veld, maar in de ruimte valt die bescherming weg,” legt Stuart uit.
“Zelfs op het ISS, dat grotendeels nog binnen het aardmagnetisch veld vliegt, verhuizen de astronauten bij een zware uitbarsting van de zon naar het Russische gedeelte van het station, omdat de wanden daar dikker zijn. Maar op een missie naar Mars, die bestaat uit zes tot zeven maanden voor de heenreis, dertig dagen op het oppervlak van de planeet en nog eens zes tot zeven maanden voor de terugreis, zou een astronaut volgens een onderzoek worden blootgesteld aan zestig procent van de maximale hoeveelheid straling die hij tijdens zijn hele carrière mag oplopen. Dus een of ander beschermingsschild zal wel nodig zijn.”
Colin Stuart is fellow van de Royal Astronomical Society en auteur van het boek How to Live in Space.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.co.uk
Kijk naar een nieuw seizoen Mars: vanaf zondag 11 november om 21:30 bij National Geographic.