Benidorm moet het zeker niet van haar reputatie hebben. Stiekem vind ik het een heerlijke uitdaging om plekken te ontdekken die op het eerste gezicht niet meteen aantrekken. Ga je naar Spanje dan is een citytrip Barcelona, Valencia of Madrid veel voor de hand liggender. Dus ging ik op missie. Om de andere, groene kant van Benidorm te ontdekken en te bewijzen dat een reputatie ook achterhaald kan zijn.
Tapasbarretjes
De stad Benidorm is verdeeld in twee delen; Levante (oost) en Poniente (west), het oude centrum en de nieuwere wijken. Het strand van Levante en de straten daaromheen lijken op een drukke zomerdag helaas verdacht veel op een plaatje uit de geschetste vooroordelen. Gelukkig is het oude centrum een stuk stijlvoller; straten vol tapasbarretjes waar de locals aan het eind van de dag genieten van een hapje en een wijntje.
Geheel volgens Spaans gebruik moeten deze tentjes het niet hebben van de inrichting (lees: witte tegels, tl-licht), maar wel degelijk van het eten. En hun prijzen. Ik viel met mijn neus in de boter; het was Benidorm Tapas Week. Een straat vol met lokale wijnaanbieders en de slimme deal, een glas wijn en een tapas voor €2,-. Te midden van het eet- en feestgedruis valt inderdaad op dat de gemiddelde leeftijd hoger ligt dan in andere Spaanse steden. Maar is het er minder gezellig om? Nee! Daarbij is het ook logisch te verklaren; Benidorm heeft geen universiteit, dus jongeren verlaten de stad om te gaan studeren.
Bamboejungle
De Costa Blanca is heerlijk om op het strand te liggen bakken, maar heeft zoveel meer te bieden. Op jeepsafari door een heus bamboebos, waarbij de takken door het open dak zwiepen en het even lijkt alsof je in een ander contintent bent. Natuurlijke watervallen met heerlijk zwemwater, zo helder als bergmeren in de Alpen. En alles bloeit en is groener dan ooit. Terwijl je de bergen en de omliggende dorpjes inrijdt, blijft de skyline van Benidorm een mooi navigatiepunt. Bijzonder hoe concrete en jungle hier zo dicht bij elkaar liggen.
Tijdens een kayaktocht op zee maakte ik kennis met de Belgische Mark, eigenaar van watersportbedrijf Marco Polo, die honderduit vertelde over alle bijzondere dingen die hij tijdens zijn tochten tegenkomt. Je hebt de kans om in de vroege ochtend tussen de springende dolfijnen te belanden! Tussen de rotsen en spelonken door peddel ik over het heldere water, langs de imposante rotsen. Ik sta versteld van de diversiteit van de natuur, zowel qua omgeving als dieren. Een hele bijzondere gewaarwording; een maanvis aan de oppervlakte zien zwemmen. Zoiets zeldzaams had ik hier zeker niet verwacht.
Tijdens een snorkelsessie bij Benidorm-eiland (ook wel Pauweneiland genoemd), een natuurreservaat, blijkt de onderwaterwereld een aangenaam rijke verrassing. De gids is vooral lyrisch over een klein zwart visje, waarvan ik de naam uiteraard ben vergeten, wat alleen in zee zwemt als het water van goede kwaliteit is. De natuur krijgt overal de rust en ruimte die ze nodig heeft om zich te blijven ontwikkelen, ondanks het massatoerisme in de stad en de zee. Vanaf het eiland is het uitzicht over de skyline indrukwekkend. Zo groot als de flats zijn, zo weinig zie je eigenlijk terug van al die mensen.
De smaak van Benidorm
Net buiten Benidorm wordt er heerlijke lokale wijn geproduceerd bij Enrique Mendoza. In goede restaurants over de hele wereld wordt die geschonken. Het familiebedrijf heeft twee wijngaarden, waarvan een specifiek voor de productie van wijnen voor de familie. De andere Cabernet-, Merlot- en Pino Noir-druiven worden verbouwt voor zowel witte als rode wijn. De bodega is klein, Enrique schuift zelf maar al te graag aan om uitleg te geven over de wijnen en productie, die zo natuurlijk mogelijk gaat zonder pesticiden, ook 'groen' dus. Mijn favoriet is Estrecho Monastrell, rijk en fruitig van smaak, een tikkeltje stroperig als balsamico van structuur. Je proeft de bergen en de zee terug in de wijn en in combinatie met het uitzicht vanaf de bodega over de bergen, de zee en de Benidorm skyline, werd ik er even stil van.
In opdracht van Franco
Als je niet verder kijkt dan je neus lang is, is Benidorm inderdaad een dorp gemaakt voor vakantiegangers die niets liever willen dan zon, zee, strand en het goede leven. Ook niet gek als je een beetje in de geschiedenis duikt; Franco vond Benidorm een prachtig voorbeeld om de Spaanse economie op te krikken en Spanje uit haar isolement te halen. Samen met burgemeester Zaragoza*, de 'oprichter' van Benidorm die in 1950 aantrad, bedacht hij een plan om zowel Spanjaarden als toeristen aan te trekken. Zaragoza bedacht de massainrichting en onder zijn regime ontstond de eerste 'skyline van Benidorm'. Overigens stond in dat plan ook dat iedere skyscraper vanuit een hoek zeezicht moet hebben. Die regel geldt nog steeds voor nieuwbouw; zo blijft er genoeg ruimte tussen de gebouwen en kan iedereen blijven genieten van het uitzicht.
*Bron: Learning from Benidorm door Robert Berry
Benidorm heeft vele smaken, zowel op gastronomisch gebied als qua mensen die er naartoe komen. Gelukkig is de stad groot genoeg om dronken Engelsen te vermijden. In het hoogseizoen zijn er genoeg jonge mensen die het naar hun zin hebben bij één van de vele beach bars. De mix van toeristen en locals bij de tapas bars in het oude centrum brengt leven in de brouwerij.
Tips: Ga een balletje slaan op de golfbaan Campos de Golf Villaitana Golf, de perfecte manier om de groene kant van Benidorm te zien
En durf je het aan om Benidorm te bezoeken, vergeet dan niet deze hidden gem te bezoeken, Solotúla Restorante waar de vrouwelijke chef Sara Gomèz zich laat inspireren door Aziatische invloeden in de Spaanse tapas. Als je dit eenmaal hebt geproefd, zie je niet alleen de groene kant van Benidorm, maar zit je op een roze wolk.