Op zo'n vijftien kilometer van Quito, de hoofdstad van Ecuador, bevindt zich op de gekreukelde hellingen van de Andes een van de biologisch meest diverse, meest bedreigde plekken in de tropen.
Hier ligt, aan de voet van de Andes, een vallei. Rond de rivier die hier doorheen loopt, de Guayllabamba, speelt zich het opmerkelijke verhaal af van twee recent ontdekte soorten glaskikkers.
Een van deze soorten, de Hyalinobatrachium mashpi, leeft aan de zuidkant van de rivier, in de natuurreservaten Mashpi en Tayra. Deze twee naast elkaar gelegen stukken regenwoud zijn in particulier bezit en zijn samen zo'n 2500 hectare groot. De andere kikkersoort, Hyalinobatrachium nouns, bewoont de noordkant van de vallei in het Toisán-gebergte, een keten van steile bergen die apart ligt van het Andesgebergte, als een eiland dat boven een zee van groen drijft.
De beide soorten leven op ongeveer dezelfde hoogte, in vergelijkbare omstandigheden wat betreft vochtigheid en temperatuur. Ze zijn allebei van kop tot kont tussen de 1,9 en 2,1 centimeter groot (wat een standaardlengte is voor amfibieën). Op het blote oog zien ze er zo goed als hetzelfde uit, met een knalgroene rug die bedekt is met zwarte stipjes rond gele vlekken.
Lees ook: Bizarre gehoornde kikker herontdekt in Ecuador
Van onderaf gezien hebben ze het typische uiterlijk van een glaskikker: een volkomen doorzichtige buik waardoorheen een rood hart te zien is, een witte lever met bobbeltjes, een spijsverteringssysteem en bij de vrouwtjes een zak met groenachtige eitjes.
‘Toen we ze begonnen te verzamelen, dachten we eerst dat het een en dezelfde soort was,’ vertelt evolutionair bioloog Juan Manuel Guayasamin van de Universidad San Francisco de Quito. Hij was de hoofdauteur van het artikel dat onlangs werd gepubliceerd in het vakblad PeerJ waarin de nieuwe soorten werden beschreven.
Maar bij nadere bestudering van het DNA van de kikkers ‘ontdekten we tot onze verrassing dat er grote genetische verschillen waren.’
Nieuwe kikkers uitpluizen
Voor zover bekend leven er 156 soorten glaskikkers in het neotropisch gebied. Ze komen met name voor in het noordelijke deel van de Andes en Midden-Amerika.
In de afgelopen tien jaar hebben National Geographic Explorer Guayasamin en zijn collega’s DNA-monsters verzameld van glaskikkers. Daarvoor gingen ze het regenwoud in, maar ze onderzochten ook exemplaren in musea en particuliere verzamelingen in verschillende landen.
Lees ook: Oudste regenwoudkikkers ter wereld gevonden in barnsteen
Tot nog toe hebben de onderzoekers het genenmateriaal ontleed van zo'n 90 procent van de 150 bestaande soorten glaskikkers, zegt hij. Zo ontdekten ze dat H. mashpi en H. nouns genetisch gezien bijna vijf procent van elkaar verschillen. Dat is veel voor amfibieën die verder zoveel op elkaar lijken.
Daarnaast noemt Guayasamin het verrassend dat de beide groepen zo dicht bij elkaar leven, op slechts zo'n twintig kilometer afstand van elkaar.
‘We denken dat de vallei een barrière vormde waardoor deze twee kikkersoorten niet met elkaar konden mengen,’ aldus Guayasamin. Reden daarvoor is dat de vallei van de rivier Guayllabamba droger is dan de omringende hellingen en daar ook ecologisch van verschilt. ‘Wanneer populaties door een geografisch obstakel van elkaar worden gescheiden, stapelen de mutaties binnen elke groep zich op, waardoor ze na verloop van tijd genetisch verschillend van elkaar zijn.’
Wetenschappers noemen dit verschijnsel, waarbij de kenmerken die soorten van elkaar onderscheiden niet met het blote oog zichtbaar zijn, ‘cryptische diversiteit’, vertelt coauteur Jaime Culebras, die als onderzoeker werkzaam is voor de Fundación Cóndor Andino. Deze in Quito gevestigde non-profitorganisatie zet zich in voor het behoud van leefgebieden waarin veel kikkers voorkomen. Onder amfibieën komt cryptische diversiteit veel voor.
Naast genetische kennis maakten de onderzoekers ook gebruik van bioakoestiek (het nabootsen en uitzenden van dierengeluiden) om de verschillen tussen de kikkersoorten in het wild vast te stellen. Ze slaagden er echter alleen in om de roep van het mannetje van de H. mashpi op te nemen en om die te vergelijken met die van andere soorten binnen het geslacht Hyalinobatrachium.
‘Zijn geluid lijkt sprekend op dat van een krekel,’ vertelt Culebras (die ook natuurfotograaf is). ‘Maar ja, bepaalde krekels klinken dus ook precies als die kikker!’
Een schat aan diversiteit in de Andes
De vondst van de nieuwe glaskikkers toont aan hoeveel nieuwe soorten er nog zijn te ontdekken, met name in het tropische deel van de Andes, zegt herpetoloog Andrea Teran van het Centro Jambatu de Investigación y Conservación de Anfibios in Quito, die niet betrokken was bij het onderzoek.
Lees ook: Kikker met giftig (en opblaasbaar) achterste
‘Dit gebied zit topografisch gezien complex in elkaar, er zijn veel kleine deelgebieden die nog niet zijn onderzocht. Ook zijn er veel afgelegen gedeelten, waardoor veel soorten slechts in kleine gebiedjes voorkomen,’ zegt Teran. ‘Sterker nog, als het om de amfibieën in Ecuador gaat, vind je de grootste diversiteit in de Andes, niet in het Amazonegebied.’
Het tropische Andesgebied, waar delen van Venezuela, Colombia, Ecuador, Peru en Bolivia toe behoren, herbergt ruim duizend amfibiesoorten. Dat is twee keer zoveel als in het Amazongebied.
Bepaalde Ecuadoraanse amfibieën, zoals de recent ontdekte H. mashpi, leven zelfs vlak in de buurt van mensen binnen de gemeentegrenzen van Quito, vertelt Culebras.
‘Mensen realiseren zich niet dat de stad zich helemaal uitstrekt tot in de bergen. Daar leeft een verbluffende diversiteit aan levende wezens,’ zegt hij.
Maar mensen en hun activiteiten vormen ook een bedreiging voor deze dieren: de helft van de amfibiesoorten in de Andes wordt ernstig bedreigd door koper- en goudmijnen, zegt hij.
Volgens de IUCN (International Union for Conservation of Nature) zijn 10 soorten glaskikkers ernstig bedreigd, 28 soorten bedreigd en nog eens 21 kwetsbaar. Het is nog te vroeg om te zeggen of H. mashpi en H. nouns ook bij deze bedreigde dieren horen, maar Guayasamin vermoedt dat dit wel het geval is.
‘Dit is weer een geval waarbij de natuur lijdt onder onze kortzichtige en onbeheerste zucht naar bodemschatten.’
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com