In de jaren vijftig van de 20ste eeuw onderzochten wetenschappers voor het eerst hoe zangvogels hun liedjes leren. Ze ontdekten dat er treffende overeenkomsten bestaan tussen het gezang van vogels en de menselijke spraak. En dan was er nog Alex, een grijze roodstaartpapegaai die van psycholoog Irene Pepperberg had geleerd de klanken van het Engels te imiteren. Toen de vogel in 2007 op 31-jarige leeftijd kwam te overlijden, had hij ongeveer honderd Engelse woorden voor kleuren, voorwerpen, getallen en vormen geleerd.
Alex kon duidelijk woorden uitspreken als ‘groen’, ‘geel’, ‘wol’, ‘walnoot’, en ‘banaan’, en hij kon die klanken inzetten om met mensen te communiceren. Hij begreep ‘hetzelfde’ en ‘anders’, kon tot acht tellen, en begreep ook het abstracte concept ‘niets’. Alex kon uiting geven aan zijn verlangen naar huis door “terug” te zeggen, toen hij een keer ziek was en bij de dierenarts moest blijven. En elke avond wenste hij Pepperberg met dezelfde woorden welterusten: “Lief zijn. Tot morgen. Ik hou van je.”
De vaardigheid van Alex om taal te imiteren – en kennelijk ook om Engelse woorden in de juiste context te gebruiken – hebben geleid tot meer onderzoek bij papegaaien om erachter te komen wat aan de basis ligt van ‘vocaal leren’, het vermogen om betekenisvolle geluiden te imiteren. Dat is een vaardigheid die papegaaien gemeen hebben met zangvogels, kolibries, mensen, walvisachtigen en enkele andere diersoorten.
Die ontdekkingen hebben er uiteindelijk toe geleid dat een internationaal team het lang gehandhaafde model van Edinger van de hersenanatomie van vogels opnieuw is gaan onderzoeken.
In 2005 kwamen ze naar buiten met een nieuwe visie. Ze hadden ontdekt dat de hersenen van vogels wel degelijk beschikken over hersenstructuur die gelijkenis vertoont met de neocortex van zoogdieren en met andere hersengebieden die in verband worden gebracht met intelligent denkwerk. De structuur kreeg de naam pallium. Het team was voorstander van een nieuwe naamgeving en een nieuwe interpretatie van de hersenanatomie van vogels.
Nicola Clayton bestudeert de cognitieve vermogens van kraaiachtigen aan de University of Cambridge. “De hersenen van vogels en van zoogdieren zijn heel anders opgebouwd,” legt ze uit. “Zoogdierhersenen bestaan uit laagjes, zoals een clubsandwich, terwijl de hersenen van een vogel meer lijken op een pizza. Alle onderdelen zijn aanwezig, maar ze liggen niet op elkaar gestapeld.”
Kortgeleden ontdekten andere onderzoekers dat de neurale netwerken die aan de basis liggen van het langetermijngeheugen en van het nemen van beslissingen in de hersenen van vogels en zoogdieren erg veel gelijkenis vertonen. Sindsdien is er een hele reeks onderzoeken gedaan, zowel in laboratoria als in de natuur, waaruit blijkt hoe slim vogels zijn.
Deze tekst bevat enkele fragmenten uit de oorspronkelijke reportage. Het hele verhaal is te lezen in het februarinummer van National Geographic Magazine.