Al vele jaren luiden wetenschappers de noodklok over de rampzalige gevolgen van overbevissing, waarbij wilde zeediersoorten in zulke enorme hoeveelheden uit de oceaan worden gevist dat visbestanden niet langer op duurzame wijze worden aangevuld. Maar wereldleiders verkeren al twee decennia in een impasse als het gaat om pogingen om de aangerichte schade te herstellen.

Zeebiologen weten precies wanneer de wijdverbreide overbevissing van de wereldzeeën is begonnen. En ze hebben een tamelijk goed idee waar deze ontwikkeling op uit zal lopen als ze niet bijtijds wordt gestopt. Hieronder zetten we op een rijtje waar het bij dit probleem om draait, van de gevolgen van overbevissing voor de biodiversiteit tot het matige succes van schadebeperkende maatregelen.

Wat is de oorzaak van overbevissing?

De eerste tekenen van overbevissing doken op in de vroege negentiende eeuw, toen walvisvaarders op zoek naar lucratieve walvisblubber – waaruit lampolie werd gewonnen – de volledige populatie walvissen op de Stellwagen Bank voor de kust van Cape Cod uitroeiden. Ook veel commerciële vissoorten, waaronder kabeljauw, haring en de sardienen die voor de Californische kust werden gevangen, waren halverwege de negentiende eeuw als gevolg van overbevissing nagenoeg verdwenen. Deze geïsoleerde, plaatselijke uitroeiingen hadden een ontwrichtende uitwerking op de hele mariene voedselketen, die in de late twintigste eeuw inmiddels sterk was verstoord.

Halverwege de vorige eeuw werkten landen in de hele wereld hard aan de uitbreiding van hun visserijsector om een zekere en betaalbare aanvoer van eiwitrijke levensmiddelen voor hun bevolking veilig te stellen. Met behulp van voorkeursbeleid, leningen en subsidies ontstonden overal ter wereld grote industriële vissersvloten, die al snel veel meer vis en seafood vingen dan traditionele plaatselijke vissers.

Met steeds geavanceerder methoden en technologieën speurden deze omvangrijke vissersvloten de wereldzeeën af om commerciële vissoorten op te sporen, te vangen en aan boord te verwerken. De consument raakte al snel gewend aan de beschikbaarheid van een enorm aanbod aan betaalbare vis.

Maar in 1989, toen jaarlijks zo’n negentig miljoen ton vis aan de wereldzeeën werd onttrokken, had deze industrie zijn hoogtepunt bereikt; sindsdien zijn de visvangsten afgenomen of gestagneerd en is de visserij op de meest gewilde soorten, zoals keizerbaars, Antarctische diepzeeheek en blauwvintonijn, ingestort wegens gebrek aan vis. In 2003 werd in een wetenschappelijk rapport geschat dat het aantal grote vissoorten in de oceaan als gevolg van overbevissing was gedaald tot nog maar tien procent van het pre-industriële niveau.

Lees ook: Wereldzeeën worden leeggevist, ondanks internationale beloften

Overbevissing en biodiversiteit

Geconfronteerd met de ineenstorting van populaties van grotere vissoorten, begonnen commerciële vissersvloten steeds verder de oceaan op te gaan en zich op steeds kleinere soorten te richten. Dit ‘langs de voedselketen omlaag vissen’ (‘fishing down’) heeft een kettingreactie op gang gebracht die het oeroude maar fragiele evenwicht in de biosystemen van de wereldzeeën ernstig verstoort.

Zo blijken vooral koraalriffen zeer kwetsbaar voor overbevissing te zijn. Het evenwicht in deze ecosystemen wordt bewaard door plantenetende vissen die algen eten, waardoor ze het koraal schoon en gezond houden en dus de groei ervan bevorderen. Wanneer op koraalriffen te veel plantenetende vissoorten worden gevangen, hetzij doelbewust of als bijvangst, raakt het ecosysteem van deze riffen verzwakt en worden ze kwetsbaarder voor episoden van extreem weer en de gevolgen van de klimaatverandering. Ook kunnen de fragiele koralen die het fundament van een rif vormen fysiek worden vernield door visserstuig en afval van vissersvloten.

Door overbevissing wordt ook schade aangericht aan andere zeediersoorten dan vissen. In de trawlervisserij, een vismethode waarbij reusachtige, trechtervormige sleepnetten achter boten aan worden getrokken, worden niet alleen garnalen en blauwvintonijnen gevangen, maar ook talloze andere zeedieren die zich in het pad van de trawlers bevinden. Zeeschildpadden, dolfijnen, zeevogels, haaien en andere dieren worden allemaal als bijvangst van de trawlervisserij bedreigd.

Stappen tegen overbevissing

Naarmate vissersvloten in de loop der jaren steeds kleinere vangsten binnenhaalden, begonnen afzonderlijke landen in te zien dat de wereldzeeën niet oneindig groot zijn en oneindig veel vis bevatten, maar in werkelijkheid tamelijk kwetsbaar zijn. In 2006 werd in een onderzoek in het tijdschrift Science op grimmige wijze voorspeld dat alle commerciële visbestanden in de wereldzeeën tegen het jaar 2048 zouden zijn ingestort als het tempo van overbevissing ongewijzigd zou blijven.

Volgens veel wetenschappers kunnen talloze vispopulaties met behulp van ambitieuze quota’s en de intensieve handhaving van visverboden worden hersteld. Ook de toename van het aantal viskwekerijen zou een bijdrage aan dat herstel kunnen leveren. En in veel regio’s is er enige reden tot hoop.

In haar jaarverslag voor 2020 schreef de Food and Agriculture Organization (FAO) van de Verenigde Naties – die internationale regels voor het beheer van visbestanden opstelt – dat het percentage van visbestanden die op duurzame wijze grote hoeveelheden vis voortbrengen (het uiteindelijke doel van het visserijbeheer), licht is toegenomen.

Toch zijn er nog veel obstakels te overwinnen. Ongeveer een derde van de visbestanden in de wereld wordt overbevist, en het percentage aan vispopulaties die op duurzame wijze worden bevist, blijft jaarlijks afnemen. In het FAO-rapport valt te lezen dat deze achteruitgang vooral merkbaar is ‘op plekken waar er geen visserijbeheer aanwezig is of waar het ontoereikend is.’ Van de zeegebieden die door de organisatie in de gaten worden gehouden, telden de Middellandse Zee en de Zwarte Zee het hoogste percentage aan vispopulaties (62,5 procent) die op niet-duurzame wijze worden bevist.

Lees ook: Visserij vormt een bedreiging voor bossen die door vissen in leven worden gehouden.

Kunnen we overbevissing stoppen?

Een belangrijk obstakel voor het stoppen van deze schadelijke trend zijn de royale overheidssubsidies voor de visserijsector. Uit een internationaal overzicht blijkt dat er in 2018 wereldwijd maar liefst 22 miljard dollar aan zogenaamde schadelijke subsidies werd uitgegeven, oftewel subsidies waarmee overbevissing werd bevorderd. Dat betekende een toename van zes procent ten opzichte van 2009.

Destijds berichtte National Geographic dat met schadelijke subsidies praktijken worden gefinancierd die zonder die steun niet winstgevend zouden zijn. Zo worden de brandstofkosten van trawlervloten zwaar gesubsidieerd. En in de afgelopen tien jaar heeft China zijn schadelijke subsidies met 105 procent verhoogd.

Al sinds 2001 onderhandelen de lidstaten van de WTO (World Trade Organization) over de vraag hoe deze subsidies afgebouwd kunnen worden, zonder veel succes. En ondanks toezeggingen van de VN-lidstaten om tegen het jaar 2020 overeenstemming te bereiken, is die deadline zonder het bereiken van een oplossing verstreken.

In 2021 riep Ngozi Okonjo-Iweala, directeur-generaal van de WTO, de lidstaten van zijn organisatie op om tot een akkoord te komen. ‘Als dat niet gebeurt, zal dat ten koste gaan van de biodiversiteit van de oceanen en de duurzaamheid van visbestanden waarvan zovelen voor hun voedsel en inkomsten afhankelijk zijn.’

Het is onduidelijk of landen de politieke wil zullen opbrengen om inderdaad een oplossing te vinden, maar wetenschappers twijfelen er niet aan dat een WTO-akkoord een van de maatregelen is die nodig zullen zijn om de wereldzeeën te redden.

Noot van de redactie: Dit artikel is oorspronkelijk op 27 april 2010 verschenen en is geactualiseerd.

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in het Engels op nationalgeographic.nl