Als je potvissen onder water fotografeert, zijn er nogal wat zaken waar je op moet letten. Deze dieren brengen het overgrote deel van hun leven door in het duister en duiken maar af en toe op in het daglicht aan de oppervlakte. Het moet zonnig zijn en die zon moet de potvissen op precies de juiste manier belichten. De zee mag niet te zout zijn, want dan wordt de foto te vlekkerig of korrelig. Het is ook moeilijk om deze kolossen met een lawaaiige duikuitrusting te naderen, dus meestal moet je vrijduiken. En op die kostbare momenten tussen twee ademteugen in, wanneer golven en vinnen en ander zeeleven het water doen wervelen, ben je nog altijd bezig met het fotograferen van potvissen, die zo groot zijn als twee schoolbussen en zich op een heel bepaalde manier gedragen.

“Als je een Venn-diagram zou opstellen van de dingen die gelijktijdig moeten kloppen als je een foto van een walvis maakt, zou het overlappende deel in het centrum heel klein zijn,” zegt National Geographic-fotograaf Brian Skerry.

En toch is het hem gelukt. Zijn baanbrekende foto’s van walvissen staan in het komende meinummer van National Geographic en in een nieuw boek, Secrets of the Whales. En nu maken zo ook deel uit van de gelijknamige vierdelige serie op Disney+, die op de Dag van de Aarde, 22 april, in première gaat. James Cameron was de executive producer en Sigourney Weaver verzorgde het commentaar. (Bekijk hier de trailer.)

Een zuidkaper zwemt langs de zeebodem in de buurt van de Aucklandeilanden NieuwZeeland De enorme dieren kunnen tot wel 18 meter lang worden
Een zuidkaper zwemt langs de zeebodem in de buurt van de Aucklandeilanden, Nieuw-Zeeland. De enorme dieren kunnen tot wel 18 meter lang worden.
Brian Skerry, Nat Geo Image Collection

Maar toen Skerry begon aan het vastleggen van de cultuur van walvissen, maakte hij zich geen illusies. Hij wist dat het lastig zou worden. Hij dacht dat hij zichzelf op zowat alles had voorbereid, totdat hij in het begin van zijn odyssee een bezoek bracht aan West-Indië. Daar worden potvissen voor de kust van het Caraïbische eilandje Dominica bijna elke dag door onderzoekers bestudeerd – totdat Skerry er arriveerde.

“De eerste weken zag ik geen enkele potvis,” herinnert Skerry zich. Na achttien dagen had hij een knagend gevoel in zijn maag. Hij kon amper slapen en vroeg zich af of hij aan iets onmogelijks was begonnen. Walvissen zijn per slot van rekening een cruciaal onderdeel van walvisfoto’s. (Lees meer over walvissen.)

Maar zoals altijd gedurende zijn lange en veelbewogen carrière als fotojournalist hield hij vol en beidde zijn tijd totdat de reuzen hun wereld voor hem ontvouwden.

Grienden zwemmen bij Kona Hawaii Oceanische witpunthaaien volgen soms peulen van deze walvissen en eten mogelijk achtergebleven prooien
Grienden zwemmen bij Kona, Hawaii. Oceanische witpunthaaien volgen soms peulen van deze walvissen en eten mogelijk achtergebleven prooien.
Brian Skerry, Nat Geo Image Collection

Walvissen door een culturele lens

Na een periode van drie jaar waarin Skerry bultruggen, witte dolfijnen, orka’s en potvissen fotografeerde, laten de resultaten van zijn odyssee in veel opzichten zien wat onderzoekers hebben ontdekt over groepen walvissen, namelijk dat ze net als mensen tradities hebben die ze onderscheiden van andere groepen.

Walvissen kunnen hun kalveren grootbrengen op een manier die anders is dan de opvoedcultuur van een naburige groep. Ze kunnen op prooi jagen waar hun buren niet naar omkijken en ze kunnen communiceren in aparte dialecten of spelletjes spelen die alleen zij spelen. Net zoals sommige mensen met stokjes eten en andere met mes en vork, zo lijken sommige groepen walvissen – zelfs als ze bij elkaar in de buurt leven – aparte culturen te hebben.

Skerry vond dit nieuwe onderzoeksgebied fascinerend. Maar vanaf het begin wilde hij méér. Na een lange carrière waarin hij boven en onder water het zeeleven op aarde – haaien, dolfijnen, zeeschildpadden, bedreigde noordkapers – had gefotografeerd, hoopte hij dat een intieme blik op het leven van deze reuzen mensen ertoe zou aanzetten de wereldzeeën beter te beschermen.

Ook bekend als witte walvissen leven belugas fotoeen dier in St Lawrence Marine Park in Quebec in het noordpoolgebied Kalveren worden grijs of zelfs bruin geboren en verkleuren pas naar wit als ze rond de leeftijd van vijf jaar geslachtsrijp worden
Ook bekend als witte walvissen, leven beluga’s (foto: een dier in St. Lawrence Marine Park in Quebec) in het noordpoolgebied. Kalveren worden grijs of zelfs bruin geboren en verkleuren pas naar wit als ze rond de leeftijd van vijf jaar geslachtsrijp worden.
Brian Skerry, Nat Geo Image Collection

Als je het dierenrijk eenmaal op deze manier hebt bekeken, wordt het onmogelijk om dat weer te ‘ontkijken’, zegt hij. “Ik dacht bij mezelf: als ik sommige mensen walvissen door de lens van de cultuur kan laten zien, is het een verhaal over het behoud van deze dieren, maar dan zonder dat het over natuurbehoud gaat.”

Om dat te bereiken reisde Skerry de hele wereld over, waarbij hij meer dan twintig landen bezocht, van de Stille Zuidzee tot het noordelijk halfrond.

Op een koude, besneeuwde Thanksgiving aan boord van een boot nabij de Noorse poolcirkel fotografeerde Skerry een moederorka die haar dode kalf voortduwde, als in een soort trieste rouwstoet.

Voor de kust van de Cook Islands droeg hij een klein zuurstoftankje op zijn rug en dook naar een diepte van zestig meter om een zingend bultrugmannetje vast te leggen. Met kloppend hart vanwege de kans op fouten wist hij de staart van de walvis op drie meter te naderen en begon weer op te stijgen, maar toen zei hij tegen zichzelf dat hij nog iets dieper moest gaan. Daar werd Skerry beloond met de adembenemende aanblik van een verticale staart die het frame vulde. (Lees meer over de cultuur van bultruggen.)

Toen hij in het Canadese Noordpoolgebied witte dolfijnen fotografeerde, werd het zó mistig dat hij samen met zijn gids Nansen Weber een weeklang in een schuurtje van triplex moest doorbrengen. Alleen om drinkwater te halen moesten ze elke dag anderhalve kilometer lopen. Op een nacht ontwaarde het duo in het eindeloze daglicht van de poolnacht een foeragerende ijsbeer.

“Brian heeft op zóveel plekken gewerkt dat hij onder alle omstandigheden heel rustig blijft,” vertelt Weber. “Hij zei gewoon: ‘Hé Nansen, daar komt een ijsbeer aan, hoe wil je dat gaan doen?’”

Voorbereidingen

Skerry’s geduld berust op ervaring én voorbereiding. Thuis in New England trainde hij voor het veldwerk dat hij moest verrichten en huurde een duikinstructeur in, die hem meenam naar het midden van Thoreau’s beroemde Walden Pond, waar hij zich oefenende in adem- en meditatietechnieken. Voor zijn verhalen leest Skerry zich in de wetenschappelijke literatuur in en leert de experts kennen – in dit geval walviswetenschappers als Nan Hauser, die op de Cook Islands woont, en Shane Gero, die al sinds 2005 potvisfamilies voor de kust van Dominica bestudeert.

Gero en Skerry trokken zóveel met elkaar op dat Gero zelfs ‘Brian-taal’ leerde vertalen. “De lat die hij voor zichzelf legt, is belachelijk hoog,” zegt Gero respectvol, en Skerry gaat er nooit zomaar vanuit dat hij die lat haalt. Als Brian een fotosessie afsloot met een nederig ‘ik denk dat ik een paar goede frames heb’, dan betekende het dat hij extreem gelukkig was, zo ontdekte Gero. “Er moest bijna een wonder gebeuren om hem zover te krijgen dat hij uit het water stapte en zei: ‘Nou, dat is prima gelukt. Nu kunnen we naar huis!’” zegt Gero lachend.

Net als de orka is de langvin grienden een grote dolfijn die familiepods vormt De zeer sociale soort dankt zijn bijnaam aan hun neiging om een leider of piloot te volgen tijdens langdurige migraties
Net als de orka is de langvin grienden een grote dolfijn die familiepods vormt. De zeer sociale soort dankt zijn bijnaam aan hun neiging om een leider of ’piloot’ te volgen tijdens langdurige migraties.
Brian Skerry, Nat Geo Image Collection

Het werk is niet altijd leuk. Waardeloos weer. Gebrek aan dieren. Slecht zicht. Naderende boten. Het inklaren van twintig kisten vol apparatuur, land na land. En de sleutel tot succes ligt vaak niet in zijn handen.

Maar Skerry beschouwt zichzelf als een enorme geluksvogel. Hij is dol op het werk. “Een van de dingen die ik in deze drie jaar heb ontdekt, is dat ik de rest van mijn leven walvisfoto’s zou kunnen maken en dan heel gelukkig zou zijn,” zegt hij. “En dan nóg zou ik deze dieren niet helemaal begrijpen.”

Tijdens het werken aan een eerder verhaal dook Skerry in het midden van de winter in een speciaal ontworpen, tien millimeter dikke wetsuit onder in water van -1,5oC. Terwijl het zeeleven zich voor zijn lens verdrong, merkte hij de fysieke pijn niet – en dat drie uur lang. Pas toen de dieren verdwenen, voelde hij de kou. “Je wordt gedreven door wat je vóór je ziet,” zegt hij. “Dat is een bewijs dat heel veel beperkingen die we onszelf opleggen, een mentale oorsprong hebben.”

Uiteindelijk leverden Skerry’s overtuiging en volharding het gewenste resultaat op. Voor de kust van Dominica fotografeerde hij volwassen potvissen die op jonge kalveren pasten terwijl hun moeders in de diepte op pijlinktvis jaagden en leerde Skerry afzonderlijke potvissen herkennen aan hun borstvinnen. Ondanks de aanvankelijke afwezigheid van de reuzen wist hij daar een van zijn eerste foto’s van een babypotvis te maken die door zijn moeder wordt gezoogd – tot groot enthousiasme van wetenschappers.

“Er is een oud gezegde onder walvisexperts: op een dag zullen we alles over walvissen weten, behalve hoe een potviskalf wordt gezoogd,” zegt Skerry. “Het was de tussenkomst van een hoger wezen. Het was magisch, maar dan wel dankzij de potvissen.”

Na 43 jaar duikervaring en 23 jaar als fotograaf voor National Geographic hoopt Skerry dat zijn werk een breed publiek ervan kan overtuigen dat alles in de wereldzeeën met elkaar is verbonden – en dat wij daar eveneens mee zijn verbonden.

“Wat ik hoop, is dat we door de lens van cultuur en van familie en identiteit (...) beginnen te begrijpen dat we niet alleen op deze planeet zijn en dat we niet boven of naast de natuur staan,” zegt Skerry. “Als we een beetje van onszelf in deze dieren kunnen herkennen, zullen we hopelijk wel tweemaal nadenken over hoe we met deze wereld omgaan. Er speelt zich daar veel meer af dan we ooit beseften.”