Ötzi’s 5300 jaar oude gemummificeerde lichaam werd in 1991 door een wandelend echtpaar, Erika en Helmut Simon, gevonden in de bergen op de grens van Oostenrijk en Italië. Sindsdien zijn we veel over de ijsman te weten gekomen, waaronder de onderstaande vier feiten.
1. Ötzi had talloze gezondheidsproblemen
Nadat Ötzi werd gevonden in een gletsjer onderwierpen onderzoekers de mummie aan een grondige gezondheidscheck. De conclusie: hij moet aardig wat pijn hebben geleden. Zo kampte hij onder meer met versleten gewrichten, artritis, galstenen en een lelijke vergroeiing aan zijn kleine teen, mogelijk door bevriezing.
Daarbovenop bevatten de ingewanden van de ijsman eitjes van parasitaire wormen, had hij waarschijnlijk de ziekte van Lyme opgelopen en werden er alarmerende hoeveelheden arsenicum in zijn lijf gevonden, vermoedelijk te danken aan het bewerken van metalen zoals koper.
Leestip: Steeds meer jonge mensen krijgen darmkanker. Hoe komt dat?
Ook zijn gebit vertoonde de nodige gebreken: er zijn aanwijzingen voor tandbederf en flinke aantasting van het tandvlees. Ondanks al deze gezondheidsklachten en een verse pijlwond op zijn schouder, werd een plotselinge klap op zijn hoofd Ötzi fataal.
2. Hij had anatomische afwijkingen
Afgezien van alle fysieke klachten, had de ijsman ook nog enkele anatomische afwijkingen. Hij miste zijn beide verstandskiezen en een twaalfde paar ribben. De bergbewoner had ook een forse spleet tussen zijn twee voortanden. Of dit veel indruk maakte op de dames deed waarschijnlijk niet ter zake: onderzoekers vermoeden dat Ötzi onvruchtbaar was.
3. Ötzi had tatoeages
Op Ötzi’s bevroren lichaam is een prachtige verzameling tatoeages uit de kopertijd of vroege bronstijd bewaard gebleven. Hij is van top tot teen bedekt; hij had er 61. Tatoeages werden destijds niet gezet met een naald, maar door kleine sneetjes in de huid te maken en er dan houtskool in te wrijven.
Leestip: IJsmummie Ötzi was kalend en had een donkere huid
Het eindresultaat is een hele set van lijntjes en kruisjes, met name op plekken van het lichaam die makkelijk pijnklachten kunnen geven of beschadigd kunnen raken, zoals de gewrichten en de rug. Sommige wetenschappers denken daarom dat de tatoeages acupunctuurpunten aangaven op het lichaam. Als dat klopt, dan had Ötzi veel behandelingen nodig, wat gezien zijn leeftijd en kwalen niet heel verrassend is.
4. In zijn maag zat stuifmeel en geitenvlees
De maaginhoud van de ijsman schotelden de wetenschappers een feest aan informatie voor. Zijn maag bevatte dertig soorten stuifmeel. Verdere analyse van het stuifmeel duidt erop dat Ötzi in het voorjaar of in de vroege zomer is gestorven. Hij at zijn halfverteerde, laatste maaltijd ongeveer twee uur voor hij stierf. De maaltijd bestond uit granen en vlees van een steenbok.
Steun de missie van National Geographic en krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium. Word nu lid!