Ötzi's 5.300 jaar oude lijk werd gevonden in de bergen op de grens van Oostenrijk en Italië in 1991. Deze vijf dingen heeft de vondst van Ötzi ons allemaal geleerd.
1. Ötzi heeft nog levende verwanten
Een DNA-onderzoek uit 2013, geleid door moleculair bioloog Walther Parson van de Universiteit van Innsbruck (Oostenrijk), bracht wel iets heel opvallends aan het licht: Ötzi heeft nog levende verwanten. Die kwamen de onderzoekers geheel toevallig op het spoor. Het doel van hun studie was namelijk om erachter te komen welke invloed de Alpenregio heeft op de genetica van mensen die in deze omgeving wonen. Daarvoor verzamelden de onderzoekers informatie over het Y-chromosoom van 3.700 mannen in de Alpenregio.
Van deze 3.700 mannen bleken er 19 een zeldzame mutatie te hebben, genaamd G-L19. Net als Ötzi. Dit duidt erop dat de 19 mannen een gezamenlijke voorouder met de beroemde IJsman delen. Die leefde waarschijnlijk zo'n 10.000 tot 12.000 jaar geleden.
Deze ontdekking ondersteunt een conclusie uit eerder onderzoek, namelijk dat Ötzi en zijn voorouders boeren waren. Ötzi hoorde bij een Y-chromosoomgroep, met de naam 'haplogroep G'. Deze haplogroep heeft zijn oorsprong in het Midden-Oosten, dezelfde plek als waar de eerste boeren vandaan kwamen. Door bepaalde markers op dit Y-chromosoom te identificeren, kun je de Neolithische migratieroutes volgen. Zo is te achterhalen hoe de boeren via de Alpen in de rest van Europa terechtkwamen.
2. Hij had de nodige problemen met zijn gezondheid
Vanaf het moment dat Ötzi meer dan twintig jaar geleden werd ontdekt in een hooggelegen gletsjer, hebben onderzoekers de mummie aan een volledige gezondheidscheck onderworpen. Hij moet aardig wat pijn gehad hebben.
De 40-jarige had onder meer versleten gewrichten, artritis, galstenen en een lelijke vergroeiing aan zijn kleine teen (mogelijk door bevriezing). Daarbovenop bevatten de ingewanden van de IJsman eitjes van parasitaire wormen, had hij waarschijnlijk Lyme opgelopen en zijn er alarmerende hoeveelheden arsenicum in zijn lijf gevonden (vermoedelijk te danken aan het bewerken van metaalerts en koper).
Ötzi moest ook dringend naar de tandarts - een diepgaand onderzoek naar zijn gebit vond aanwijzingen voor tandbederf en gevorderde aantasting van het tandvlees. Ondanks al deze gezondheidsklachten en een verse pijlwond op zijn schouder, was het een plotselinge klap op zijn hoofd die Ötzi fataal werd.
3. Hij had anatomische afwijkingen
Afgezien van alle fysieke klachten, had de IJsman ook nog enkele anatomische afwijkingen. Hij miste zijn beide verstandskiezen en het twaalfde paar ribben. De bergbewoner had ook een forse spleet tussen zijn twee voortanden, ook wel een diasteem genaamd. Of dit veel indruk maakte op de dames doet niet meer ter zake - er zijn onderzoekers die zelfs vermoeden dat Ötzi geheel onvruchtbaar was.
4. Ötzi had tatoeages
Op Ötzi's bevroren lichaam is een prachtige verzameling tatoeages uit de Bronstijd bewaard gebleven. Hij is van top tot teen bedekt, het zijn er meer dan vijftig. Tatoeages werden destijds niet gezet met een naald, maar door kleine sneetjes in de huid te maken en er dan houtskool in te wrijven.
Het eindresultaat is een hele set van lijntjes en kruisjes, met name op plekken van het lichaam die makkelijk pijnklachten kunnen geven of beschadigd kunnen raken, zoals de gewrichten en de rug. Sommige wetenschappers denken daarom dat de tatoeages acupunctuurpunten aangaven op het lichaam. Als dat klopt, dan had Ötzi veel behandelingen nodig, wat gezien zijn leeftijd en kwalen niet heel verassend is.
De tatoeages van Ötzi zijn het oudste gevonden bewijs voor accupunctuur. Door deze ontdekking vermoeden onderzoekers dat accupunctuur 2.000 jaar eerder werd ontwikkeld dan eerder werd aangenomen.
5. In zijn maag zat stuifmeel en geitenvlees
De laatste maaltijden van de IJsman schotelden de wetenschappers een feest aan informatie voor. Zijn maag bevatte dertig verschillende soorten stuifmeel. Verdere analyse van het stuifmeel duidt erop dat Ötzi in het voorjaar of in de vroege zomer is gestorven. Het onderzoek liet wetenschappers zelfs zijn route vlak voor zijn dood over de verschillende berghoogtes traceren. Hij at zijn halfverteerde, laatste maaltijd ongeveer twee uur voor hij stierf. De maaltijd bestond uit granen en vlees van een gems, een inheemse berggeit.
Lees ook: 'Laatste oermaaltijd van Ötzi de ijsmummie bekend'
Dit verhaal werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com op 18 oktober 2013.