Net onder je huid bevindt zich een nieuw orgaan dat onlangs voor het eerst werd herkend, aldus een team van wetenschappers.

In een publicatie in het tijdschrift Scientific Reports, stellen onderzoekers van de School of Medicine van de Amerikaanse New York University (NYU) dat ze een nieuw orgaan hebben gevonden, dat ze de naam ‘interstitium’ gaven.

Het zit bijna overal in je lichaam: net onder je huid, rond je bloedvaten, om het bindweefsel tussen je spieren en langs je spijsverteringskanaal, longen en urinewegen.

Het ziet eruit als een soort gaas. Het interstitium is een laag van met vloeistof gevulde compartimenten die bij elkaar worden gehouden in een ‘web’ dat bestaat uit collageen en een flexibel eiwit dat elastine wordt genoemd. Eerder dachten wetenschappers dat de laag gewoon dicht bindweefsel was.

Het orgaan was tot nu toe over het hoofd gezien. Volgens de wetenschappers komt dat door de manier waarop weefsel wordt bestudeerd. Voordat monsters van menselijk weefsel onder de microscoop worden gelegd, worden ze in dunne plakjes gesneden en behandeld met chemicaliën die zorgen dat de belangrijkste onderdelen goed te onderscheiden zijn. Details kunnen zo beter worden bestudeerd, maar de methode zorgt er ook voor dat er geen vocht meer in het monster zit.

De compartimenten uit het interstitium storten in zonder vocht, als een gebouw waar de vloeren plotseling uit worden gesloopt, waardoor de hele structuur zo plat als een dubbeltje wordt.

Om deze holtes met vocht van het interstitium te kunnen bekijken, bestudeerden medische onderzoekers levend weefsel in plaats van monsters van dood weefsel. Dat deden ze met behulp van een nieuwe techniek, genaamd confocal laser endomicroscopy. Bij deze methode wordt een endoscoop met een piepkleine camera ingezet die op microscopisch niveau een kijkje kan nemen in het menselijk lichaam. Weefsel wordt beschenen met de lasers van de endoscoop. De fluorescerende patronen die worden teruggekaatst worden door sensoren geanalyseerd.

Toevallige vondst

Onderzoekers stuitten voor het eerst op de compartimenten toen ze een galkanaal bestudeerden. Ze zagen iets waarvan ze dachten dat het scheuren waren in dicht opeengepakt weefsel. De beelden werden voorgelegd aan Neil Theise, professor aan de School of Medicine van NYU en een van de auteurs van de paper.

“Het gaat hier om de extracellulaire vloeistof die niet terug was te vinden,” zegt Theise. Ongeveer zeventig procent van het menselijk lichaam bestaat uit water, waarvan ongeveer twee derde in de cellen zit. Van het deel dat dan nog over blijft, is maar ten dele bekend waar dit zich bevindt.

De compartimenten zouden daarvoor een verklaring kunnen zijn, maar ook voor bepaalde essentiële functies.

“Het doet denken aan een schokbreker,” stelt Theise. “Het is geen hard, stijf materiaal.”

Een van de hypothesen die Theise heeft over de functie van het interstitium, is dat het een bron van lymfevocht is. Dit vocht beweegt zich door het lymfatisch systeem van het lichaam en ondersteunt de afweer. Naar zijn zeggen kan kennis over de verspreiding van ziekten via dit deel van het lichaam mogelijk bijdragen aan een beter begrip van de manier waarop kanker zich verspreidt.

“Kunnen we [ziekten] eerder op het spoor komen door monsters te nemen van het vocht in de structuur? Is het mogelijk om technieken te bedenken om het verspreiden van ziekten te voorkomen?” Dat zijn vragen die hij heeft.

Belofte en scepsis

Jennifer Munson is een biomedicus aan het Amerikaanse Virginia Polytechnic Insitute and State University. Ze heeft onderzoek gedaan naar vocht in het lichaam. Ze was niet bij het onderzoek betrokken, maar vindt de resultaten veelbelovend.

“Dit onderzoek toont wat mij betreft het belang aan van nieuwe technieken om weefsel mee te bekijken. [Eerdere methoden] onttrekken vocht aan het weefsel, waardoor veel informatie over de structuur verloren gaat,” merkt Munson op.

Ze stelt dat ze redelijk overtuigd is van het bestaan van deze structuren, maar vindt dat er meer onderzoek nodig is voordat er kan worden gespeculeerd over wat hun functie is en de vraag of met recht van een nieuw orgaan kan worden gesproken.

“Ik ben heel enthousiast over dit resultaat, maar net als alle wetenschappers benader ik alles ook met enige scepsis,” zegt ze.

Theise stelt dat hij weet dat er nog vragen bestaan over zijn resultaten, maar dat hij daar niet bang voor is. In 2005 schreef hij een essay in Nature, waarin hij kritisch was over het belang van ‘celtheorie’ - een concept waarbij de cel wordt gezien als de basale structuur voor alle organismen - en in 2001 publiceerde hij een paper waarin hij stelde dat het mogelijk is volwassen stamcellen zich te laten gedragen als embryonale cellen.

“Er blijven altijd onbekende dingen waarvan we het bestaan niet kenden,” zegt hij. “Ik vind het indrukwekkend dat de natuur nog complexer is dan wij onszelf toestaan te bedenken.”