Hoge bloeddruk, diabetes en hartziekten zijn zulke wijdverbreide ziektebeelden dat iedereen die deze woorden leest, waarschijnlijk wel iemand kent die aan een van deze aandoeningen lijdt.

Het zijn de zogenaamde ‘bestaande ziektebeelden’ die telkens weer met de zwaarste gevallen van COVID-19 worden geassocieerd, gebaseerd op de klinische profielen van de eerste gevallen. Hoewel tachtig procent van mensen met COVID-19 milde symptomen vertonen, blijkt uit deze eerste onderzoeken dat het nieuwe coronavirus ook andere patiënten dan alleen ouderen en zieken kan treffen.

Het idee dat het virus alleen maar een gevaar vormt voor hoogbejaarde mensen, is ontstaan doordat men zich te veel heeft gericht op het sterftecijfer van COVID-19, dat vorige week woensdag door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) werd verhoogd tot 3,4 procent. Dat percentage is een gemiddelde van alle leeftijdsgroepen, en de kans dat iemand aan de ziekte overlijdt, ligt onder oudere mensen inderdaad hoger.

Maar uit de eerste onderzoeken blijkt ook dat COVID-19 onder alle leeftijdsgroepen dodelijker is dan seizoensgebonden influenza, de griep: voor mensen onder de vijftig ligt het sterftecijfer van COVID-19 tienmaal hoger dan dat van het griepvirus. Bovendien kan COVID-19 ook zeer ernstig zijn als ze niet dodelijk is, en dat soort gevallen komen bij jongvolwassenen vaker voor dan we geneigd zijn te denken.

Zo werden in een onderzoek dat op 28 februari in het New England Journal of Medicine is verschenen, de leeftijden van 1099 coronapatiënten onderzocht. De meerderheid van de niet-ernstige gevallen – zestig procent – betrof tieners en volwassenen tussen de 15 en 49 jaar oud, wat erop zou duiden dat deze groep gespaard blijft voor de ergste symptomen.

Maar in werkelijkheid deden zich iets meer ernstige gevallen voor onder deze jongere groep. Van de 163 zware gevallen die in de studie werden besproken, waren 41 procent jongvolwassenen, 31 procent tussen de 50 en 64, en 27 procent boven de 65. De enige leeftijdsgroep die niet door de zware variant van COVID-19 wordt getroffen, zijn kinderen onder de veertien jaar.

Mensen tussen de 18 en 40 jaar oud (‘millennials’ en behorend tot ‘Generatie Z’) hebben evenveel kans om het coronavirus op te lopen als oudere groepen, zo blijkt uit het grootste onderzoek van COVID-19-gevallen tot nu toe, een klinische rapportage van ruim 72.000 patiënten die op 21 februari werd gepubliceerd door het Chinese Centrum voor Ziektebeheersing en -preventie (CCDC). Dus in plaats van af te gaan op de leeftijdsgroep om de dreiging van COVID-19 in te schatten, kijken artsen liever naar doodgewone ‘bestaande ziektebeelden’ en naar de vraag hoe deze zich verhouden tot de sterftecijfers die door het CCDC zijn gepubliceerd. Dat kan ze namelijk meer vertellen over de wijze waarop zij ons en onze dierbaren kunnen beschermen.

“Het sterftecijfer bij deze uitbraak ligt hoog. We zouden dat percentage niet moeten indelen in jong en oud,” zegt Tedros Adhanom Ghebreyesus, directeur-generaal van de WHO, afgelopen maandag op een persconferentie. “We kunnen niet beweren dat we ons zorgen maken over miljoenen mensen als we ons geen zorgen maken over ieder individu, jong of oud. Elk leven telt.”

Hart- en vaatziekten

Het nieuwe coronavirus houdt huis in de longen, maar het bestaande ziektebeeld dat het vaakst met ernstige gevallen van COVID-19 in verband wordt gebracht, zijn hartaandoeningen.

Bijna de helft van de volwassenen in de VS lijdt aan hoge bloeddruk. Zo ook is diabetes een wijdverbreide stofwisselingsstoornis, die één op de tien Amerikanen treft, oftewel 34,2 miljoen mensen van alle leeftijden. Beide ziektebeelden kunnen een rol spelen bij hart- en vaatziekten, een breed scala van aandoeningen waaraan in de VS elke 37 seconden iemand overlijdt.

Hoewel de specifieke invloed van COVID-19 op het hart- en vaatstelsel nog onduidelijk is, meldt het American College of Cardiology dat “er wordt bericht over besmette individuen die kampen met acute hartschade, hartritmestoornissen, hypotensie, tachycardie en een groot aantal andere hart- en vaatziekten, vooral bij patiënten die intensieve verzorging behoeven.” Uit een studie onder 150 patiënten uit de Chinese stad Wuhan – het epicentrum van de COVID-19-uitbraak – bleek dat patiënten met hart- en vaatklachten een significant hoger risico liepen om in het geval van besmetting aan de ziekte te overlijden.

De reden daarvan is dat het hart en de longen sterk met elkaar zijn verweven. Wie snel in- en uitademt, zal meteen een hogere polsslag hebben. Maar als het hart al is verzwakt of het vaatstelsel is dichtgeslibd, dan moet het lichaam harder werken dan dat van een normaal persoon om het bloed rond te pompen en alle organen van zuurstof te voorzien.

“Nu dit nieuwe virus in onze gemeenschappen binnendringt, maak ik mij echt zorgen over mijn hartpatiëntes,” zegt Erin Michos, cardiologe en directeur hart- en vaatziekten bij vrouwen van Johns Hopkins Medicine in Baltimore. “Op dagelijkse basis heeft hun hart moeite met het efficiënt rondpompen van bloed. Als je daar een luchtweginfectie aan toevoegt, kun je een omslagpunt bereiken.”

Ook met betrekking tot hartproblemen doet het coronavirus enigszins denken aan een gewone griep. Al lange tijd is bekend dat een influenza-infectie de kans op hartaanvallen en hart- en vaatlijden verhoogt, zozeer zelfs dat sommige artsen zich afvragen of veel van deze ziektebeelden niet een direct gevolg zijn van seizoensgebonden griep. Uit een studie die in 2018 in het New England Journal of Medicineis verschenen, bleek dat mensen binnen zeven dagen na diagnose van een influenza-infectie zesmaal zoveel kans hadden om een hartaanval te krijgen.

“Ik denk niet dat het publiek zich dit volledig realiseert,” zegt Michos. “We weten dat virussen de kans op hartaanvallen en beroertes kunnen vergroten.”

Daarnaast kunnen mensen tegelijkertijd door meer dan één ziekte worden besmet, wat tot nóg meer complicaties voor het hart kan leiden. Uit een voorlopig onderzoek naar het coronavirus bij patiënten uit Wuhan bleek dat bij vier procent van de bevestigde gevallen nog een andere virusbesmetting aanwezig was, meestal influenza.

“Als jouw afweersysteem al is verzwakt omdat het een zware besmetting bestrijdt, ben je kwetsbaarder voor een secundaire infectie,” zegtMichos.

Dat is ook de reden waarom de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) en de American Heart Association hartpatiënten aanbevelen extra maatregelen te nemen als de uitbraak van het coronavirus zich uitbreidt, bijvoorbeeld door zich tegen het griepvirusen bacteriële longontsteking te laten inenten.

Onderliggende aandoeningen

Wat betreft hartaandoeningen kunnen mensen ook een hoger risico lopen vanwege onderliggende problemen waarvan ze zich niet bewust zijn. Zo leidt hoge bloeddruk (hypertensie) onder meer tot atherosclerose, het proces waarbij op de wanden van slagaders geleidelijk aan een dichte plaque van vet- en weefselcellen wordt afgezet. Als een van deze plaques slijt of breekt, kan een slagader worden afgesloten, wat een hartaanval of beroerte veroorzaakt.

Volgens Michos lopen er veel mensen rond die niet weten dat ze aan atherosclerose en hoge bloeddruk lijden. De CDC schat dat 108 miljoen Amerikanen last van hoge bloeddrukhebben, maar minstens 11 miljoen van hen heeft daar geen weet van.

Daarin ligt dus de dreiging van luchtweginfecties als influenza en COVID-19. Deze besmettingen kunnen een ‘bloedstorm’ op gang brengen die ontstekingsreacties in het hele lichaam van de patiënt veroorzaakt. (Wat het nieuwe coronavirus met het lichaam doet.) In een eerder onderzoek naar patiënten in Wuhan werd ook “fulminante myocarditis” geconstateerd, een zeldzaam syndroom waarbij de hartspieren worden aangetast.

“We weten dat de ontsteking een breuk van de plaque kan veroorzaken, vooral bij mensen die geen achtergrond van hart- en vaatziekten hebben,” zegt Michos. Ook diabetes kan tot atherosclerose leiden en breuken van de plaque veroorzaken. Mensen die aan atherosclerose lijden, hebben bovendien een relatief afgezwakte immuunafweer, waardoor ze kwetsbaarder zijn voor besmetting.

Aangezien we ons in het midden van het griepseizoen én de uitbraak van het coronavirus bevinden, raadt Michos hart- en diabetespatiënten aan om ervoor te zorgen dat ze genoeg van hun reguliere medicijnen tot hun beschikking hebben en hun bloeddruk onder controle houden.

Actieplan voor asthma

Afgezien van hartaandoeningen kan de uitbraak van het coronavirus ook tot ernstige gezondheidsproblemen leiden bij mensen met chronische luchtwegaandoeningen als taaislijmziekte, COPD (chronic obstructive pulmonary disease), astma of allergieën, en tevens voor mensen met schade aan het longweefsel als gevolg van het roken. Zelfs milde gevallen van verkoudheid of griep kunnen deze aandoeningen verergeren, waardoor de kans groter wordt dat iemand moet worden opgenomen.

Een zorgwekkend verschil is echter dat COVID-19 een lange incubatietijd heeft, waardoor de eerste symptomen pas laat zichtbaar worden, uiteenlopend van twee tot veertien dagen na besmetting. Een ander probleem is dat de introductie van een testkit voor het coronavirus in de VS als gevolg van een technische fout van het CDC inmiddels al zes weken is vertraagd. Hierdoor ontstaat er een situatie waarin mensen besmet kunnen zijn en anderen kunnen aansteken terwijl ze daar geen weet van hebben. Uit nieuw onderzoek dat afgelopen maandag is gepubliceerd in het vakblad The Lancet, bleek dat coronapatiënten het virus gedurende een periode van 8 tot 37 dagen produceren, een aanwijzing voor de besmettelijkheid van de ziekte.

“Ik zou iedereen met een chronische luchtwegaandoening die op pad gaat, vooral als ze daarbij gebruik maken van het openbaar vervoer, aanraden om eerst goed na te denken over een beschermingsplan,” zegt Enid Neptune, longspecialiste bij Johns Hopkins Medicine. Zo’n plan zou zo eenvoudig kunnen zijn als het aanvullen van de reguliere medicijnen of zo grondig als het uitzoeken van de dichtstbijzijnde ziekenhuizen met longspecialismen.

“Het zou ook kunnen betekenen dat je niet naar evenementen of bijeenkomsten gaat waar je niet weet waar de mensen zijn geweest of in welke gezondheidstoestand ze verkeren,” zegt Neptune. Maar vooral zouden patiënten niet moeten aarzelen om advies bij professionals in te winnen.

“Soms denken patiënten dat ze zich te veel zorgen maken en een dokter voor niets raadplegen,” zegt Neptune. “Maar omdat er zoveel onjuiste informatie de ronde doet en we nog zo weinig weten over het virus, is dit een goed moment om je medische contacten aan te spreken.”

Kankerpatiënten

Ook kankerpatiënten vallen in de groep die zich zorgen moet maken over aandoeningen van de luchtwegen. Mensen die intensief worden behandeld voor leukemie of lymfeklierkanker en zij die beenmergtransplantaties ontvangen, behoren tot de patiënten die kwetsbaar zijn voor longontsteking, waaronder de virale varianten. Dat komt doordat hun afweersysteem vaak verzwakt is door de aanwezige tumor of door de behandeling die ze ondergaan.

“Bij patiënten die in het verleden voor kanker zijn behandeld, kan het afweersysteem zijn aangetast, ook al lijken ze zich goed te hebben hersteld,” zegt J. Leonard Lichtenfeld, plaatsvervangend geneesheer-directeur van de American Cancer Society in Atlanta.

Sommige kankerpatiënten zijn zó verzwakt dat ze geen inentingen kunnen verdragen en moeten vertrouwen op de inentingsgraad van de mensen om hen heen. Voor kwetsbare kankerpatiënten zijn maatregelen als ‘sociaal afstand houden’ en een aangescherpte hygiëne voor familieleden en behandelaars voorlopig het enige wat er gedaan kan worden.

“Dat is moeilijk, want kankerpatiënten verkeren natuurlijk in verschillende stadia van hun ziekte en mensen willen dan dicht bij hun dierbaren zijn,” zegt Lichtenfeld. “Maar we moeten dit samen oplossen en alle gepaste maatregelen nemen om onszelf en onze dierbaren te beschermen.”

En de kinderen?

Alle gegevens die tot dusver zijn vergaard, wijzen erop dat COVID-19 bij kinderen zeldzaam is en zich minder ernstig uit. Tot en met 11 februari heeft het CCDC in totaal 44.600 bevestigde gevallen geregistreerd, waarvan het slechts 400 kinderen onder de negen jaar betrof. Onder deze kinderen waren geen sterfgevallen. Betekent dit dat kinderen minder risico op besmetting lopen of gewoon dat ze na besmetting niet erg ziek worden?

“Iedereen in ons vakgebied denkt dat het laatste het geval is,” zegt John Williams, hoofd pediatrische infectieziekten van het universitair ziekenhuis van de University of Pittsburgh. Uit de eerste casestudies onder naaste verwanten en in huishoudens is gebleken dat kinderen net zoveel kans hebben om door het coronavirus besmet te worden als volwassenen. Het lage aantal gevallen dat tot nu toe bij kinderen is geconstateerd, kan ook het gevolg zijn van het feit dat vooral mensen zijn getest die in het ziekenhuis zijn opgenomen, zegt Williams. “Als we eenmaal de mildere gevallen gaan testen, dus mensen die bij de spoedeisende hulp komen of de huisarts bezoeken, dan zullen veel meer volwassenen en nog veel meer kinderen besmet blijken te zijn,” zegt hij.

Het feit dat er onder kinderen minder zware gevallen van COVID-19 worden geregistreerd, sluit aan op ervaringen met andere coronavirussen en infectieziekten. Ook tijdens de SARS-epidemie van twintig jaar geleden raakten er kinderen besmet, maar de meeste van die gevallen waren mild. En hoewel er heel af en toe kinderen overlijden aan de waterpokken, lopen niet-ingeënte volwassenen een veel hoger risico om die ziekte op te lopen en als gevolg daarvan zware longontsteking te ontwikkelen en opgenomen te moeten worden.

“Bij alle infectieziekten wordt slechts een deel van de symptomen en de schade door het virus zelf veroorzaakt, terwijl de rest het gevolg is van de afweerreactie of ontstekingsreactie waarmee het lichaam de ziekte bestrijdt,” zegt Williams. “Dus we denken dat de immuunrespons bij kinderen misschien minder ernstig is omdat hun afweersysteem nog niet is volgroeid en gewoon niet zo hevig reageert als dat van volwassenen.”

Ondanks dit voordeel is het wereldwijd sluiten van scholen zeker verstandig, aangezien kinderen belangrijke verspreiders van alle bekende luchtweginfecties zijn. In de VS raken elk jaar zo’n twintig procent van alle kinderen besmet met het griepvirus, tegen vijf procent van de volwassenen.

“Er zijn daarnaast ook veel kwetsbare kinderen met chronische aandoeningen,” zegt Williams, onder wie kinderen die een transplantatie hebben ondergaan, kankerpatiëntjes en kinderen met een chronische hartafwijking of longziekte. “We weten nog niet of deze kinderen een hoger risico lopen op de zwaardere varianten van COVID-19, naar als we afgaan op andere virussen, is dat waarschijnlijk.”

Op de hoogte blijven van de wetenschap en de verhalen achter de uitbraak van het coronavirus? Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com