Waarom zijn grote evenementen tijdens een pandemie zo gevaarlijk? Dat blijkt gewoon uit de wiskunde: terwijl de COVID-19-pandemie zich verder uitbreidt, neemt het risico dat mensen in groepsverband met het virus worden besmet exponentieel toe met de grootte van de groep, aldus bioloog Joshua Weitz van het Georgia Institute of Technology.
Deze grafieken tonen de risicoberekeningen die Weitz opstelde om die exponentiële toename te verduidelijken. De getoonde risico’s geven de kans weer dat iemand met het coronavirus andere leden van een willekeurige groep van doorsneeburgers aansteekt als hij of zij aan zo’n groepsgebeurtenis deelneemt.
Zelfs in deze gestileerde weergave is de wiskunde schokkend: het risico dat iemand met COVID-19 tijdens een groepsgebeurtenis iemand anders aansteekt, neemt snel toe naarmate de groep groter is en ook naarmate het totaal aantal gevallen in het land, in dit geval de VS, groter is. Volgens Weitz laten deze verhoogde risico’s zien dat de recente maatregelen om de omvang van groepsbijeenkomsten te beperken zeer verstandig zijn. De achterstand in het uitvoeren van tests heeft de situatie in de VS verder gecompliceerd, omdat de ware omvang van de verspreiding van het virus niet duidelijk is.
“De ontwikkelingen gaan héél snel, zoals dat altijd bij epidemieën gebeurt,” schrijft Weitz in een e-mail. “Overal waar dat haalbaar is, zouden we fysiek afstand tot elkaar moeten houden.”
Volgens Weitz neemt het risico op verdere verspreiding van het coronavirus ook toe naarmate het aantal bijeenkomsten stijgt, omdat elke afzonderlijke bijeenkomst op zichzelf een plaatselijke brandhaard kan ontsteken.
“Misschien is er bij dat etentje met een paar van jouw vrienden niemand besmet, maar bij een ander etentje met andere mensen kan dat wél zo zijn, waardoor we elkaar dus collectief in gevaar brengen,” zegt hij.
Dit artikel werd oorspronkelijk op 19 maart in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com