Ruik je dat geroosterde broodje opeens niet meer? Snuif je onder de douche niet langer het kokosaroma van jouw shampoo op? De laatste tijd gaan er steeds meer berichten rond over gevallen van verminderde reukzin, een aandoening die ook wel ‘anosmie’ wordt genoemd en een van de symptomen van COVID-19 zou zijn. Maar wetenschappers zijn het niet eens over het verband tussen dit verschijnsel en het nieuwe coronavirus.
Met het oog op een stortvloed aan niet-wetenschappelijke (‘anekdotische’) berichten over verslechterde reukzin heeft de American Academy of Otolaryngology-Head and Neck Surgery onlangs laten weten dat anosmie en de daarmee gepaard gaande verstoringen van de reukzin gebruikt kunnen worden om gevallen van COVID-19 op het spoor te komen. Volgens het instituut zijn er steeds meer berichten over mensen die positief op het coronavirus zijn getest maar verder geen symptomen vertonen – behalve dan die geheimzinnige afname van de reukzin.
Maar andere experts uit de medische wereld hebben op de rem getrapt, omdat het verband met het coronavirus niet echt duidelijk is. Tot dusver heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) anosmie niet opgevoerd als een van de ‘officiële’ symptomen van COVID-19. Zelfs als er een verband zou bestaan, is het verlies aan reukzin op zichzelf niet genoeg om er zeker van te zijn dat iemand besmet is met het nieuwe coronavirus, zeggen deze instellingen.
“In het geval van COVID-19 zou het verlies aan reukzin misschien niet erger zijn dan wat we bij elke infectie van de bovenste luchtwegen zien,” zegt Steven Munger, directeur van het Center for Smell and Taste in Gainesville, onderdeel van de University of Florida.
Zo’n veertig procent van de mensen die lijden aan een andere virusinfectie, zoals influenza (de griep) of gewone verkoudheid, hebben last van een tijdelijke afname van de reukzin. Het symptoom verdwijnt meestal weer na een paar weken. Het verschijnsel komt ook veel voor bij mensen met allergie. Langdurige verstoringen van de reukzin, waarmee tussen de drie en twintig procent van de bevolking als geheel te maken krijgt, doen zich vooral bij wat oudere mensen voor, maar ze kunnen ook het gevolg zijn van zwaar hoofdletsel, neurodegeneratieve ziekten of neuspoliepen die de doorstroming van de lucht door de neus blokkeren en operatief moeten worden verwijderd.
“Waarom de reukzin nu zoveel aandacht krijgt?” vraagt Munger zich af. “De mensen zijn ongerust en we proberen inzicht in deze ziekte te krijgen. We zoeken naar aanwijzingen om COVID-19 zo vroeg mogelijk te herkennen.”
Verband met reukzin
Een van de problemen rond de eerste aanwijzingen voor een verband tussen het verlies aan reukzin en COVID-19 is dat er alleen nog maar niet-wetenschappelijke (‘anekdotische’) berichten beschikbaar zijn, in plaats van wetenschappelijke observaties op wat langere termijn, die nodig zouden zijn om zo’n verband definitief te kunnen aantonen. Bovendien hebben mensen over het algemeen moeite met het omschrijven van hun eigen symptomen wat betreft ruiken of proeven, omdat beide zintuigen sterk met elkaar verweven zijn.
“Ze zeggen bijvoorbeeld dat ze minder goed kunnen proeven terwijl het eigenlijk om een verlies aan reukzin gaat. Of ze kunnen niet inschatten hoe sterk de achteruitgang van de reukzin is,” zegt Munger. Je kunt testen of jouw smaakpapillen nog goed werken door te proeven van een kleine hoeveelheid van een sterk smakende substantie, bijvoorbeeld azijn, zout of pure suiker.
Voor een Brits onderzoek dat vorige week werd uitgevoerd, werden symptomen van COVID-19 met behulp van een online-app verzameld. Uit de vergaarde gegevens bleek dat bijna zestig procent van de 579 gebruikers (die zeiden dat ze positief op het virus waren getest) een deel van hun reuk- of smaakzin waren kwijtgeraakt. Maar een aanzienlijk percentage van de patiënten die negatief op het virus hadden getest (achttien procent van 1123 mensen) meldde eveneens verstoringen van de reuk- en smaakzin.
Het is bovendien lastig om te bepalen in hoeverre het verlies aan reukzin iets zegt over de ernst van een infectie, terwijl klassieke symptomen als koorts en hoesten duidelijke tekenen zijn dat het lichaam bezig is met het bestrijden van de ziekte. In een onderzoek dat binnenkort zal verschijnen in het vakblad European Archives of Oto-Rhino-Laryngology, meldden 85 procent van de patiënten met milde tot gematigde symptomen van COVID-19 een verlies aan reukzin. Dat gegeven sluit aan op eerdere aanwijzingen dat patiënten die weinig tot geen symptomen vertonen, toch last hebben van een verlies aan reukzin, zegt Eric Holbrook, directeur rhinologie van Massachusetts Eye and Ear. Maar volgens hem is de studie zeer beperkt, want de onderzoekers hebben zich alleen gericht op milde gevallen. Zo is niet vastgesteld of het verlies aan reukzin ook met ernstiger gevallen van COVID-19 in verband kan worden gebracht.
“Artsen vergaren deze gegevens heel snel, maar bij veel van de data gaat het om subjectieve informatie,” zegt Holbrook, die onderzoek doet naar behandelingen tegen een permanent verlies aan reukzin. “Ik heb nog geen zorgvuldige studie gezien waarin is onderzocht wanneer de patiënten zijn gediagnosticeerd, hoe zwaar de klachten zijn en hoe lang het verlies aan reukzin aanhoudt.”
Keert de reukzin weer terug?
Om meer inzicht te krijgen in de wijze waarop een verlies aan reukzin zich bij COVID-19-patiënten uit, hebben Holbrook en zijn collega’s nu een onderzoeksvoorstel gedaan. Daarvoor zullen patiënten van het Massachusetts General Hospital in Boston op het nieuwe coronavirus worden getest, en tevens op hun vermogen om geuren te detecteren en te interpreteren. Patiënten die verstoringen van de reukzin melden en die daar ook na hun herstel van COVID-19 last van blijven houden, zouden naderhand nog enkele maanden gevolgd moeten worden om waardevolle informatie over het blijvende verband tussen de ziekte en deze symptomen te vergaren.
Als iemand zijn reukzin als gevolg van een infectie kwijtraakt, wil dat niet zeggen dat die reukzin voorgoed is verdwenen. Aangenomen wordt dat bij een virusinfectie ook de zintuigzenuwen in de neus ontstoken raken, waardoor hun vermogen om informatie over geuren naar de hersenen door te sturen tijdelijk is verstoord. Anders dan beschadigde zenuwcellen in onze ogen en oren, kunnen we de zenuwcellen van ons reukorgaan ons hele leven lang vernieuwen.
“Daarom kunnen we het reukvermogen vaak weer terughalen nadat je het bent kwijtgeraakt,” zegt Holbrook. “Maar we weten niet hoelang het lichaam nodig heeft om een zenuwcel te vervangen. Dat kan wel een jaar of twee duren.”
COVID-19 is dusdanig nieuw dat onderzoekers nog niet precies weten wanneer patiënten met anosmie hun reukzin weer terug zullen krijgen.
Om het herstel te bevorderen bieden sommige therapeuten ‘reuktraining’ aan, waarbij de ontvankelijkheid voor geuren wordt versterkt en de hersenen opnieuw wordt geleerd om geursignalen op de juiste manier te interpreteren. Tijdens de therapie inhaleren patiënten drie maanden lang tweemaal per dag gedurende vijftien seconden vier verschillende geuren, bijvoorbeeld kruidnagel, eucalyptus, citroen en rozengeur. Daarna wordt overgestapt op een andere set van vier geuren, die nog eens drie maanden lang worden opgesnoven. “Je kunt daarbij ook vluchtige oliën gebruiken,” zegt Holbrook.
De plotselinge interesse in de uitwerking van het nieuwe coronavirus op onze reukzin is een ongewilde opsteker voor dit onderzoeksgebied, dat van oudsher veel minder geld voor onderzoek ontvangt dan studies naar het gezichtsvermogen en het gehoor.
Maar volgens Holbrook is de gave van de reuk een van de geneugten van het leven. Stel je voor dat je het aroma van versgemalen koffie of de geur van jasmijn niet langer kunt waarnemen. Belangrijker nog is dat het verlies aan reukzin ook heel serieuze gevolgen kan hebben, aangezien mensen niet langer een gaslek, de rook van een brand of de weerzinwekkende geur van bedorven voedsel kunnen registreren.
“De meeste mensen beschouwen de reukzin als iets vanzelfsprekends,” zegt Munger. “Maar als mensen niets meer kunnen ruiken, kan dat een enorm gevoelig verlies betekenen.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com