In het Penn Presbyterian Medical Center wachten ze op de golf. Het personeel van het ziekenhuis in Philadelphia zet zich schrap voor de stormvloed aan coronagevallen die New York en New Jersey al heeft overspoeld. Het zorgstelsel in deze staten is overbelast en de lichamen stapelen zich op.

“Je gaat maar door en aan het einde van de dag moet je nog steeds twintig dingen oplossen, omdat er zoveel gebeurt.” Dat zegt Judith O’Donnell, directeur Infectiebestrijding en -preventie bij Penn Presbyterian.

In het hele land worden zorgverleners zoals O’Donnell met deze overweldigende omstandigheden geconfronteerd. Ze weten dat het heel lang kan duren voordat ze een bruikbaar wapen tegen deze virale aanval in handen hebben, namelijk een vaccin. Vaccins stoppen uitbraken voordat deze dood en verderf kunnen zaaien. Dat blijkt wel uit de ruim twee eeuwen waarin de medische technologie met succes is ingezet tegen vijanden als de mazelen en influenza.

Farmaceuten en universiteiten zetten alles op alles om een vaccin tegen COVID-19 te ontwikkelen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie wordt er momenteel aan ten minste 62 vaccins gewerkt. Deskundigen zijn optimistisch over de slagingskansen van een vaccin. Die positieve houding is gebaseerd op het feit dat coronapatiënten antistoffen kunnen aanmaken. Dit zijn de eiwitten in bloed die virussen aanvallen en neutraliseren.

Er is vooral veel enthousiasme rond Moderna Therapeutics. Slechts 42 dagen nadat de genetische sequentie voor het nieuwe coronavirus bekend was gemaakt, had dit bedrijf een kandidaatvaccin gereed voor klinisch onderzoek. Een recordbrekende ontwikkeling, aldus overheden en de media. Maar de biotechnologie die aan dit geneesmiddel ten grondslag ligt, bestaat al bijna dertig jaar en heeft nog nooit een werkend vaccin opgeleverd tegen een menselijke ziekte. (Moderna Therapeutics heeft niet gereageerd op vragen.)

Als we op het verleden mogen afgaan, zal er nog zeker een jaar en waarschijnlijk langer geen coronavaccin zijn. Alles bij elkaar, van het verzamelen van virusmonsters tot de vergunningverlening in 1967, duurde het vier jaar voordat er een vaccin tegen de bof was. En dat is nog wel het snelst goedgekeurde vaccin ooit. Klinische onderzoeken bestaan uit drie fasen. En de eerste fase van de huidige COVID-19-onderzoeken zal pas in het najaar, het voorjaar van 2021 of veel later zijn afgerond. Het is heel belangrijk dat de tijd wordt genomen voor veiligheidscontroles. Sommige voorlopige vaccins voor het gerelateerde coronavirus SARS bijvoorbeeld, verergerden de ziekte in modelproeven.

“Twaalf tot achttien maanden zou absoluut ongekend zijn,” zegt Peter Hotez, decaan aan de National School of Tropical Medicine van Baylor University. “Misschien dat het lukt met behulp van nieuwe technologieën en voldoende investeringen. Maar we moeten heel voorzichtig zijn met deze schattingen.”

Meerdere wegen

Vaccins sporen ons immuunsysteem aan om op een vreemde indringer te reageren. Het maakt daarbij niet uit of dat een virus, bacterie of parasiet is. Bij de klassieke methoden wordt een heel virus verzwakt of geïnactiveerd. Vervolgens wordt het in het lichaam gespoten. Zo zijn de traditionele vaccins tegen pokken, mazelen en de griep gemaakt. Dat vertelt Ali Salem, geneesmiddelenontwikkelaar en professor aan het College of Pharmacy van de Universiteit van Iowa.

Deze techniek gaat ervan uit dat het immuunsysteem reageert op eiwitten die door de ziektekiem worden geproduceerd, gewoonlijk de eiwitten op het oppervlak van het virus, en dat het lichaam hierdoor antistoffen gaat maken. De vaccinmakers realiseerden zich op den duur dat ze niet een heel virus nodig hadden, maar één eiwit konden gebruiken om een flinke immuunrespons op te wekken. Deze eiwitvaccins zijn gemakkelijker en goedkoper te maken en zijn de meest gebruikte variëteit onder zorgprofessionals geworden. Dat zegt Maria Elena Bottazzi, adjunct-decaan aan de National School of Tropical Medicine van Baylor University.

Een groot obstakel bij het ontwikkelen van een COVID-19-vaccin is dat er geen medisch bewezen voorganger is van een humaan coronavirus. Dit ondanks het feit dat de SARS-uitbraak in 2002 en de MERS-uitbraak in 2012 aan 1600 mensen het leven kostten. Beide uitbraken werden veroorzaakt door familieleden van het nieuwe coronavirus en hadden een waarschuwingssignaal moeten zijn.

“We hebben nu in elk decennium van de 21ste eeuw een corona-epidemie gezien. We wisten dat het virus een grote bedreiging vormde,” aldus Hotez, die samen met Bottazzi aan het hoofd van het Texas Children’s Hospital Center for Vaccine Development staat. Hier maken ze eiwitvaccins tegen verwaarloosde ziekten en coronavirussen. Hoewel beide uitbraken de wereld hebben gewaarschuwd voor het virulente potentieel van de coronafamilie, zwakte SARS al af voordat klinische onderzoeken naar een vaccin waren afgerond. En het aantal MERS-gevallen was te laag om ontwikkelaars te blijven financieren.

De kandidaatvaccins van bedrijven als Moderna zorgen voor opwinding en wekken hoop op een snel succes. In het verleden bleken kandidaten die op een vergelijkbare biotechnologie waren gebaseerd echter nauwelijks effectief bij mensen. Dergelijke geneesmiddelen brengen het genetische materiaal van een virus (DNA of RNA) in menselijke cellen, waar vervolgens het eiwit wordt gemaakt dat nodig is om een immuunrespons op te wekken.

Het voordeel van DNA- en RNA-vaccins is dat ze sneller kunnen worden ontwikkeld zodra een vaccinmaker over het gepubliceerde genoom van een microbe beschikt. Ze zijn ook gemakkelijker aan te passen voor een betere immuunrespons. Deze tactiek is consistent gebleken in diermodellen van ziekten. Voor een tweede kandidaatvaccin tegen COVID-19, dat eerder positieve resultaten voor MERS liet zien, zijn dan ook op 6 april klinische tests gestart. Bottazzi en Hotez wijzen er echter op dat mensen andere dieren zijn en ze maken zich zorgen dat de hype rond DNA- en RNA-vaccins valse hoop kan geven.

“Kijk maar naar de vele pogingen voor hiv-vaccins op basis van DNA. We hebben nog steeds niet de exacte formule gevonden om deze DNA-moleculen in de juiste cellen te krijgen,” zegt ze en ze verwijst naar de vele jaren waarin deze hiv-vaccins geen succes bleken. “Het is een wat duistere wetenschap. Daarom zijn de vaccins nog steeds experimenteel.”

Wie krijgt het vaccin als eerste?

Hoewel het debat over de beste manier om een COVID-19-vaccin te ontwikkelen op academisch niveau lijkt te worden gevoerd, kan het resultaat bepalend zijn voor de kosten van het geneesmiddel en, in het verlengde daarvan, wie het kan betalen. Bottazzi, Hotez en Salem zeggen allemaal dat DNA- en RNA-vaccins aanzienlijk duurder zijn dan traditionele variëteiten.

“We zullen tijdens de klinische ontwikkeling veel nieuwe technologieën zien. Ik zie dat als iets positiefs, omdat we veel zullen leren,” aldus Hotez. Samen met Bottazzi dringt hij al tien jaar aan op een goedkoop coronavaccin. “Onze grote zorg is dat de armste mensen worden genegeerd in het proces.”

Om dat te voorkomen moeten wereldleiders mogelijk een akkoord voor wereldwijde toegang ondertekenen. Dat zegt Seth Berkley, medisch epidemioloog en CEO van de GAVI Alliance. Dit is een internationaal partnerschap voor gezondheid dat zich inspant om de toegang tot vaccinatie uit te breiden. Zo’n akkoord kan waarborgen dat kwetsbare groepen, zoals ouderen, zorgmedewerkers en mensen in epicentra met weinig middelen, als eerste over het vaccin kunnen beschikken. Het zou de onderneming of universiteit die de race om het COVID-19-vaccin wint ook in staat stellen om de biotechnologie snel naar andere landen te verspreiden.

Zo is het ebolavaccin in Canada ontwikkeld, overgedragen aan wetenschappelijke onderzoekers en biotechbedrijven in de VS en uiteindelijk in Duitsland geproduceerd. Dankzij de wijdverbreide vaccinatie lijkt de op een na grootste ebola-uitbraak eindelijk achter de rug.

Een akkoord voor wereldwijde toegang kan er ook toe leiden dat meerdere COVID-19-vaccins worden ontwikkeld die allemaal effectief zijn, maar per land in prijs verschillen. Volgens Bottazzi is dat in het verleden eerder gedaan bij vaccins tegen pneumokokkenziekte en het humaan papillomavirus (HPV).

Als er een COVID-19-vaccin wordt gevonden, rijst de grote vraag hoelang de immuniteit in stand blijft.

“Als je ooit besmet bent geweest en de rest van je leven immuun bent, dan zou dat een geweldig scenario zijn,” zegt O’Donnell van het Penn Presbyterian Medical Center. Maar de immuniteit tegen coronavirussen die verkoudheid veroorzaken, blijft gewoonlijk een of twee jaar bestaan. Dat suggereert dat we elk seizoen tegen COVID-19 moeten worden gevaccineerd.

Ondertussen is het belangrijkste wat iedereen volgens O’Donnell kan doen om zorgmedewerkers te helpen, de richtlijnen op te volgen. “Doe aan sociale onthouding, blijf thuis, was je handen en raak je gezicht niet aan. Neem zoveel mogelijk maatregelen om te voorkomen dat je besmet raakt.”

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com