Een onlangs beschreven fossiel dat in barnsteen is ontdekt en de naam Oculudentavis heeft gekregen, is nu geïdentificeerd als een merkwaardig type hagedis. Aanvankelijk was het diertje, dat 99 miljoen jaar geleden op aarde leefde, aangekondigd als een dinosauriër ter grootte van een kolibrie.
In maart baarde het fossiel grote ophef: de in barnsteen gegoten schedel van Oculudentavis stond op de voorpagina van het wetenschappelijke tijdschrift Nature, en ook National Geographic besteedde er aandacht aan. Destijds meenden wetenschappers dat het 14 millimeter lange schedeltje behoorde tot een vroege vogelsoort met een getande snavel en de ogen van een hagedis. Omdat deze prehistorische vogels deel uitmaken van de stamboom van de dinosauriërs, zou het om de ontdekking van de kleinste dinosauriërsoort ooit gaan.
Maar het oorspronkelijke fossiel bestond uit niet meer dan een schedeltje, waardoor niets bekend was over de rest van het lichaam. Een team van paleontologen heeft nu een tweede fossiel van Oculudentavis geïdentificeerd, dat niet alleen een schedel maar ook andere delen van het diertje omvat, en dat fossiel bevestigt dat het beestje in werkelijkheid een hagedis was, zij het een nogal vreemde soort.
“Hij heeft van die grote ogen en een rare snuitkam die helemaal niet aan een hagedis doet denken,” zegt Susan Evans, paleontologe aan University College London en een van de auteurs van het nieuwe onderzoek. “Het is een vreemd beest, maar wél een hagedis.”
Hoewel het woord ‘dinosauriër’ in het Grieks ‘verschrikkelijke hagedis’ betekent, splitsten de echte hagedissen en de dinosauriërs zich al naar schatting 270 miljoen jaar geleden van elkaar af. Gezien zijn grote ogen en de bouw van zijn kaak was Oculudentavis waarschijnlijk overdag actief en kon met zijn snelle maar zwakke beet prooidieren als kleine insecten verorberen. Dit soort vogelachtige kenmerken wijzen er ook op dat zowel deze hagedis als de vroege vogelsoorten die in dezelfde tijd leefden met vergelijkbare evolutionaire uitdagingen te maken kregen en misschien een gemeenschappelijke voorkeur voor insecten of voor een leven in de bomen ontwikkelden. Gedurende hun evolutie namen Oculudentavis en zijn verre verwanten onder de vogels geleidelijk aan soortgelijke vormen aan – een proces dat ook is te zien in de contouren van zeezoogdieren, die vergelijkbaar zijn met de gestroomlijnde vorm van vissen.
“De schedel van Oculudentavis verschilt opvallend sterk van die van alle bekende hagedissensoorten en is een opmerkelijk voorbeeld van convergente evolutie,” schrijven de onderzoekers in de preprint waarin het nieuwe fossiel wordt gepresenteerd.
Nieuwe classificatie van een oerwezen
Evenals het oorspronkelijke Oculudentavis-fossiel werd ook het nieuwe exemplaar ontdekt in de barnsteenmijnen van de noordelijke deelstaat Kachin in Myanmar (Birma). De fossielen zijn niet helemaal gelijk: de snuit van het oorspronkelijke exemplaar loopt spitser toe, terwijl over de snuit van het tweede exemplaar een centrale kam lijkt te lopen. Enkele paleontologen die bij geen van beide vondsten waren betrokken, denken dat deze verschillen groot genoeg zijn om te concluderen dat het niet om dezelfde soort gaat. “Over dat soort details zijn de meningen nog een beetje verdeeld,” zegt paleontoloog Ryan Carney van de University of South Florida, die evenmin bij een van beide onderzoeken was betrokken.
Maar de auteurs van het nieuwe onderzoek denken dat de anatomie van beide exemplaren genoeg overeenkomsten vertoont om ze tot een en dezelfde soort te rekenen: Oculudentavis khaungraae. De verschillen tussen beide exemplaren kunnen volgens hen worden toegeschreven aan de manier waarop de fossielen in de loop der tijd zijn vervormd of misschien aan het feit dat het ene exemplaar een mannetje is en het andere een vrouwtje.
Talloze kenmerken van het nieuwe Oculudentavis-fossiel – van de vorm van het kaakbeen tot de rangschikking van de openingen in de achterzijde van de schedel – zijn typisch voor hagedissen. En hoewel de schedel doet denken aan die van vogels, ontbreken er bij Oculudentavis meerdere kenmerken van dinosauriërs, zoals het tweetal gaten vóór de oogkassen, dat vaak wordt aangetroffen bij de theropoden, de groep dinosauriërs waaruit de vogels voortkwamen. En in tegenstelling tot de aparte tandkassen waarin de tanden van dinosauriërs zijn verworteld, zijn de tanden van de pas ontdekte schedel met het kaakbeen vergroeid, zoals bij hagedissen. Het nieuwe fossiel vertoont ook intact gebleven schubben en een hagedisachtige schouderpartij.
De wetenschappelijke beschrijving van het nieuwe Oculudentavis-fossiel is nu voorgelegd aan het tijdschrift eLife, maar het is nog niet door andere wetenschappers beoordeeld en formeel gepubliceerd. De onderzoekers wilden hun bevindingen naar eigen zeggen snel openbaar maken om te reageren op de vele geruchten over het tweede exemplaar. “We kwamen op een punt waarop we dachten dat we met de publicatie van een preprint een einde konden maken aan alle speculaties,” zegt Evans.
De pas verschenen preprint is niet de enige publicatie waarin wordt gesteld dat Oculudentavis waarschijnlijk een hagedis is. Op basis van de ongebruikelijke anatomie van de oorspronkelijke schedel publiceerde een team van Chinese paleontologen (dat niet bij de vondst van het nieuwe fossiel was betrokken) begin juni het vermoeden dat Oculudentavis waarschijnlijk geen dinosauriërwas. Nu ze de beschikking hebben over een tweede fossiel, zijn de wetenschappers die het oorspronkelijke exemplaar van Oculudentavis als een vroege vogeldinosauriër met een getande snavel hebben beschreven, nu ook van mening dat het niet om een dinosauriër gaat.
“Ik denk dat de onderzoekers van de nieuwe studie gelijk hebben, dat het een hagedis is,” zegt Jingmai O’Connor, paleontologe aan het Chinese Instituut voor de Paleontologie van Gewervelde Dieren en Paleoantropologie. “Dit exemplaar toont definitief aan dat Oculudentavis géén vogel is.”
Op 22 juli werd de oorspronkelijke studie waarin Oculudentavisvoor het eerst werd beschreven, verwijderd uit het archief van Nature om “te voorkomen dat niet-accurate informatie in de wetenschappelijke literatuur aanwezig blijft,” aldus het tijdschrift.
“Het is schokkend (...) en een belangrijke correctie,” zegt reptielenexpert Mark Scherz, postdoc-onderzoeker aan de Duitse Universität Konstanz. “Aan de andere kant is het goed dat ze dit hebben gedaan.”
Verkeerde toeschrijvingen zijn in de paleontologie niet ongebruikelijk. Het archief van ontdekte fossielen is vaak moeilijk te duiden, vooral als het om onvolledige exemplaren gaat. Maar de volledige terugtrekking van een artikel is in dit wetenschapsgebied zeldzaam, en eerdere voorbeelden van zo’n maatregel hadden betrekking op vervalste fossielen.
Voor O’Connor is het verhaal rond Oculudentavis eens te meer een reden om voorzichtig te zijn. “Zelfs in het artikel hadden we het over dat hagedisachtige oog. Dus het gaat allemaal om aspecten die wij ook hadden erkend, maar we zaten gewoon in een tunnelvisie richting een vroege vogeldinosauriër,” zegt zij. “Achteraf bezien is alles veel duidelijker.”
Omstreden fossielen
De wereldwijde aandacht voor Oculudentavis werpt ook licht op de ethiek achter de barnsteenvondsten in Myanmar. De mijnstreek ligt in een regio waar al decennialang een conflict wordt uitgevochten tussen het Birmese leger en opstandelingen die streven naar een onafhankelijk Kachin. Volgens de Kachin Development Networking Group raakten in 2018 duizenden etnische Kachin ontheemd als gevolg van een militair offensief met het doel om de mijnstreek onder controle te krijgen. In 2019 werd in een rapport van de mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties geconstateerd dat het conflict in de regio deels wordt aangewakkerd door de interesse in de natuurlijke rijkdommen van het gebied, waaronder goud, jade en barnsteen.
Tot voor kort waren “de meeste mensen in het wereldje van de paleontologie zich niet echt bewust van de wijze waarop barnsteen op de markt komt en van de problemen die ermee gepaard gaan,” zegt Scherz.
In april pleitte de Society of Vertebrate Paleontology in een brief aan wetenschappelijke tijdschriften voor een moratorium op de publicatie van beschrijvingen van barnsteenfossielen uit Myanmar die na juni 2017 waren aangekocht, om te voorkomen dat wetenschappers betrokken zouden raken bij materiaal dat bij het offensief in 2018 werd buitgemaakt. De oorspronkelijke Oculudentavis-schedel werd in 2016 gekocht.
Maar in het VN-rapport wordt niet aanbevolen om een volledig moratorium op dit soort activiteiten in Myanmar af te kondigen. In plaats daarvan roept het rapport bedrijven op om ervoor te zorgen dat hun zakelijke praktijken en leverantieketens in overeenstemming zijn met de mensenrechten en om geen banden met de Birmese strijdkrachten te onderhouden. Op 22 juli 2020 stuurde de Society of Vertebrate Paleontology een vervolgbrief waarin meer informatie over het conflict werd gegeven, met verwijzing naar het VN-rapport.
“We erkennen dat sommige barnsteenfossielen niet in verband staan met de illegale handel en met schendingen van de mensenrechten, maar de situatie in Myanmar is zó ingewikkeld dat wetenschappers zich moeten realiseren dat deze handel een rol speelt in de interne conflicten van het land,” aldus het orgaan.
Volgens de onderzoekers van het nieuwe Oculudentavis-fossiel hebben ze grote moeite gedaan om het exemplaar op ethisch verantwoorde wijze aan te kopen. Het fossiel dook voor het eerst eind 2017 op, toen gemmoloog (een expert in edelstenen) en barnsteenverzamelaar Adolf Peretti, een van de auteurs van de nieuwe studie, het fossiel tijdens een bezoek van hulporganisaties aan Kachin onder ogen kreeg. In een e-mail aan National Geographic schrijft Peretti dat het fossiel later in handen kwam van een Birmese gemmoloog die banden met plaatselijke kerken onderhoudt. In 2018 nam Peretti een koopoptie op het fossiel, waarna hij het een jaar later definitief aankocht.
Peretti is gespecialiseerd in het authentiseren van kleurrijke edelstenen en hoopt zijn werkwijze ook op Birmees barnsteen te kunnen toepassen. In het nieuwe onderzoek verzekert Peretti dat er “geen enkele opbrengst uit de verkoop van het barnsteenfossiel is gebruikt om het conflict in Kachin te ondersteunen.” Volgens hem werd het geld dat het fossiel opbracht, verdeeld onder Birmese hulporganisaties.
In de preprint valt te lezen dat het fossiel legaal naar Zwitserland is uitgevoerd en nu in het bezit is van de Peretti Museum Foundation, een stichting die onlangs door de gemmoloog is opgericht. Volgens de Zwitserse wetgeving staan alle fossielen van de stichting, waaronder het nieuwe exemplaar van Oculudentavis, voor onbepaalde tijd ter beschikking van de wetenschap. Peretti zegt dat de fossielen te allen tijde in het hoofdkantoor van de stichting in Zwitserland door onderzoekers bekeken en bestudeerd kunnen worden.
Volgens Juan Daza, paleontoloog aan de Sam Houston State University en een van de auteurs van de nieuwe studie, kan dit onderzoek een model zijn voor de ethisch verantwoorde aankoop van Birmees barnsteen binnen de complexe situatie van het conflict in de regio. “We proberen het op de juiste manier aan te pakken,” zegt hij.
Noot van de redactie: dit artikel is bijgewerkt om aanvullende informatie over het VN-rapport van 2019 te weerspiegelen.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com