Dit artikel verscheen in de vijfde editie van National Geographic Magazine 2021.

Lang werd aangenomen dat micro-organismen zich bij hun verspreiding niet laten tegenhouden door natuurlijke obstakels, zoals woestijnen, oceanen en bergen. Ook zouden ze overal op aarde kunnen overleven, mits de plaatselijke omstandigheden dat toelaten. Maar onderzoekers van de Universiteit Gent en de Plantentuin Meise, onder leiding van de biologen Elie Verleyen en Wim Vyverman, vonden op Antarctica microscopisch kleine algen, zogenoemde kiezelwieren, die nergens anders ter wereld voorkomen.

De kiezelwieren hebben een glazen celwand, met zeer uiteenlopende, unieke vormen en structuren. Onderzoekers wisten maar liefst 370 voor Antarctica inheemse soorten van elkaar te onderscheiden. Met behulp van zonlicht zetten de algen water en koolstofdioxide om in zuurstof en biomassa. ‘Ze staan dus aan de basis van het voedselweb en vormen een bron van energie voor andere organismen,’ zegt Verleyen. ‘Daarmee zijn ze cruciaal voor het voortbestaan van fauna in het zuidpoolgebied.’

Kiezelwieren metdaarin chloroplasten tevergelijken met bladgroenkorrelsin planten
Kiezelwieren met daarin chloroplasten, te vergelijken met bladgroenkorrels in planten.
Eveline Pinseel

Nu de Antarctische ijskap smelt onder invloed van de opwarming van de aarde, worden veel van deze pas ontdekte micro-organismen in hun voortbestaan bedreigd. Doordat sommige soorten slechts in kleine populaties in een paar meren voorkomen, zijn ze erg gevoelig voor verandering. Verleyen pleit daarom voor internationale regelgeving ter bescherming van micro-organismen en hun habitat in Antarctica. ‘Het is onduidelijk wat er gebeurt als ze uitsterven, en welke gevolgen dit heeft voor andere organismen.’ — Emma Oudhuizen

Dit artikel verscheen in de vijfde editie van National Geographic Magazine 2021.