Als jij vandaag naar je huisarts stapt en zegt dat je al wekenlang elke nacht wakker wordt, is er een goede kans dat je met slapeloosheid wordt gediagnosticeerd en slaapmedicatie krijgt voorgeschreven. Tot een paar generaties geleden was dat wel anders.

Midden in de nacht wakker worden was gebruikelijk, en misschien zelfs de norm, in westerse pre-industriële culturen. Dat stelt Roger Ekirch, hoogleraar geschiedenis aan het Amerikaanse Virginia Tech. Ekirch deed onderzoek naar gesegmenteerde slaapritmes en schreef er een boek over: At Day’s Close: Night in Times Past.

Met een ritme dat door de zon werd bepaald in plaats van door wekkers en elektrisch licht, gingen mensen vroeger waarschijnlijk eerder naar bed. Hun nachten duurden langer, maar ze sliepen mínder. Hoe zit dat precies?

Wat is polyfasisch slapen?

Gesegmenteerde slaap kan uit twee slaapfases (bifasisch) of meerdere slaapfases (polyfasisch) bestaan. Tussendoor ben je wakker, van enkele minuten tot enkele uren lang. Uit onderzoek blijkt dat ruim 86 procent van de zoogdieren, waaronder honden, knaagdieren, egels en zelfs bepaalde walvissen, hun nachten op deze manier indelen.

Tot voor kort werd aangenomen dat mensen met hun strikt monofasische slaap (één lange slaapfase) tot de minderheid behoorden. Die hypothese is onjuist, zo stelt Russell Foster, hoogleraar circadiane neurowetenschappen aan de University of Oxford.

Is polyfasisch slapen natuurlijk?

Historische bronnen leveren het bewijs: al honderden jaren geleden hielden mensen er bifasische slaapritmes op na. Volgens Ekirch sliepen mensen uit westerse pre-industriële beschavingen steeds een aantal uur, om na middernacht weer even wakker te worden. In dat uur of twee was er tijd voor meditatie, seks, of sociale interactie. Daarna kroop men terug in bed voor een tweede slaapcyclus.

Hoe zit dat tegenwoordig? Er zijn experts die beargumenteren dat het bifasische of polyfasische slaapritme nog steeds in onze aard zit. Zo ook Thomas Wehr, emeritus psychiater en wetenschapper aan het National Institute of Mental Health. Wehr verrichte in 1992 een baanbrekend onderzoek waarbij hij zijn respondenten veertien uur per dag in een donkere kamer liet doorbrengen. Het resultaat? Bijna alle deelnemers waren binnen enkele weken overgegaan op een slaapritme dat bestond uit meerdere blokken.

Is monofasisch slapen natuurlijk?

Toch is niet iedereen overtuigd. Sceptici wijzen op tegenstrijdig bewijsmateriaal dat werd aangetroffen onder groepen moderne jager-verzamelaars. Jerome Siegel, hoogleraar psychiatrie en biogedragswetenschappen aan de UCLA, deed onderzoek naar jager-verzamelaarsgemeenschappen in Tanzania, Bolivia en Namibië. Zijn conclusie? Hun slaappatroon leek verdacht veel op dat van mensen in postindustriële samenlevingen. Op het onze dus.

Siegel rapporteerde dat mensen uit die verschillende afgelegen gemeenschappen elke nacht ongeveer tussen de 5,7 en 7,1 aaneengesloten slaapuren maakten. ‘Ze hebben geen elektrisch licht of verwarming, en hun omgeving en sociale structuren zijn al honderdduizenden jaren onveranderd,’ zegt hij. ‘Misschien was er een periode in de geschiedenis waarin mensen ’s nachts wakker werden. Maar dat dit het universele patroon was, strookt niet met onze gegevens.’

Is het gezond om polyfasisch te slapen?

Of polyfasisch slapen natuurlijk is, daarover zijn de meningen dus verdeeld. Wil je toch een poging wagen je slaapritme om te gooien? Doe dat dan in elk geval verantwoord.

Polyfasisch slapen is geen ‘biohack’ om meer uren over te houden in je dag. Het is dus onverstandig om je lichaam ertoe aan te zetten te overleven op minder slaap. Verstandiger is het om te kijken of je biologische klok misschien vanzelf anders gaat tikken als je eerder naar bed gaat. Ontwaak je uit jezelf midden in de nacht, om daarna weer weg te doezelen? Misschien is polyfasisch slapen dan wel iets voor jou.