Als je het weerbericht moet geloven, begint de herfst steevast op de eerste dag van september. Astronomen daarentegen luiden de herfst pas weken later in, namelijk met de herfstequinox, die meestal rond 22 of 23 september valt. Wie heeft er dan gelijk? Dat hangt ervan af of je het hebt over de astronomische of de meteorologische herfst. Beide zijn juist – afhankelijk van het perspectief.

Astronomische herfst: bepaald door de zon

Al sinds mensenheugenis kijken we naar de hemel om de lengte van de seizoenen te bepalen. De oude Romeinen waren de eersten die met de invoering van de Juliaanse kalender de vier seizoenen officieel indeelden. Destijds begonnen de seizoenen op een andere datum dan tegenwoordig, vooral vanwege de latere overgang naar de Gregoriaanse kalender die we nu gebruiken.

Het begin van elk astronomisch seizoen wordt gemarkeerd door een equinox (of nachtevening) of door een zonnewende. We spreken van een equinox wanneer dag en nacht overal op aarde vrijwel even lang duren. Dat gebeurt tweemaal per jaar: in het voorjaar en in de herfst, wanneer de zon loodrecht boven de evenaar staat.

Leestip: Waarom bestaan zomertijd en wintertijd?

Tijdens een equinox is ongeveer de helft van onze planeet gehuld in duisternis, terwijl de andere helft in daglicht baadt. Na de herfstequinox worden de dagen op het noordelijk halfrond steeds korter, totdat de winterzonnewende in december de kortste dag van het jaar markeert.

Maar er zit een addertje onder het gras: een zonnejaar duurt 365,2422 aarddagen. Daardoor begint de astronomische herfst elk jaar op een net iets ander moment – lastig om precies op een kalender vast te leggen.

Meteorologische herfst: vast op 1 september

Al in de achttiende eeuw, en mogelijk eerder, zochten wetenschappers naar een methode die praktischer was om weersvoorspellingen te maken en het groeiseizoen beter te volgen. Zo ontstond het idee van de meteorologische seizoenen.

Leestip: Op pad in het najaar? Ontdek de mooiste herfstwandelroutes van Nederland

Dit systeem is eenvoudiger: het jaar wordt verdeeld in vier seizoenen van elk precies drie maanden, gebaseerd op de gemiddelde maandtemperatuur. De winter valt in de drie koudste maanden, de zomer in de drie warmste.

Op het noordelijk halfrond begint de herfst volgens deze indeling altijd op 1 september en eindigt op 30 november. Op het zuidelijk halfrond verloopt het precies omgekeerd: daar begint de herfst op 1 maart en eindigt op 31 mei.

De herfst begint twee keer

Dankzij dit vaste model kunnen meteorologen gemakkelijker statistieken vergelijken en betrouwbare voorspellingen doen. En voor ons betekent het dat we zowel op 1 september als rond 22 september de start van de herfst kunnen vieren – afhankelijk van welk systeem je volgt.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!