Kijk op zondag 15 december om 20:00 naar Drain the Oceans: Thai Rescue Cave, met 3D-beelden van de Thaise grot en van de reddingsactie.
Vorige zomer raakte een team van jeugdvoetballers vermist in het langste grotstelsel van Thailand. Een paar dagen later begonnen overal ter wereld mobiele telefoons op te lichten – als een moderne versie van het Batman-signaal. Eén van die telefoons was van een voormalige brandweerman uit het Engelse Coventry. Een andere van een IT-consultant die 128 kilometer verderop woonde, in Bristol. Dan was er nog een gepensioneerd dierenarts uit Perth, Australië, en een anesthesist uit Adelaide. Het waren allemaal typische professionals van middelbare leeftijd, grotendeels uit Groot-Brittannië, maar ze hadden één zeer bijzondere vaardigheid gemeen: ze behoorden tot de beste grotduikers ter wereld.
De telefoontjes waren kort en zakelijk, want er was geen tijd voor lange toelichtingen. Het grotstelsel Tham Luang was snel aan het vollopen en het moessonseizoen kwam eraan, waardoor de levens van twaalf jongens van elf tot zestien jaar oud en hun coach (25) in een waterig graf zouden eindigen. De grotduikers lieten alles liggen waar ze mee bezig waren en vlogen naar de provincie Chiang Rai in het noorden van Thailand, waar ze zich aansloten bij een internationaal team van topduikers uit Thailand, militaire duikers en reddingsduikers uit de VS, Australië en China, en geduchte SEAL’s van de Koninklijke Thaise Marine, die de zoektocht onder de felle schijnwerpers van de internationale media coördineerden.
“Er zijn misschien enkele honderden grotduikers in de wereld, maar slechts een paar op dat niveau,” zegt Richard Harris, de anesthesist uit Adelaide (en ontvanger van een National Geographic-beurs) die een sleutelrol in de reddingsoperatie speelde. “De jongens van het Britse team zijn de eersten die je dan belt.”
De situatie in Tham Luang was grimmig. Samen met een groep Europese duikinstructeurs en -gidsen die op de weelderig begroeide eilandjes voor de Thaise kust duikwinkels runden, hadden de Thaise SEAL’s veel moeite om een grote grotkamer te passeren die aan het einde van de gebruikelijke toeristische route door het grotstelsel lag, op ongeveer achthonderd meter van de ingang. Voordat de jongens vermist waren geraakt, had een van hen het over een populaire grot genaamd Pattaya Beach gehad, maar die grot lag nog eens achthonderd meter dieper in de berg, waar de duikers werden tegengewerkt door een woeste stroom van modderig water die uit de richting van de grot stroomde. Ben Reymenants, een Belgische duikinstructeur die op Phuket werkt, was een van de eerste vrijwilligers. Tegen een verslaggever zei hij dat de plek deed denken “aan de bodem van de rivier de Colorado, waar je je hand over hand stroomopwaarts moet vechten.”
Vanwege het extreme gevaar dat de grotduiksport met zich meebrengt, fungeren speleologische reddingsduikers vaak als de begrafenisondernemers van hun wereldje. Ze zijn veel meer gewend aan het bergen van levenloze lichamen (soms van vrienden) dan aan het redden van mensen. De Britse duiker John Volanthan, de IT-consultant, vreesde dat het in de Tham Luang-grot niet anders zou zijn. Hij en zijn duikpartner, ex-brandweerman Richard Stanton, arriveerden op de woensdag nadat de jongens vermist waren geraakt en begonnen zich heel gestaag tegen de stroom in door de grot te trekken, waarbij ze onderweg zware klimtouwen voor navolgende redders bevestigden. De volgende vier dagen werkten de internationale groep duikers en de SEAL’s twaalf tot veertien uur per dag in de grot, waarbij ze zich onder water meter voor meter in het inktzwarte duister voorttrokken en af en toe uit het water opdoken om alle grotkamers op de aanwezigheid van de jongens te checken.
Tien dagen later waren de kinderen nog altijd niet gevonden. Sommige reddingswerkers schatten hun kans op overleving in op hooguit tien procent. Volanthan en Stanton waren vastbesloten om het die dag zo lang mogelijk vol te houden door zo spaarzaam mogelijk met hun zuurstofvoorraad om te gaan. Ze bereikten de grot van Pattaya Beach. Geen jongens te bekennen. Ze gingen verder en begonnen hun reservevoorraad zuurstof aan te spreken. Telkens wanneer ze opdoken, sloten ze hun flessen af om zoveel mogelijk zuurstof te sparen. Uiteindelijk, in de negende grotkamer en bijna tweeënhalve kilometer vanaf de ingang, deden ze hun duikmaskers af en werden begroet door een onaangename stank.
“We dachten aan lichamen die tot ontbinding waren overgegaan,” zegt Volanthan. Maar in het flikkerende licht van hun helmlampen zagen ze de uitgemergelde maar lachende gezichten van de jongens – zoals vereeuwigd in de helmcameravideo die al snel de wereld rond zou gaan. Op de achtergrond hoor je Stanton tellen, terwijl de kalme stem van Volanthan zegt: “Met zijn hoevelen zijn jullie? Dertien? Briljant!”
Zeven Thaise SEAL’s, onder wie een arts, wisten de kinderen de volgende dag te bereiken. Ze hadden voedsel en medicijnen bij zich en begonnen de jongens aan te sterken voor wat nog zou komen. Op de heenweg gebruikten de arts en drie SEAL’s hun hele zuurstofvoorraad op, waarna ze tot aan het einde toe bij de jongens zouden blijven. Maar de volgende stap was een dilemma. De jongens moesten door een reeks van passages van in totaal achthonderd meter lengte worden begeleid, en die passages stonden allemaal tot aan het plafond onder water. Een van de plannen was om de jongens van voedselvoorraden voor minstens een half jaar te voorzien en te wachten totdat het water zich zou terugtrekken. Dat idee werd verworpen toen de duikers het zuurstofgehalte in de grot maten: ze ontdekten dat het al van de gebruikelijke 21 naar 15 procent was gedaald. De jongens zouden het niet langer dan een maand uithouden. Een ander plan behelsde dat er een tunnel naar de grot werd geboord, vergelijkbaar met de schacht waarmee in 2010 de Chileense mijnwerkers werden gered. Maar dat idee werd beschouwd als té gecompliceerd en gevaarlijk. Teams van vrijwillige rotsklimmers – en zelfs de beroemde vogelnestjesplukkers van het eiland Libong – hadden dagenlang van bovenaf de diepe zinkgaten van het grotstelsel afgespeurd op de aanwezigheid van een alternatieve route naar de jongens. Maar tevergeefs.
De enige manier die overbleef, was het begeleiden van de jongens en hun trainer naar de uitgang. Maar geen van hen had enige duikervaring. Zelfs de Thaise SEAL’s die vanuit de grot van de jongens naar de uitgang wisten terug te keren, vonden dat het simpelweg onmogelijk zou zijn om de jongens al duikend door een reeks smalle en kronkelige passages, verticale schachten en zijtunnels naar de uitgang te begeleiden. Enkele van deze schachten waren ruim vijftien meter lang. Onderweg was de smalste flessenhals niet breder dan zo’n zestig centimeter. Als tragische onderstreping van de gevaren van de route kwam de Thaise ex-SEAL Saman Gunan, een ervaren duiker, om het leven toen hij zuurstofflessen van en naar de grot transporteerde. Niemand weet precies waarom of hoe dit gebeurde, maar het was een grimmige herinnering aan de grote risico’s die de duikers en de uitgehongerde jongens liepen. Uiteindelijk besloot het Britse duikteam dat er maar één mogelijkheid was: de jongens zouden met behulp van verdoving bewusteloos worden gemaakt, volledig worden ingepakt en van ademhalingsmaskers worden voorzien. Hun armen zouden met plastic binders op de rug worden vastgebonden, zodat ze zichzelf en hun redders niet in de problemen zouden brengen als ze onderweg onverhoopt zouden bijkomen en in paniek zouden raken. De duikers ontwierpen speciale duikharnassen voor de jongens, met handgrepen op de rug, zodat ze de kids als menselijke duffelzakken al zwemmend en duikend naar de ingang konden transporteren.
“We stonden voor een onmogelijk dilemma,” zegt Volanthan. “Als ze daar zouden blijven, zouden ze allemaal omkomen. Als we ze naar buiten brachten, hadden we de kans dat sommigen het zouden overleven. Het was kiezen tussen twee kwaden. Uiteindelijk was het: het doel heiligt de middelen.”
Harris werd bij de operatie betrokken vanwege zijn duikexpertise en zijn medische opleiding, want hij was de enige grotduiker-anesthesist in de wereld. Eerst was hij faliekant tegen het plan. “Ik dacht dat het totaal niet zou werken,” zegt Harris. “Ik verwachtte dat de eerste twee kinderen zouden verdrinken en dat we dan iets anders moesten verzinnen. Ik schatte hun kans op overleven op nul procent.”
Maar het werkte wél. Langzaam en nauwgezet werden de jongens een voor een in een wetsuit gehuld en kregen ze een alprazolam-pil en daarna een injectie met ketamine, een sterk verdovingsmiddel met het bijkomende voordeel dat het tot geheugenverlies leidt. Veel van de jongens moesten onderweg door de duikers nogmaals of zelfs tweemaal worden herverdoofd. Terwijl veel mensen in de wereld met afschuw reageerden toen ze meer te weten kwamen over de details van de reddingsoperatie, reageerden de jongens zelf verrassend instemmend. En wie zou ze ongelijk geven? Zij waren het die in een diepe put vol menselijke oerangsten waren gevallen, geconfronteerd als ze werden met inktzwarte duisternis en de kans op verstikking, verdrinking, onderkoeling en verhongering of om levend begraven te worden. Ze waren koud en uitgehongerd en wilden hun familie zien. En ze waren ongelooflijk dapper. Geen van de jongens liet een traan.
De jongens zaten in de negende grot. Alleen de meest ervaren grotduikers – allen vrijwilligers uit Groot-Brittannië – zouden de jongens en hun trainer tussen grot nummer negen en grot nummer drie transporteren, waarbij ze in elke grot werden geholpen door het Europese team, oftewel de groep van ervaren duikinstructeurs die in het toeristische zuiden van Thailand woonden en werkten. In grot nummer drie zouden de jongens medisch worden gecheckt door het Amerikaanse team van militaire duikers en vervolgens op sledes langs een haag van zo’n honderd reddingswerkers uit zes verschillende landen voorzichtig naar de uitgang worden getransporteerd. Een voor een werden ze naar buiten gedragen en daarna snel overgebracht naar een ziekenhuis in Chiang Rai, waar ze in goede gezondheid bleken te zijn. Geen van de jongens noch de trainer herinnerde zich ook maar iets van zijn reis uit de onderwereld.
De drie dagen durende reddingsoperatie verliep niet zonder problemen. John Volanthanbracht drie kinderen naar buiten maar bleef tijdens de laatste tocht haken in telefoonkabels die al vóór het overstromen van de grot waren aangelegd. Hij moest de bewusteloze jongen eerst lossnijden voordat hij verder kon. De Deen Ivan Karadzic, een van de ondersteunende duikinstructeurs, raakte de gidslijn kwijt toen hem de adem werd benomen door zijn geleende grothelm en hij het kinbandje niet los kon krijgen. Gelukkig vond hij de gidslijn in het aardedonker weer terug en wist verder te gaan. Chris Jewell, een van de Britse duikers, had minder geluk. Hij liet de gidslijn uit z’n handen glippen toen hij zijn menselijke bagage van de ene hand naar de andere overpakte. Hij kon de lijn niet meer terugvinden, voelde uiteindelijk een kabel op de bodem van de tunnel en volgde die terug naar de grot vanwaaruit hij was vertrokken. Harris volgde hem op de terugweg en zag hem in de grot: het bloed droop van zijn gezicht. Hij nam het kind van Jewell over en transporteerde de jongen over de rest van de route naar de uitgang.
Toen alles achter de rug was en de trucks van de media waren vertrokken, kregen veel duikers in hun landen van herkomst onderscheidingen voor de moed die ze hadden getoond. Maar ze wezen elke verwijzing naar heldendom af en waren vol lof over het leger van vrijwilligers dat de jongens had gered. Volgens Karadzic, de Deense ex-vertegenwoordiger die duikinstructeur in Koa Tao was geworden, waren er meer dan zevenduizend vrijwilligers op de berg aanwezig. Sommigen kookten de 20.000 maaltijden per dag die gratis aan de reddingsteams werden verstrekt. Anderen bedienden de pompen of probeerden de watervloed beheersbaar te maken door het verleggen van de bergbeekjes die aan de bovenzijde het grotstelsel in stroomden. Daarmee werd de jongens en hun trainer kostbare extra tijd gegund. Ingenieurs, waterbouwkundigen en boorteams bewerkten de rotsbodem om zoveel mogelijk grondwater uit de berg weg te pompen. Daardoor liepen de rijstvelden van honderden arme Thaise boeren onder water, die hun gewassen kwijtraakten maar om geen enkele compensatie vroegen. Taxichauffeurs vervoerden vrijwilligers gratis van en naar het vliegveld. Anderen deden de was voor de reddingswerkers. Het was een waarlijk internationale en gezamenlijke inspanning.
“Ik heb duizenden berichten uit de hele wereld gekregen waarin we niet alleen werden bedankt voor het redden van de kinderen, maar ook omdat we de hele wereld samen hadden gebracht en een voorbeeld voor de mensheid waren geweest,” zegt Karadzic. “Zelfs als je nog nooit in het binnenste van een grot bent geweest, is het toch iets waarvan iedereen zich een voorstelling kan maken. Wie is als kind niet doodsbang in het donker geweest?”
De meeste mensen worden alleen al door het lezen over grotduiken enigszins nerveus. Dat mensen dit voor hun plezier doen, blijft een beetje verbluffend.
“Het is een zeer verstandelijke sport,” zegt dokter Richard Harris. “Er is geen sprake van een adrenalinestoot. Het komt veel meer aan op een meditatieve geestestoestand. Het hele idee is om zeer ontspannen, kalm en soepel in het water te zijn. Veel grotduikers zijn tamelijk introvert en vaak heel rustig. Maar je zou geen competenter, pragmatischer en moediger groep kunnen vinden dan de lui die het lastige deel van deze reddingsoperatie hebben uitgevoerd.”
ToenHarris’ collega-duiker Chris Challen werd geëerd met de hoogste Australische onderscheiding voor het betonen van burgermoed, sprak hij waarschijnlijk voor alle grotduikers toen hij tegen verslaggevers zei: “Wij zijn niet meer dan een stel doodgewone kerels met een ongebruikelijke hobby.”
De documentaire-afdeling van National Geographic heeft bekendgemaakt dat zij een film over de reddingsactie zal produceren, in de hoop die in de loop van 2020 uit te brengen.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com