De Canadese firma Reconnaissance Energy Africa (ReconAfrica), dat zich richt op exploratieboringen voor het ontsluiten van olie- en gasvoorraden, heeft ten behoeve van een proefboring naar aardolie een stuk grond geëgaliseerd dat ruim binnen een beschermd reservaat in het noordoosten van Namibië ligt. Twee plaatselijke voormannen hebben naar eigen zeggen banen aangeboden gekregen als ze over de activiteiten van het bedrijf zouden zwijgen.
De Kapinga Kamwalye Conservancy ligt direct aan de rivier de Okavango en strekt zich over een afstand van 33 kilometer ten zuiden van de Kalahariwoestijn uit. Het natuurgebied werd in 2018 ingesteld om charismatische dieren als olifanten en zeldzame sabelantilopen te beschermen. De Conservancy trekt ook veel toeristen en biedt werkgelegenheid aan een deel van zijn 3700 inwoners. De dorpjes in het natuurgebied liggen verspreid tussen groepjes torenhoge teak-, palissander- en mopanebomen, die zorgen voor de zo belangrijke schaduw in deze warme streek.
Maar vorig jaar december kwam de exploratiemaatschappij.
Nu gaapt er een gat ter grootte van vijf voetbalvelden in de Kapinga Kamwalye Conservancy. De kwetsbare vegetatie werd in januari van dit jaar door het bedrijf met bulldozers gerooid om plaats te maken voor een eerste testbron. Grote reservoirs voor de opvang van boorvloeistof zijn gevuld met zwart water. Op de grond zijn de afdrukken van zware seismische testplaten te zien, terwijl gerooide en afgebrande bomen liggen opgestapeld langs de onverharde wegen die door het gebied zijn getrokken.
National Geographic begon vorig jaar met zijn berichtgeving over de zorgen die er bestaan over de exploratieboringen van ReconAfrica in de directe nabijheid van de Okavangodelta, een Wereldnatuurerfgoed. Sindsdien is de weerstand tegen het project in Namibië en daarbuiten verder gegroeid.
Nieuwe aanwijzingen, waaronder luchtfoto’s uit september 2021, wijzen erop dat ReconAfrica zonder de daartoe benodigde vergunningen binnen het natuurgebied heeft geboord.
In een verklaring die per e-mail aan National Geographic is verzonden, schrijft het bedrijf: ‘ReconAfrica ontkent categorisch dat het bij enige vorm van wangedrag betrokken is.’
‘De toewijding van het bedrijf aan verantwoord ondernemen berust op de hoogste standaards voor bedrijfsvoering, respect, integriteit en verantwoordelijkheid.’ De firma wilde geen antwoord geven op een gedetailleerde lijst van vragen die per e-mail door National Geographic is ingediend.
Lees ook: Proefboring naar olie en gas gestart in Okavango-regio van Namibië
Intussen diende een klokkenluider – een expert in internationale beursgenoteerde bedrijven – op 5 mei een officiële klacht in bij de Amerikaanse beurswaakhond Securities and Exchange Commission (SEC), waarin ReconAfrica ervan wordt beschuldigd dat het toezichthouders en investeerders misleidt met onjuiste informatie over zijn activiteiten. Na de vertrouwelijke klacht, die is gebaseerd op publiek toegankelijke gegevens, riepen twee afgevaardigden van het Amerikaanse Congres op tot een onderzoek door het Amerikaanse ministerie van Justitie en de SEC. (Geen van beide diensten wilde bevestigen dat er een onderzoek naar de activiteiten van ReconAfrica loopt.)
Onlangs is ook een groepsvordering tegen directeuren en zakenrelaties van ReconAfrica ingediend, wegens schendingen van de federale regelgeving voor beursgenoteerde bedrijven.
Bekende milieuactivisten hebben zich inmiddels met de zaak bemoeid. Celebrity’s als Leonardo DiCaprio, Forest Whitaker en Ellen DeGeneres behoren tot de ondertekenaars van een open brief van de milieuorganisatie Re:wild, waarin wordt opgeroepen de booractiviteiten van ReconAfrica op te schorten. En de Britse prins Harry schreef samen met de Namibische wetenschapper en activist Reinhold Mangundu een artikel voor The Washington Post waarin wordt gewezen op de risico’s die de boringen van ReconAfrica voor de regio met zich meebrengen.
ReconAfrica kreeg in 2015 en 2020 de benodigde vergunningen voor de exploratie naar aardolie en aardgas in een gebied van ruim 34.000 vierkante kilometer binnen het ecologisch kwetsbare en zeer faunarijke stroomgebied van de Okavangodelta, in Namibië en Botswana. Volgens de UNESCO is de delta, een oase van leven met een oppervlakte van ruim 18.000 vierkante kilometer, een natuurlijk landschap van ‘uitzonderlijke waarde voor de mensheid.’ In het gebied leven talloze bedreigde diersoorten, waaronder hyenahonden, witruggieren, zwarte neushoorns en Afrika’s laatste nog resterende kudde savanneolifanten.
De exploratieconcessies van het bedrijf beslaan een aanzienlijk deel van de uitgestrekte Kavango-Zambezi Transfrontier Conservation Area (KAZA), die door vijf landen in zuidelijk Afrika werd ingesteld, deels met het doel om de bovenlopen van de grotere rivieren in de regio, waaronder de Okavango, te beschermen.
Lees ook: Oeganda sluit zich aan bij ‘Rechten van de natuur’-beweging maar blijft naar olie boren
De Namibische concessies van ReconAfrica zijn nog tot 29 januari 2023 geldig, en naar eigen zeggen zal het bedrijf in de loop van 2022 meerdere exploratiebronnen in het gebied slaan. Tot nu toe zijn testboringen zo’n 260 kilometer stroomopwaarts van de delta uitgevoerd.
Critici van het project wijzen erop dat ReconAfrica voor een benadering heeft gekozen waarbij er eerst wordt geboord en pas naderhand vergunningen worden aangevraagd. Er worden stukken land gerooid en testboringen uitgevoerd voordat de daartoe benodigde vergunningen zijn afgegeven, terwijl ook het afvalwater wordt afgevoerd voordat daarvoor toestemming is verleend.
‘Het precedent om eerst te gaan boren en pas daarna vergunningen aan te vragen ondermijnt de hele milieueffectrapportage, de regelgeving van het land en natuurlijk het principe van verantwoord ondernemen,’ zegt Erica Lyman, hoogleraar rechten en directeur van de Global Law Alliance for Animals and the Environment van de Lewis & Clark Law School in Portland, Oregon.
Claire Preece, woordvoerster van ReconAfrica, verklaarde in oktober 2020 tegenover National Geographic dat het bedrijf ‘ervoor zou zorgen dat deze bronnen geen aantasting van het milieu’ met zich zouden meebrengen. Ook zei ze dat ‘ReconAfrica zich aan de Namibische regelgeving, aan Namibisch beleid en aan internationale ‘best practices’ houdt.’
Bedreigde levenslijn
ReconAfrica is zijn boorproject begonnen in een tijd waarin ook andere gevaren het ecosysteem van de regio bedreigen. Door de schaarse regenval is de jaarlijkse toestroom van water naar de Okavangodelta volgens metingen van het Botswaanse ministerie van Mijnbouw en Energie lager dan ooit.
In een recent artikel in het tijdschrift Conservation Namibia schreven drie wetenschappers dat de watertoevoer waarvan ‘een groot deel van het leven, de productie en de economie’ van de regio afhankelijk is, wordt bedreigd door het hoge waterverbruik door de commerciële landbouw in Namibië en Angola en daarnaast door vervuiling en de klimaatverandering. De situatie is zó nijpend dat een diepgaand onderzoek naar de aantasting van het hele stroomgebied dringend nodig is, aldus de auteurs. ‘Hoe zwaarder de rivier wordt aangetast, des te moeilijk wordt het om een oplossing te vinden en des te eenvoudiger wordt het om verdere aantastingen te accepteren.’
De rivieren die de Okavangodelta voeden, ontspringen in Centraal-Angola, lopen vervolgens langs het concessiegebied van ReconAfrica in het noordoosten van Namibië en monden tenslotte in Botswana uit in een waaier van uitgestrekte wetlands, de Okavangodelta. Het hele stroomgebied wordt niet op dezelfde strikte wijze beschermd als de wereldberoemde delta zelf, vooral omdat de drie landen het niet eens zijn over de bestemming van het gebied.
Als ReconAfrica commercieel haalbare voorraden aan aardolie in de regio zou vinden, zouden er volgens Surina Esterhuyse, geohydrologe aan de Universiteit van de Vrijstaat in Bloemfontein, Zuid-Afrika, aanzienlijke hoeveelheden van dat steeds schaarsere water gebruikt moeten worden om die aardolie uit de grond te krijgen. Ook zou de rivier de Okavango door afvalwater van olie- en gasboringen in Namibië en Botswana vervuild kunnen worden, waarna die vervuiling zich in de Okavangodelta zou concentreren, aangezien de delta geen afvoer naar zee heeft.
Naar eigen zeggen heeft het bedrijf een bufferzone langs de Okavango ingesteld om de rivier tegen vervuiling te beschermen. ‘ReconAfrica gebruikt bij zijn exploratieboringen de meest geavanceerde technologieën en systemen die beschikbaar zijn om er zorg voor te dragen dat al het water, zowel boven- als ondergronds, wordt beschermd,’ aldus het bedrijf in een factsheet over waterbeheer dat het in september heeft gepubliceerd.
Ook tijdens de exploratieboringen zelf is watervervuiling een reden tot zorg, zoals National Geographic in maart berichtte. ReconAfrica heeft de bodem van zijn reservoirs voor de opslag van afvalwater niet bedekt met een waterdichte barrière van plastic om te voorkomen dat chemicaliën het grondwater in sijpelen, in weerwil van de gebruikelijke ‘best practice’ in British Columbia, waar ReconAfrica is gevestigd.
Volgens het factsheet van de maatschappij over boorvloeistoffen zijn de bodems van de reservoirs bedekt met een laag bentoniet, een kleisoort die opzwelt als hij vochtig wordt en zo een afdichting vormt. Maar op luchtfoto’s die in september 2021 door een journalist zijn genomen, is te zien dat de wanden van de reservoirs aan erosie onderhevig zijn.
In januari begon ReconAfrica met de aanleg van zijn eerste exploratiebron in Kawe. Volgens de Namibische minister van Landbouw, Water en Landhervorming, Calle Schlettwein, gebeurde dat zonder de vereiste watervergunningen. Het ministerie heeft niet geantwoord op vragen van National Geographic, maar in een reportage die op 13 december in de krant The Namibian is verschenen, verklaarde Schlettwein dat het bedrijf zonder de benodigde vergunningen niet had mogen beginnen met boren. ‘Dat deden ze illegaal,’ zei hij. ‘We hebben herhaald dat ze zonder enige vergunning niet naar water mogen boren. We hebben gedreigd om helemaal geen vergunning meer af te geven als ze op deze wijze zouden doorgaan.’
Een halfjaar nadat de boorwerkzaamheden op de eerste proeflocatie waren begonnen en ongeveer een maand nadat men op de tweede locatie was begonnen met boren (een kleine dertien kilometer verder naar het noordoosten, in de Kapinga Kamwalye Conservancy), liet ReconAfrica op 24 juni in een persbericht weten dat het ‘alle vergunningen voor het slaan van waterputten en booroperaties’ had ontvangen. Het bedrijf maakte verder niet duidelijk welke activiteiten door die vergunningen werden toegestaan, noch konden functionarissen op verzoek kopieën van die vergunningen overleggen. Schlettwein verklaarde in The Namibian dat de coördinatie tussen de diverse ministeries niet soepel is verlopen en dat ReconAfrica ervan uitging dat de concessie van het ministerie van Mijnbouw en Energie ook toestemming voor het slaan van waterputten inhield.
Groeiende controverse
Reinhold Mangundu, de Namibische activist en wetenschapper die onlangs samen met prins Harry een artikel over de booractiviteiten van ReconAfrica heeft geschreven, zei in een interview dat ‘politici nu de juiste vragen beginnen te stellen’ – vragen die mede zijn ingegeven door de inheemse bevolking, mensenrechtenactivisten, internationale experts en wetenschappers. De toenemende zorgen over het project, die onder de plaatselijke bevolking leven en verder zijn aangewakkerd door de internationale gemeenschap en Namibische en Amerikaanse politici, ‘dragen ertoe bij dat de gebrekkige regelgeving die tot goedkeuring van het project hebben geleid, ter discussie worden gesteld.’
Plaatselijke actiegroepen tegen het boorproject en inheemse organisaties hebben het afgelopen jaar gedemonstreerd in de Namibische hoofdstad Windhoek. Tijdens openbare hoorzittingen in juni maakten Namibische politici hun zorgen kenbaar over het tekortschietende toezicht door de betrokken ministeries. En het Namibische Hooggerechtshof behandelt inmiddels een zaak die door een boer is aangespannen die beweert dat ReconAfrica zijn land illegaal heeft gerooid voor de aanleg van een exploratiebron.
Maar naar eigen zeggen had het bedrijf de beschikking over ‘gedocumenteerde toestemming’ van de plaatselijke inheemse voorman om het land te rooien.
Het New Yorkse advocatenkantoor Rosen, dat bekendstaat om zijn expertise op het gebied van de rechten van investeerders, heeft een groepsvordering tegen elf directeuren en partners van ReconAfrica ingediend, wegens ‘schending van de federale regelgeving inzake het aandelenrecht.’ In de zaak worden onder anderen de voorzitter van de raad van bestuur van ReconAfrica, James Jay Park, directeur Scot Evans, de Namibische milieuconsultant Sindila Mwiya en drie woordvoerders van ReconAfrica genoemd. In de vordering wordt gesteld dat vertegenwoordigers van het bedrijf ‘de plicht hadden om accurate en waarheidsgetrouwe informatie’ te verspreiden en ‘inhoudelijk onjuiste of misleidende’ verklaringen te corrigeren.
Volgens Lyman van de Lewis & Clark Law School wordt ReconAfrica middels de vordering aansprakelijk gesteld voor een vermeend onjuiste weergave van zaken, die ‘investeerders mogelijk hun spaargeld heeft gekost’ en wordt erin benadrukt dat de activiteiten van het bedrijf plaatselijke gemeenschappen, het milieu en de wilde flora en fauna bedreigen.
In een persverklaring op 28 oktober maakte ReconAfrica bekend dat het ‘vastberaden zal optreden om zichzelf tegen al deze claims te verdedigen.’
In Canada hebben het Center for International Environmental Law en andere milieugroepen op 16 september een verzoek ingediend bij de TSX Venture Exchange (de aandelenbeurs waar ReconAfrica staat genoteerd) om onderzoek te doen naar een mogelijke ‘misleidende voorstelling van zaken’ in de openbare publicaties van het bedrijf, waardoor investeerders en toezichthouders mogelijk om de tuin zijn geleid.
Aandelen van het bedrijf staan ook aan de Duitse beurs in Frankfurt genoteerd, en in een e-mail bevestigde een woordvoerder van de Duitse beurswaakhond BaFin tegenover National Geographic dat de toezichthouder de handelspraktijken van het bedrijf momenteel ‘analyseert.’
Kapinga Kamwalye Conservancy
Op een zinderende zondagmiddag in september reed een verslaggever van National Geographic van het dorp Shitemo aan de rivier de Okavango naar de Kapinga Kamwalye Conservancy om nader onderzoek te doen naar de activiteiten van ReconAfrica.
Namibische ‘conservancy’s’ of wildreservaten beslaan ruim twintig procent van het grondgebied van het land en worden beschouwd als schoolvoorbeelden van de wijze waarop het behoud van de wilde flora en fauna kan samengaan met de ontwikkeling van het platteland en de bescherming van natuurlijke hulpbronnen.
ReconAfrica’s tweede testlocatie, in de buurt van Mbambi, ligt binnen de Conservancy.
Volgens de eigen milieueffectrapportage van het bedrijf zou de boorlocatie oorspronkelijk buiten het reservaat liggen, maar ze werd later een kleine vijf kilometer naar het noordoosten verplaatst. (De maatschappij wilde niet ingaan op vragen over de reden voor die verplaatsing.)
Gezeten onder een reusachtige kigelia of ‘leverworstboom’ in de regionale hoofdstad Roendoe, dat aan de rivier de Okavango ligt, wordt het zachte stemgeluid van de leider van de Conservancy, Thomas Muronga, bijna overstemd door het hoge gekwetter van Meyer-papegaaien die zich tegoed doen aan de bloesems van de boom. Hij zegt dat de boorlocatie van ReconAfrica ‘illegaal’ binnen de Conservancy van zijn stam is aangelegd.
In juni zei ReconAfrica’s directeur publieksvoorlichting Evans in een persverklaring dat het bedrijf van plan was ‘méér te doen dan wat de regelgeving voorschrijft.’ Maar in het halfjaar dat sindsdien is verstreken, heeft ReconAfrica nog altijd geen toestemming gekregen van de Kavango East Communal Land Board, een groep van lokale vertegenwoordigers die krachtens de Namibische Communal Land Reform Act de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid heeft over plaatselijke kwesties inzake landgebruik.
Volgens Muronga, die zitting heeft in de plaatselijke Land Board, heeft het bedrijf pas op 28 juni – bijna een halfjaar nadat het stuk bos voor de aanleg van de eerste boorlocatie was gerooid en daar met boren was begonnen – het desbetreffende verzoek bij de Land Board ingediend. Tijdens een parlementaire hoorzitting in Windhoek bevestigde de voorzitter van de raad, Bernardino Mbumba, op 23 november dat de aanvraag van het bedrijf in behandeling is – ook al was ReconAfrica al in januari 2021 begonnen met het rooien van stukken land voor de aanleg van de boorlocatie.
De wet schrijft voor dat een lokale landraad pas een besluit over een aanvraag kan nemen nadat een bedrijf eerst schriftelijke toestemming heeft gekregen van het ministerie van Landbouw, Water en Landhervorming, van de plaatselijke stamraad en – als het project binnen een Conservancy ligt – van de voormannen van die Conservancy. Zelfs daarna kan een lokale landraad een project niet goedkeuren als het wordt beschouwd als een ondermijning van de doelstellingen van de Conservancy, zoals die zijn vastgelegd in vijfjarenplannen die bij de regering zijn ingediend.
Volgens Muronga is de Kapinga Kamwalye Conservancy opgezet ‘ten behoeve van het wildbeheer,’ niet voor het boren naar olie.
Onduidelijk is of ReconAfrica van het ministerie toestemming heeft gekregen om stukken land binnen de Conservancy te gebruiken. (Het ministerie reageerde niet op ons verzoek om commentaar.) Maar zelfs als er toestemming is verleend, zou dat slechts een eerste stap zijn in een proces van meerdere stadia.
Lees ook: Geplande stijging fossiele brandstoffen impliceert gevaarlijke klimaatverandering
Volgens voorman Muronga van de Kapinga Kamwalye Conservancy heeft het reservaat geen toestemming voor de boringen gegeven en heeft het bedrijf van tevoren nooit met de beheerders van de Conservancy overlegd over de boorplannen.
’Plotseling merkten we dat ze in ons gebied waren,’ zei hij. ‘Ze egaliseerden het bos met bulldozers.’
ReconAfrica heeft naar eigen zeggen schriftelijke toestemming voor het landgebruik ontvangen van het traditionele stamhoofd, een plaatselijk leider die besluiten op basis van het lokale gewoonterecht neemt. Maar krachtens de Communal Land Reform Act is zo’n brief zonder aanvullende toestemming van de inheemse landraad betekenisloos.
Op de parlementaire hoorzitting van 23 november zei Mbumba dat ReconAfrica negen maanden lang zonder vergunning van de Kavango East Communal Land Board actief is geweest. Deze landraad gaat over al het land waarop de maatschappij proefboringen uitvoert.
Desondanks heeft de landraad het bedrijf geen boetes opgelegd noch verboden om verder te boren. ‘Op dat punt zijn we tekortgeschoten,’ erkende Mbumba. De plaatselijke landraad was volgens hem bezorgd over de situatie.
In september keurde de plaatselijke landraad de aanleg van de eerste boorlocatie met terugwerkende kracht alsnog goed, maar ReconAfrica’s aanvraag voor toestemming voor de aanleg van een tweede bron, ditmaal binnen de Conservancy, is nog in behandeling.
Aanbod functies
Max Muyemburuko is voorzitter van de Kavango East and West Regional Conservancy and Community Forest Association, die toezicht houdt op alle reservaten in de regio. Hij is ook voorzitter van het Muduva Nyangana Conservancy, een natuurreservaat dat in het gebied ligt waarvoor ReconAfrica een vergunning heeft gekregen.
Muronga en hij hebben zich het afgelopen jaar publiekelijk uitgesproken tegen de activiteiten van ReconAfrica. In mei zei Muyemburuko tegen National Geographic dat hij het idee had dat zijn leven gevaar liep omdat hij zijn zorgen had geuit over de exploratie-activiteiten van de oliemaatschappij en over de behandeling van de lokale bevolking.
In september stelden beide mannen dat hen ongevraagd functies waren aangeboden bij ReconAfrica, voor het monitoren van diersoorten. Zij zagen dit als een poging om hen om te kopen.
Naar hun zeggen nodigden Shakwa Nyambe en Francois Jahs, die als respectievelijk jurist en aannemer voor ReconAfrica werken, hen uit voor een bijeenkomst op 28 mei in de Kavango River Lodge in Rundu. Muronga overhandigde National Geographic een e-mail die Jahs twee dagen daarvoor had verstuurd, met een plan voor het monitoren van diersoorten dat Jahs zou willen bespreken.
Volgens Muyemburuko zeiden de twee medewerkers van het bedrijf tijdens de bijeenkomst tegen hem dat ‘welke ondersteuning we ook nodig hadden, we dat gewoon konden zeggen en dat zij dat dan zouden oplossen.’ Muyemburuko zag dat als een poging om te zorgen dat hij het project niet langer zou bekritiseren.
Volgens Muronga vertelden Nyambe en Jahs dat ze via de media hadden vernomen dat Muronga en Muyemburuko zich tegen het bedrijf uitspraken en dat ze hadden begrepen dat die laatste twee ‘niet tevreden’ waren.
‘Jahs zei dat als we geholpen wilden worden, ze ons zouden aannemen om voor het bedrijf te werken,’ aldus Muronga.
Volgens Muyemburuko probeerde Nyambe hen over te halen om de aangeboden functies aan te nemen, door te zeggen dat de ‘vergoeding van het reservaat heel gering is’ en ‘dat je daar nergens mee komt.’
‘In mijn ogen kon dit aanbod niet door de beugel,’ stelt Muyemburuko. Hij meent dat het aanbod werd gedaan ‘om ons het zwijgen op te leggen.’
‘Oh jazeker, dat was een poging tot omkoping,’ beaamt Muronga. ‘Ze wilden zorgen dat we onze mond houden.’
Nyambe ontkent in een e-mail dat hij Muyemburuko of Muronga een functie heeft aangeboden. Hij voegt daaraan toe: ‘Ik heb in mijn hoedanigheid als jurist nooit instructies ontvangen van ReconAfrica om namens mijn cliënt personen in dienst te nemen.’ Jahs reageert niet op herhaalde verzoeken om commentaar, en hetzelfde geldt voor ReconAfrica, dat National Geographic verwijst naar zijn anti-omkopingsbeleid.
Volgens de Amerikaanse Foreign Corrupt Practices Act is het voor bedrijven die op een Amerikaanse aandelenmarkt staan genoteerd, zoals ReconAfrica, verboden om iets van waarde aan te bieden aan een buitenlandse functionaris om regelgeving te ontwijken. Christopher Bruno, een voormalige openbare aanklager in de VS en een voormalig senioradviseur van de SEC, stelt dat de beschreven gang van zaken mogelijk een overtreding van de wet is, met name omdat de oliemaatschappij bezig is om achteraf de vergunningen alsnog goedgekeurd te krijgen.
Lees ook: Aardgas is een veel ‘viezere’ energiebron dan gedacht
Omdat Muronga deel uitmaakt van de raad die gaat over de gemeenschapsgrond, die uiteindelijk verantwoordelijk is voor het goed- of afkeuren van de pacht van het land dat ReconAfrica al heeft ontwikkeld, zou het aanbod van de functie kunnen worden gezien als ‘voor wat hoort wat’, aldus Bruno. ‘Iemand een baan geven is zoiets als mensen aandelen geven in het bedrijf,’ stelt hij.
Volgens Mandungu kwam ReconAfrica ‘met een koffer vol beloften, maar op alle processen waaraan zij deelnamen valt wel iets aan te merken.’
Een woordvoerder van het bedrijf stelt daar in de verklaring aan National Geographic tegenover dat ‘ReconAfrica onderzoek doet in Namibië en Botswana op uitnodiging van de nationale regeringen. Uiteindelijk is het aan de bevolking van Namibië en Botswana om, via hun traditionele autoriteiten, verkozen regeringen en regelgevende instanties, te bepalen hoe zij omgaan met hun natuurlijke hulpbronnen.’
‘We moeten het opnemen tegen een grote olifant,’ aldus Muronga. ‘De mensen aan de top, die de vergunningen verlenen, hebben geen problemen, want zij hebben geld.’ Maar ‘uiteindelijk zullen wij, degenen die arm zijn, te maken krijgen met de mogelijk nadelige effecten van het project.’
Wildlife Watch is een project op het gebied van onderzoeksjournalistiek van National Geographic Society en National Geographic Partners dat zich richt op illegale praktijken rond en uitbuiting van wilde dieren. Lees hier meer verhalen van Wildlife Watch en lees meer over de non-profitmissie van de National Geographic Society op natgeo.com/impact. Stuur tips, feedback en ideeën voor verhalen naar NGP.WildlifeWatch@natgeo.com.
Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in het Engels op nationalgeographic.com