Ingeklemd in een nauwe nis zo’n 45 meter onder de grond wurmt Becca Peixotto zich in het Zuid-Afrikaanse grottencomplex Rising Star tussen de stenen muren door om het hoekje om te kunnen. Ze wriemelt haar lichaam centimeter voor centimeter door de kronkelende passage, waarbij ze bijna ondersteboven moet hangen om een klein richeltje te bereiken waar een wetenschappelijke schat op haar wacht: de tanden en botfragmenten van een kind dat meer dan 240.000 jaar geleden leefde, een raadselachtig familielid van de mens dat bekend staat als de Homo naledi.

Sinds speleologen in 2016 de eerste fossielen ontdekten in Rising Star zijn er in het grottencomplex bijna 2000 botten en tanden van H. naledi gevonden. De resten van het kind, dat naar schatting is gestorven tussen het vierde en zesde levensjaar, omvatten zes tanden en 28 schedelfragmenten.

Al deze ontdekkingen gingen zeker niet van een leien dakje, gezien de angstaanjagende verticale hellingen en de doorgangen die zo smal zijn dat speleologen diep moeten uitademen om hun ribbenkast samen te drukken. Maar de slangachtige capriolen die Peixotto, archeologe aan de American University in Washington D. C., en haar teamgenoten moesten uithalen, spanden toch wel de kroon.

De gevaarlijke onderneming in het labyrint van Rising Star op zoek naar de overblijfselen van “Leti” – de bijnaam van het kind, vernoemd naar het Setswana-woord voor ‘de verlorene’ – benadrukt de vraag omtrent deze mysterieuze familieleden van de mens die onderzoekers al lang dwarszit: hoe en waarom waagden ze zich zo diep in deze donkere, kronkelende grotten?

“Niemand die aan dit project meewerkt had verwacht dat we op deze plaatsen naledi-botten zouden vinden,” zegt John Hawks, paleoantropoloog aan de Amerikaanse University of Wisconsin-Madison. “We wringen ons in plekken tientallen meters onder de grond, die alleen bereikbaar zijn via onmogelijke passages.” De ontdekking van het kind, beschreven in een nieuw onderzoek dat is gepubliceerd in het vakblad PaleoAnthropology, maakte deel uit van pogingen in 2017 en 2018 om de diepste holten van de grot te verkennen. Het team bracht meer dan 305 meter aan nieuwe passages in kaart en in een tweede onderzoek werd het doolhofachtige complex beschreven. Het onderzoek toonde slechts één ingang van het bredere grottencomplex naar het Dinaledi subcomplex, waar de meeste overblijfselen van de H. naledi zijn gevonden. De meest recentelijke vondst was op een grotere diepte van het subcomplex dan ooit tevoren: meer dan 30 meter vanaf de opening.

Lees ook: DNA onthult mysterieus familielid van mens – met reuzentanden

Volgens de auteurs van het onderzoek lijken de ontdekkingen erop te duiden dat de resten wellicht opzettelijk door andere H. naledi in het subcomplex zijn gelegd om zich op die manier opzettelijk van hun doden te ontdoen. “We kunnen geen andere reden bedenken waarom de schedel van dit kleine kind op een plek lag die zo ongelofelijk moeilijk te bereiken en gevaarlijk is,” aldus de leider van de Rising Star-expeditie Lee Berger, National Geographic Explorer at Large en paleoantropoloog aan de Zuid-Afrikaanse University of the Witwatersrand, tijdens een persconferentie over de vondst.

Maar wetenschappers die geen deel uitmaakten van het onderzoek zijn hier niet van overtuigd. Het antwoord op de vraag of H. naledi hun doden de grotten indroegen is van groot belang voor paleoantropologen en archeologen. Een dergelijke behandeling van de overledenen zou een niveau van culturele complexiteit betekenen waarvan werd gedacht dat deze uniek was voor onze soort.

“Onze reactie op de dood, onze liefde voor andere individuen, onze sociale verbindingen met hen – in hoeverre is dat afhankelijk van het feit dat we mens zijn?” vraagt Hawks zich af.

Geologische junglegym

De verbluffende mix van moderne en oude kenmerken van de H. naledi deed de wetenschap steil achterover slaan toen de vondst van de nieuwe soort in 2015 bekend werd gemaakt. Het toonde aan dat de menselijke evolutie ingewikkelder is dan tot dus toe werd gedacht. Maar een van de meest verbazingwekkende dingen is hoe moeilijk het was om de overblijfselen van deze hominini met hun kleine postuur te bergen, en hoe moeilijk het dus voor hen moet zijn geweest om zo diep de grot in te gaan.

De Dinaledikamer van de grot bevat de resten van minstens 15 Homo naledi waarvan er n te zien is in het bovenstaande samengestelde skelet
De Dinaledi-kamer van de grot bevat de resten van minstens 15 Homo naledi, waarvan er één te zien is in het bovenstaande samengestelde skelet.
Robert Clark

Het eerste opgravingsteam in 2013 bestond uit zes wetenschappers, allemaal vrouwen die gespecialiseerde speleologen waren en – belangrijk detail – klein genoeg om zich door de geologische junglegym van de grot te manoeuvreren. In de jaren die volgden hebben expedities die gedeeltelijk werden gesponsord door de National Geographic Society in totaal minstens 20 H. naledi-individuen bij elkaar gepuzzeld, waarvan er 15 in dezelfde kamer in het Dinaledi-subcomplex werden gevonden.

Zo veel lijken bij elkaar zijn vaak het gevolg van een zogenaamde ‘death trap’, een ondergrondse spelonk met opening naar de oppervlakte, waar onoplettende dieren of mensen in kunnen vallen. Maar deze death traps veroorzaken de dood van allerlei soorten dieren, zoals de beestenboel die werd gevonden in het Malapa grottencomplex in Zuid-Afrika, terwijl het overgrote deel van de botten die in Rising Star werden gevonden enkel tot de H. naledi behoorden.

Volgens het onderzoeksteam kloppen veel van de andere verklaringen voor de manier waarop de resten in de grot terecht zouden zijn gekomen ook niet. Het is onwaarschijnlijk dat de H. naledi door carnivoren de grot zijn ingesleept, want er staan geen tandafdrukken op de botten. De overblijfselen lijken ook niet door water de grot zijn ingespoeld, aangezien sommige lichaamsdelen vrijwel geheel intact zijn teruggevonden, waaronder een hand waarvan de botten op de goede plek lagen: met de palm naar boven en de vingers naar binnen gebogen.

This is an image
Marina Elliott verkent een zijkamer met paleontoloog Ashley Kruger tijdens de expeditie van 2013 Elliott was een van de zes wetenschappers op de expeditie die de bekwaamheid en het fysiek had dat nodig was om de Dinaledikamer te bereiken
Marina Elliott verkent een zijkamer met paleontoloog Ashley Kruger tijdens de expeditie van 2013. Elliott was een van de zes wetenschappers op de expeditie die de bekwaamheid en het fysiek had dat nodig was om de Dinaledi-kamer te bereiken.
Elliot Ross

Maar het afdalen in de grot zou gevaarlijk zijn geweest, zeker met een lijk in touw. Grondig onderzoek van de enige toegang tot het complex lijkt erop te duiden dat er ten tijde van H. naledi twee manieren waren om af te dalen: de ruim 12 meter diepe, vrijwel verticale helling met de bijnaam ‘de stortkoker’ of een netwerk van nauwelijks begaanbare kloven in een van de wanden van de stortkoker.

De eerste hypothese van het team was dat de H. naledi zich van hun doden ontdeden via de verticale goot naar de kamer. Maar latere opgravingen toonden drie plekken, waaronder die van de nieuwe vondst van het kind, die dieper in de grot gelegen waren.

“Dit zijn plekken waar de H. naledi-botten niet terecht gekomen zouden kunnen zijn tenzij de H. naledi in het subcomplex was, wat dus betekent dat levende H. naledi via de stortkoker naar beneden kwamen en het subcomplex ingingen,” zegt Hawks.

Een regen van vragen

Andere wetenschappers zijn echter niet overtuigd. De in kaart gebrachte passages en de pas-ontdekte botten “tonen nog niet dat de stoffelijke overschotten opzettelijk door andere mensen moeten zijn neergelegd,” zo schrijft Paul Petitt, archeoloog aan de Engelse Durham University, in een e‑mail. Maar hij voegt eraan toe dat de meest recente vondst “het aannemelijker maakt”.

Lees ook: Verborgen littekens onthullen hoe de mens de aarde verandert

Hij en andere onderzoekers suggereren dat er nog steeds andere verklaringen zijn die moeten worden uitgesloten. Wellicht maakten de hominini op een of andere manier gebruik van de grotten en zijn ze er vervolgens gestorven, zegt Aurore Val, postdoctoraal wetenschapper aan de Duitse Eberhard-Karls-Universiteit Tübingen.

Zij wijst op de baviaan, die vaak de nacht in grotten doorbrengt – en daar soms sterft. De dode bavianen zijn meestal erg jong of oud en ze sterven op verschillende natuurlijke wijzen zoals ziekten, zegt ze. In een recent onderzoek vonden Val en haar collega’s een vergelijkbare mix van jong en oud tussen de overblijfselen van H. naledi in Rising Star en bavianen in Misgrot, een andere grot in Zuid-Afrika. “Ik zeg niet dat we het probleem hebben opgelost,” zegt Val. “Maar ik denk dat het de moeite waard is om het uit te zoeken.”

Wetenschappers zijn nog maar net begonnen met het ontrafelen van de vele geheimen van het Rising Star grottencomplex  en ze staan te popelen om nog meer te ontdekken
Wetenschappers zijn nog maar net begonnen met het ontrafelen van de vele geheimen van het Rising Star grottencomplex – en ze staan te popelen om nog meer te ontdekken.
Robert Clark

Er is ook gedetailleerder werk nodig om de geologie van de grot en hoe dit gedurende de millennia is veranderd echt goed in kaart te brengen. Verder kan het dateren van Leti en andere pas-ontdekte fossielen ook helpen om te bepalen hoe de grot eruit zag op het moment dat de lijken van de hominini er werden neergelegd, zegt Andy Herreis, National Geographic Explorer en paleoantropoloog en geoarcheoloog aan de La Trobe University in Australië. “Grotten zijn ingewikkelde plekken,” schrijft hij in een e‑mail. “Door de tijd heen ontstaan er nieuwe passages en storten ingangen in.”

Hoewel de grot wat kleine veranderingen heeft ondergaan, zoals gevallen rotsblokken en het smaller worden van bepaalde passages door minerale afzetting, suggereren de eerdere analyses van het team dat de basisstructuur van het Dinaledi-subcomplex gedurende honderdduizenden jaren redelijk stabiel is gebleven, aldus onderzoeksauteur Marina Elliott, antropologe aan de Canadese Simon Fraser University, die de opgravingen in de grotten aanstuurde tussen 2013 en 2019.

Maar het debat is ongetwijfeld nog niet afgelopen. Een bevestiging dat de H. naledi de gevaarlijke tocht door de kronkelende passages van de grot trotseerden om hun doden te ruste te leggen zou voor veel wetenschappers een significant andere manier van denken betekenen. Homo sapiens is de enige levende soort die zijn doden opzettelijk begraaft, hoewel sommige Neanderthalers deze praktijken mogelijk ook toegepast hebben.

Misschien is het niet zo verbazingwekkend dat andere hominini zich opzettelijk ontdoen van hun doden, zegt Elliott.

“Wij mensen voelen ons graag speciaal, en we houden er helemaal niet van als andere soorten daar een soort van inbreuk op maken,” zegt ze. Er zijn echter veel eigenschappen die door wetenschappers ooit werden beschouwd als uniek voor de Homo sapiens, zoals het maken van gereedschappen, maar waarvan sindsdien is bewezen dat andere hominini en primaten ze ook hadden.

Elliott geeft toe dat er nog veel vragen onbeantwoord blijven en de twee nieuwe onderzoeken lijken het mysterie te vergroten. “Maar dat is natuurlijk alleen maar goed,” zegt ze. “Zo hebben we een hoop om onze tanden in te zetten.”

De National Geographic Society, die zich toelegt op het in de schijnwerpers zetten en het beschermen van onze wonderschone wereld, heeft het werk van de Lee Berger, Explorer at Large, gesponsord. Kijk hier voor meer informatie over de ondersteuning van Explorers door de Society.

Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in het Engels op nationalgeographic.com