DNA-mysterie
De onderzoeksresultaten zijn ook een bevestiging voor de vernieuwende genetica die antropologen steeds vaker gebruiken om dieper in het verleden te kunnen turen. “Dit is een prachtige studie waarbij de nieuwste technieken van de paleoantropologie zijn toegepast”, zegt Pontus Skoglund, een postdoctoraal onderzoeker van de Harvard University die niet bij de studie was betrokken.
Susanna Sawyer van het Max-Planck-Institut voor evolutionaire antropologie leidde het genetische team dat de onlangs gevonden tand beschreef en dateerde. Haar team richtte zich op het mitochondriale DNA in de tand, het gedeelte van het genetische materiaal dat in oude fossielen beter bewaard blijft.
Maar het vinden van een schoon stukje Denisovaans DNA was niet eenvoudig. Sawyer en Pääbo moesten vervuilingen met DNA van moderne mensen, van moderne en fossiele bacteria en van fossiele hyena’s (die over lange perioden rond de grot lijken te hebben rondgezworven) identificeren en uitsluiten. Toen Sawyer het mitochondriaal DNA van de kies eenmaal had geïsoleerd, kon ze bevestigen dat het inderdaad om een Denisovamens ging. Aan de hand van het nieuwe DNA slaagde Sawyer er ook in om het mitochondriale genoom te reconstrueren van de gemeenschappelijke voorouder van de drie individuen die in de grot waren gevonden.
Het DNA van deze gemeenschappelijke voorouder was voor het team een belangrijk uitgangspunt op grond waarvan de genetische tijdklok met zijn langzame opeenhoping van mutaties in de loop der tijden kon worden gekalibreerd. Denisovanen die korter na de gemeenschappelijke voorouder waren gestorven, zouden minder mutaties in hun genomen vertonen dan meer recente Denisovanen. Sawyer ontdekte dat de pas ontdekte kies de helft minder mutaties vertoonde dan de andere fossielen, wat erop wees dat de tand veel ouder was.
Het verschil lijkt erop te duiden dat de Denisovamens van wie de tand was, zo’n 60.000 jaar vroeger leefde dan de individuen die het vingerbotje en de andere kies nalieten. Uit deze voorlopige ministamboom blijkt op z’n minst dat de Denisovanen één enkele biologische groep vormden, die sporadisch in deze regio voorkwam – en dat gedurende een minstens net zo lange periode als de moderne mens.
En hoe zagen ze eruit?
Maar de wetenschappers hebben nog heel veel uit te zoeken. Om te beginnen kennen ze nog niet de precieze ouderdom van de Denisova-fragmenten, behalve dat ze meer dan 50.000 jaar oud zijn, de oudste datum die betrouwbaar met koolstofdatering kan worden aangetoond.
En wat betreft de afsplitsing van de menselijke stamboom lijken de recente vondsten niet te stroken met de analyses van 2010, waarbij DNA uit celkernen werd bestudeerd in plaats van mitochondriaal DNA. Uit de nieuwe studie zou moeten blijken dat de Denisovanen niet zo nauw verwant zijn aan de neanderthalers dan eerdere vondsten leken aan te duiden.
Gelukkig kunnen er in heel Azië nog andere Denisovanen gevonden zijn, die abusievelijk zijn geclassificeerd als moderne mensen of als Homo erectus, een oude mensachtige voorouder. De auteurs van de studie wijzen daarbij vooral op recente vondsten in Zuid-China, waar antropologen 80.000 tot 120.000 jaar oude mensentanden hebben ontdekt, met zowel moderne als primitieve kenmerken, een mix vergelijkbaar met die van de Denisova-tanden.
Maar de onderzoekers zullen pas zeker weten of er nog andere Denisovanen zijn gevonden als ze verdere genetische tests hebben gedaan. “Het voelt een beetje surrealistisch aan”, zegt Sawyer. “Als ik in de ‘clean room’ zit, denk ik soms hoe vreemd het is dat ik een van de weinige resten van een geheel nieuwe en mysterieuze groep van mensachtigen in m’n handen houdt.”