De term ‘sherpa’ wordt buiten Nepal vaak gebruikt als synoniem voor drager of gids, maar oorspronkelijk verwijst het naar een nomadisch volk uit Tibet. Zo’n vijfhonderd jaar geleden trokken de Sherpa’s vanuit oostelijk Tibet over de Himalaya naar wat nu het Khumbu-gebied in Nepal is, aan de voet van Mount Everest. Het grootste deel van de gemeenschap woont daar nog altijd.

De eerste berggidsen in het Everestgebied waren Sherpa’s, vandaar dat hun naam synoniem werd voor gids of drager. Inmiddels zijn er ook klimgidsen van andere bevolkingsgroepen actief. Niet elke sherpa is dus Sherpa, en niet elke Sherpa werkt als gids. Sommige Sherpa’s ervaren het gebruik van hun etnische naam als algemene term voor drager of gids zelfs als problematisch: het reduceert hun identiteit tot een functie.

De rol van de sherpa’s tijdens een Everestexpeditie

De beklimming van Mount Everest, de hoogste berg ter wereld, is een teaminspanning. Om een toerist op de top te krijgen zijn expeditieleiders, dragers, koks, gidsen en klimmers nodig. Zij zorgen ervoor dat de cliënt zich maar met één ding bezig hoeft te houden, namelijk de top bereiken.

Leestip: Klimmen voor je leven uit de diepste grot ter wereld

Sherpa’s doen de rest: maaltijden bereiden, routes uitzetten, bagage dragen en kampen opzetten. Op het laatste stukje naar de top fungeert een sherpa zelfs vaak als backup door vlak achter een klimmer te lopen met extra zuurstof.

nepal, solo khumbu, everest, sagamartha national park
Westend61//Getty Images
Een stoet klimmers onderweg naar de top van Mount Everest.

Drukte op weg naar de top

Sinds Edmund Hillary en Tenzing Norgay op 29 mei 1953 als eersten de top van Mount Everest bereikten én levend terugkeerden, hebben duizenden klimmers hun voorbeeld gevolgd. Norgay was een Sherpa en lange tijd bleef onduidelijk wie van de twee als eerste de top bereikte. Zelf hielden ze het diplomatiek op ‘samen'.

Jaarlijks beginnen honderden mensen aan de expeditie, die in totaal zo’n twee maanden in beslag neemt en tussen de 36.000 en 91.000 euro kost. Met name de laatste jaren is het dringen op weg naar de 8.849 meter hoge top. In 2024 werden 421 vergunningen uitgegeven, waarvan ongeveer tweehonderd klimmers de top daadwerkelijk haalden – ondersteund door zo'n vierhonderd sherpa’s. Voor 2025 worden nog meer klimmers verwacht.

Die populariteit eist zijn tol. Door drukte op de berg ontstaan er levensgevaarlijke opstoppingen. En steeds vaker wagen ook onervaren klimmers zich aan de beklimming. Dat verhoogt de druk op sherpa’s, die hun cliënten soms letterlijk de berg op én af moeten slepen.

klimmer op weg naar de top van mount everest
Westend61//Getty Images
Sherpa’s doen het gevaarlijkste werk op Mount Everest: ze leggen touwen, bouwen kampen en begeleiden klimmers.

Risico’s van een beklimming van Mount Everest

Een beklimming van Mount Everest is niet zonder risico. Elk seizoen keert een handjevol klimmers niet terug. De meesten overlijden door een val, uitputting of hoogteziekte. Veel lichamen kunnen niet geborgen worden en veranderen in macabere herkenningspunten voor volgende generaties klimmers.

Leestip: Deze vrouwelijke piloten waagden hun leven tijdens de Tweede Wereldoorlog

Verreweg de meeste dodelijke slachtoffers zijn Nepalezen; ongeveer een derde van alle overledenen zijn sherpa’s. Terwijl cliënten in het basiskamp kunnen uitrusten en wachten tot alles gereed is, gaan sherpa’s voorop om klimtouwen te bevestigen en kampen in te richten. Ze beklimmen de gevaarlijkste delen van de berg vaak meerdere keren per expeditie, maar dan zonder de luxe van rust- en acclimatisatiedagen.

Welke prijs betalen de sherpa's?

Vergeleken met buitenlandse klimmers brengen sherpa’s dus veel meer tijd door in de zogenoemde ‘zone des doods’ – het gebied boven de 8.000 meter. In deze zone is de hoeveelheid zuurstof in de lucht nog maar een derde van dat op zeeniveau. Een kleine inschattingsfout, zoals het kiezen van de verkeerde route, kan daar fataal zijn, want te lange blootstelling aan ijle lucht kan leiden tot hersenoedeem of longoedeem – en uiteindelijk de dood.

In de documentaire Schone Bergen van Geertjan Lassche vertelt berggids Jangmu Sherpa over haar vader, die tijdens een afdaling een klimmer in nood hielp. Toen hij zijn handschoenen uittrok om de persoon te helpen met zijn stijgijzers, bevroren zijn vingers. Hij redde het leven van de man, maar verloor zijn vingertoppen – en daarmee ook zijn baan.

nepal, solo khumbu, everest, dingboche
Westend61//Getty Images
Op weg naar het basiskamp krijgen sherpa’s hulp van jaks.

Economische afhankelijkheid

De meeste Sherpa’s leven van het bergtoerisme. Buiten het klimseizoen zijn de mogelijkheden om in het Everestgebied een gezin te onderhouden beperkt.

Leestip: Een uniek inkijkje in oude grotwoningen over de hele wereld

Hoewel ze levensgevaarlijk werk doen, komt slechts een fractie van het bedrag dat toeristen betalen terecht bij de sherpa’s. Terwijl een expeditie tienduizenden euro’s kost, verdient een sherpa gemiddeld tussen de drieduizend en zesduizend euro per seizoen – afhankelijk van de rol en risico’s. Hun vergoeding bestaat vaak uit een basisbedrag en toeslag op basis van het gewicht dat ze mee omhoog sjouwen. Hoe meer ze tillen, hoe hoger hun verdiensten.

klimmers moeten halsbrekende toeren uithalen tijdens een expeditie naar de top van mount everest.
Westend61//Getty Images
Klimmers moeten halsbrekende capriolen uithalen tijdens een expeditie naar de top van Mount Everest.

De hoogste prijs

Het werk van sherpa’s speelt zich af in omstandigheden waarin één misstap het verschil kan betekenen tussen leven en dood. Het roept dan ook de vraag op wie uiteindelijk de eer verdient voor het bereiken van de top: de cliënt, of de sherpa?

Een dodelijke lawine in 2014, waarbij zestien sherpa’s om het leven kwamen en geen enkele buitenlandse toerist, gaf een pijnlijk duidelijk antwoord. De ramp maakte genadeloos zichtbaar wie uiteindelijk de hoogste prijs betaalt.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!