Officieel leven we nu in het ‘Holoceen’, het geologische tijdperk dat begon aan het eind van de laatste ijstijd. De invloed van menselijke activiteiten op de ecosystemen op aarde is tegenwoordig echter zo groot dat deze inmiddels de belangrijkste factor lijkt voor veranderingen in de natuur. Volgens sommige wetenschappers leven we momenteel dan ook in een nieuw tijdperk: het Antropoceen. Deze term is echter nog onderwerp van debat, en een van de vragen daarbij is wanneer dat tijdperk dan zou zijn ingegaan. Halverwege de twintigste eeuw? Vanaf de Industriële Revolutie? Of was het misschien al eerder, bijvoorbeeld vanaf het moment dat landbouw een belangrijke rol begon te spelen in het menselijk bestaan?
Uit een recent onderzoek blijkt dat dit laatste antwoord mogelijk het best in de buurt komt. Volgens een onderzoeksteam onder leiding van Ondrej Mottl en Suzette G.A. Flantua van de Noorse Universitetet i Bergen begon de vegetatie op aarde tussen 4.600 en 2.900 jaar geleden drastisch te veranderen. Waarschijnlijk waren menselijke activiteiten daarvoor de belangrijkste oorzaak: landbouw, ontbossing en het inzetten van vuur om bestaande vegetatie te verwijderen.
‘Wij tonen voor het eerst in een kwantitatief onderzoek aan dat de invloed van de mens op de aarde vermoedelijk niet iets is van slechts de afgelopen decennia of eeuwen, maar al van duizenden jaren geleden,’ vertelt Mottl over het onderzoek dat onlangs werd gepubliceerd in het vakblad Science. Hoewel de veranderingen in de natuurlijke omgeving in de afgelopen twee eeuwen aanzienlijk lijken, blijken deze de voortzetting van trends die al duizenden jaren gaande waren.
Bekijk ook: 49 jaar van doorbraken op milieugebied in foto’s
En de tweede uitkomst van dit onderzoek is al niet minder van belang. De verandering in vegetatie die in de afgelopen paar duizend jaar plaatsvond is te vergelijken met de ontwikkeling die zich voordeed tijdens de opwarming van de aarde na de laatste ijstijd, in de periode tussen ongeveer 16.000 en 10.000 jaar geleden. In die periode trokken de ijskappen en gletsjers die een groot deel van het noordelijk halfrond bedekten zich terug, veranderden ijslandschappen in bossen, toendra's en grasland, en leidde een wereldwijde temperatuurstijging van zes graden op de hele aarde tot veranderingen in de vegetatie.
’We hadden niet verwacht dat de verandering die de laatste paar duizend jaar plaatsvond zelfs nog groter was dan wat er gebeurde na het eind van de laatste ijstijd,’ aldus Flantua.
Geschiedenis vastgelegd in pollen
Voor het onderzoek werden 1.181 stuks fossiel pollen geanalyseerd die afkomstig waren uit de hele wereld. Pollen dat door de wind of regen wordt meegevoerd naar meren of moerassen kan in het sediment op de bodem begraven raken. Zo biedt het nu een inkijkje in de vegetatie rond het betreffende water in een periode die middels koolstofdatering kan worden bepaald.
Aan de hand van een database van zorgvuldig gedateerde sedimentkernen uit de hele wereld waren de onderzoekers in staat om te bepalen in hoeverre de pollensamenstelling in de loop van de tijd was veranderd. Omdat ze een wereldwijd patroon probeerden te herkennen in ruim duizend datasets, was het niet hun doel om te bepalen welke soort vegetatie op een bepaalde plek een andere soort had vervangen. Ze richtten zich op de globale veranderingssnelheid in de afgelopen achttienduizend jaar.
Zo ontdekten ze dat er na de periode van snelle vegetatieverandering sinds het eind van de laatste ijstijd nog een tweede soortgelijke periode had plaatsgevonden. Het was per regio verschillend wanneer die tweede periode begon, maar het was ergens tussen de 4600 en 2900 jaar geleden. De versnelling van de vegetatieverandering was echter op alle continenten waarneembaar, behalve op Antarctica.
Het onderzoek was het eerste waarin die versnelling met kwantitatieve gegevens werd aangetoond, maar een overzichtsstudie uit 2019 waarin 250 archeologische onderzoeken waren opgenomen naar wereldwijde landbouwactiviteiten in het verleden leverde dezelfde conclusie op: zo’n drieduizend jaar geleden onderging een groot deel van het aardoppervlak een aanzienlijke verandering door menselijke activiteiten. Volgens de hoofdonderzoeker van de overzichtsstudie, Lucas Stephens, die als archeoloog en deskundige op het gebied van milieubeleid verbonden is aan de Amerikaanse Duke University, schetsen de twee onderzoeken bij elkaar genomen een overtuigend beeld.
‘Ze hebben een indrukwekkende database van wereldwijd aangetroffen pollen,’ aldus Stephens. ‘Volgens mij is hun vernieuwendste en belangrijkste resultaat dat de snelheid van de vegetatieverandering nu die van de overgang van Pleistoceen naar Holoceen benadert of zelfs overtreft.’ De periode waarnaar hij verwijst is de periode aan het eind van de laatste ijstijd. ‘De snelheid waarmee die verandering plaatsvindt heeft angstaanjagende implicaties voor de toekomst.’
Lees ook: Waarom je eigen vork en lepel meenemen zo gek nog niet is
Ecoloog Stephen T. Jackson van de U.S. Geological Survey is het met hem eens dat dit een belangwekkend onderzoek is. ‘Het is een belangrijke en prikkelende analyse,’ stelt hij. Maar hij wijst er ook op dat er mogelijk andere factoren dan menselijke activiteiten een rol hebben gespeeld, zoals natuurlijke klimaatverandering.
‘In sommige delen van de wereld is de vegetatieverandering duidelijk het gevolg van menselijke activiteiten,’ aldus Jackson. ‘Maar in andere regio's hebben we overtuigend bewijs van klimaatverandering die groot genoeg is om te leiden tot veranderingen in de vegetatie. En in veel van dergelijke gebieden is er nauwelijks bewijs voor grootschalige menselijke activiteiten.’
De menselijke aanpak
Mottl en Flantua benadrukken dat hun onderzoek niet bewijst dat menselijke activiteiten de oorzaak waren van de door hen aangetroffen vegetatieveranderingen. Dat moet in de toekomst nader worden onderzocht, stellen ze. Maar volgens klimaatwetenschapper Jonathan T. Overpeck van de University of Michigan, die in Science een commentaar schreef over het onderzoek van Mottl en Flantua, valt het verband tussen de verschijnselen niet te ontkennen.
‘Zij leggen geen oorzakelijk verband, maar ik ben het in principe met ze eens dat de meest logische verklaring het menselijk gebruik van het land is,’ stelt hij. ‘We weten dat mensen land vrijmaakten voor landbouw, en dat ze dat met behulp van vuur doen. Het is aan archeologen om ons te vertellen hoe die processen precies gingen, maar het lijkt er beslist op dat de invloed van mensen de belangrijkste oorzaak was voor die veranderingen die een paar duizend jaar geleden begonnen.’
En dat heeft belangrijke implicaties voor het beheer van ecosystemen, wanneer we de effecten van recente en toekomstige wereldwijde klimaatverandering proberen te verminderen, aldus de onderzoekers. Als wat wij zien als ‘natuurlijk’ landschap in feite een landschap is dat zich tegelijkertijd ontwikkelde met menselijke activiteiten, is het dan verstandig om te proberen om dingen te behouden zoals ze nu zijn, alsof dat de reflectie is van een natuurlijk ideaal?
‘Misschien is wat wij als ‘ongerept’ beschouwen wel helemaal niet zo ongerept,’ zegt Flantua.
Lees ook: 26 manieren om onze voetafdruk te verkleinen – en wel meteen
‘We moeten ons in ons beheer richten op verandering en op de toekomst, in plaats van proberen om een samenstelling van soorten te handhaven zoals die in het verleden bestond,’ stelt Overpeck. ‘Veel van de huidige bossen sterven omdat die bomen opkwamen in koelere, vochtiger omstandigheden. Naarmate het klimaat warmer en extremer wordt, moeten we soorten aanplanten die daar tegen kunnen.’
Wat we nu zien is in de woorden van Overpeck een ‘een-tweetje.’ Er is sprake van een acute en snel toenemende klimaatverandering die volgt op duizenden jaren van extreme vegetatieverandering. Hoe gaat de aarde daarop reageren? Niemand die het weet.
Wat we nu zien is in de woorden van Overpeck een ‘een-tweetje.’ Er is sprake van een acute en snel toenemende klimaatverandering die volgt op duizenden jaren van extreme vegetatieverandering. Hoe gaat de aarde daarop reageren? Niemand die het weet.
Wat we nu zien is in de woorden van Overpeck een ‘een-tweetje.’ Er is sprake van een acute en snel toenemende klimaatverandering die volgt op duizenden jaren van extreme vegetatieverandering. Hoe gaat de aarde daarop reageren? Niemand die het weet.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com