Kijk eens naar de lengte van je pink. Ooit vloog er op aarde een even klein vogeltje rond met tanden en klauwen.
Zo'n tien jaar geleden groeven onderzoekers op de bodem van een meer in midden-Spanje de gefossiliseerde resten op van een kuiken. Een recente analyse wees uit dat het bijna complete skeletje zo'n 127 miljoen jaar oud is. Daarmee stamt het uit het Mesozoïcum, het tijdperk waarin de dinosauriërs leefden.
Het fossiel is van een piepjong kuikentje dat behoort tot de familie van de Enantiornithes, een groep prehistorische vogels. Deze vliegende dieren zagen er ongeveer uit als moderne vogels, maar ze hadden tanden, en klauwachtige ‘vingers’ aan het uiteinde van hun vleugels. Dit exemplaar is minder dan vijf centimeter lang en woog bij leven vermoedelijk slechts zo'n 85 gram. Daarmee is het voor zover bekend de kleinste vogelfossiel uit het Mesozoïcum.
Dit onvolgroeide kuiken kan wetenschappers mogelijk meer vertellen over de wijze waarop vogels zich in de loop van de tijd hebben ontwikkeld. Dat is ook precies de strekking van het op 5 maart in het tijdschrift Nature Communications gepubliceerde onderzoek dat plaatsvond onder leiding van Fabien Knoll, senior researcher bij de Engelse University of Manchester.
Kuikenknekels
Omdat de vogel waarschijnlijk stierf vlak nadat hij uit het ei was gekomen, is het lastig om vast te stellen om welke soort het gaat, vertelt Luis Chiappe, coauteur van de publicatie en directeur van het Dinosaur Institute van het LA Natural History Museum. Mogelijk vond het diertje de dood in een bos in de buurt, en werd het naar het meer gebracht van de archeologische vindplaats Las Hoyas in midden-Spanje. Daar viel het naar de bodem en bleef het miljoenen jaren geconserveerd.
“[Kuikenfossielen zijn] uiterst fragiel en er zijn er maar weinig gedocumenteerd,” vertelt Chiappe. [Deze vondst] is fantastisch, omdat het om een van die hele zeldzame, hele jonge exemplaren gaat.”
Het onderzoeksteam maakte gebruik van een synchrotron om het fossiel op submicroscopisch niveau te kunnen bestuderen. Met deze geavanceerde deeltjesversneller kan materie met behulp van zeer intens licht op microniveau worden bekeken. Zo konden de wetenschappers de gedetailleerde microstructuren van de botten onderzoeken.
Van het skelet ontbreken slechts de poten, de klauwtjes en het puntje van de staart. De deels verbrijzelde schedel is groot in vergelijking met het lichaam, en de meeste botjes zijn van elkaar losgeraakt. Het bijna complete fossiel is kleiner dan andere exemplaren, maar de vleugels zijn groter dan losse overblijfselen van complete vleugels die werden beschreven na vondsten van Birmaans amber afkomstig uit het midden van het Krijt.
Het kuiken was vermoedelijk in een kritieke fase voor de vorming van zijn skelet toen het stierf. Daardoor leveren de botjes mogelijk meer informatie op over de botstructuur en -ontwikkeling van de soort. Zijn borstbeen is van kraakbeen, wat betekent dat het dier nog niet volledig volgroeid was toen het stierf.
“Het levert aanwijzingen op voor het vliegvermogen,” zegt Ryan McKellar, curator van de paleontologie van ongewervelden van het Royal Saskatchewan Museum in Canada. (McKellar was niet betrokken bij het onderzoek.) “Het dier kon niet goed vliegen, als het al kon vliegen.”
Maar het feit dat het kuiken in zijn jeugd niet kon vliegen, hoeft niet te betekenen dat het volledig afhankelijk was van zijn ouders. Sommige moderne vogels, zoals dwergpapegaaien, komen naakt en met gesloten ogen ter wereld, waardoor ze na hun geboorte nauwelijks zonder hun ouders kunnen. Maar andere vogelsoorten, bijvoorbeeld kippen, zijn zeer onafhankelijk. Ze hebben al veren vanaf het moment dat ze uit het ei komen en kunnen dan ook al zelf bewegen.
Dat toont aan dat de vogels in de groep Enantiornithes gevarieerder waren dan paleontologen dachten.
“We willen inzicht krijgen in de vroege geschiedenis van de afstamming van vogels en in de vraag op welk moment sommige vogels dezelfde soort strategieën en systemen ontwikkelden die we nu nog zien bij vogels,” vertelt Chiappe.
Geconserveerde vogels
Botontwikkeling kan heel goed worden bestudeerd bij vogels, vanwege hun grote, makkelijk bereikbare eieren. Hun botten moeten ook aan elkaar groeien, voor sterkere skeletten die bestand zijn tegen de krachten die door het vliegen worden veroorzaakt.
Dit is niet het eerste kuiken dat wordt ontdekt, maar wel een van de kleinste. Andere gefossiliseerde exemplaren werden gevonden nadat ze in boomsap waren geconserveerd. Vorig jaar werd een 99 miljoen jaar oud kuiken van dezelfde enantionithes-familie gevonden in een klomp Birmaans amber. Er zijn ook andere overblijfselen van vogels gevonden, evenals van teken, spinnen en dinosaurusveren.
Soms kan de structuur van fossielen worden aangetast door herkristallisatie. Maar dit kuiken is goed bewaard gebleven. McKellar stelt dat het bot van dit exemplaar net zo goed geconserveerd lijkt te zijn als wanneer het in Birmaans amber bewaard was gebleven.
“Er worden op allerlei plekken spectaculaire vondsten gedaan,” zegt Chiappe. “Zo bezien, leven we in mooie tijden.”
In een vorige versie van dit verhaal stond abusievelijk vermeld dat het onderzoeksteam eerst micro-CT-scans had gebruikt voordat gebruikt werd gemaakt van synchrotronstraling. Het team heeft nooit micro-CT-scans gemaakt. Dit is verbeterd in dit artikel.