De reiziger die toevallig op een begrafenis voor robothonden stuit, zal misschien verbluft zijn.

Is dit een onderdeel van een performance over het moderne leven? Of een grap? Een poets?

Het gaat wel degelijk om een echte religieuze ceremonie, en de gevoelens onder de aanwezigen zijn niet minder echt.

In tegenstelling tot apparaten als robotstofzuigers dienen robots in de vorm van een hondje tot vermaak en gezelschap. Nadat Sony in 1999 zijn AIBO (Artificial Intelligence BOt) had geïntroduceerd, werden drieduizend exemplaren – het grootste deel van de eerste levering –verkocht op de Japanse markt. Met een openingsprijs van wat tegenwoordig ruim 2500 euro zou zijn waren ze binnen twintig minuten uitverkocht.

Maar de AIBO werd nooit meer dan een nicheproduct, en in 2006 nam Sony het product van de markt. In zeven jaar tijd waren er 150.000 van verkocht.

Sommige AIBO-bezitters hadden inmiddels een sterke band met hun robothuisdier ontwikkeld en dat gaf een onverwachte draai aan het verhaal.

De AIBO is niet te vergelijken met een radiografisch bestuurbaar speelgoedautootje. Hij werd ontworpen om complexe maar vloeiende bewegingen uit te voeren, kon getraind worden en had een ingebouwde neiging tot kattenkwaad.

Na verloop van tijd zou de AIBO zijn menselijke baasje ‘leren kennen’, terwijl het baasje zelf gehecht zou raken aan de robot, alsof deze een echt hondje was.
Tot het stuurprogramma van de AIBO behoorden hondengedrag als kwispelen en menselijke vaardigheden als dansen en – in latere modellen – praten.

Toen Sony in 2014 aankondigde dat het geen updates voor de verouderde robot meer zou leveren, betekende dat voor veel AIBO-bezitters een sombere boodschap: dat hun robothuisdier zou sterven. Toegewijde eigenaars begonnen tips uit te wisselen over de beste manier om ook zonder productondersteuning zo goed mogelijk voor hun huisdieren te zorgen.

Dierenartsen voor robothonden

Nobuyuki Norimatsu was nooit van plan geweest een cyberhospitaal op te zetten. Volgens Nippon.com voelde de voormalige Sony-werknemer zich verplicht om producten van het bedrijf te blijven ondersteunen. Dus richtte hij in de prefectuur Chiba, een voorstad van Tokio, het reparatiebedrijfje A-Fun op.

Toen kwam het verzoek om een AIBO te repareren. Volgens Nippon.com wist niemand in het begin hoe dat moest, maar na maanden van vallen en opstaan was de robothond weer springlevend. Al snel werd A-Fun overspoeld met verzoeken voor AIBO-reparaties, die alleen uitgevoerd konden worden door onderdelen van ‘overleden’ AIBO’s opnieuw te gebruiken.

Volgens Hiroshi Funabashi, hoofdreparateur van A-Fun, omschrijven klanten de haperingen van huisdieren met aanduidingen als ‘pijnlijke gewrichten’ of andere medische aandoeningen. Funabashi besefte dat ze het niet over een elektronisch apparaat hadden, maar over een gezinslid.

Norimatsu begon de kapotte AIBO’s in zijn bedrijf als ‘orgaandonoren’ te zien. Uit respect voor de emotionele band die de eigenaren voelden met hun ‘overleden’ apparaten, besloten Norimatsu en zijn collega’s ook begrafenissen te verzorgen.

A-Fun benaderde Bungen Oi, hoofdpriester van de Kōfuku-ji, een boeddhistische tempel in de stad Isumi in de prefectuur Chiba. Oi besloot de taak op zich te nemen om eer te betuigen aan afgedankte AIBO’s die als donoren waren opgeofferd. In 2015 werden in de eeuwenoude tempel de eerste robotbegrafenissen voor zeventien obsolete AIBO’s gehouden. En net als in het geval van de reparaties nam ook de vraag naar begrafenisceremonies snel toe.

De meest recente eredienst, in april 2018, bracht het totaal op achthonderd ‘overleden’ AIBO’s waaraan de laatste eer werd bewezen. Op etiketjes aan de donorapparaten stonden de namen van de robothond en zijn eigenaar.

Net als bij echte begrafenissen gaan de diensten gepaard met spreekzang en het branden van wierook. Medewerkers van A-Fun wonen de besloten ceremonies bij en fungeren zo als ‘familie’ van de robothuisdieren. In plaats van traditionele offergaven als fruit worden combinatietangetjes voor de robothondjes geplaatst. Er worden zelfs boeddhistische soetra’s of teksten door robots opgezegd.

Volgens hoofdpriester Oi komt het bewijzen van de laatste eer aan niet-levende voorwerpen overeen met de boeddhistische leer. Nippon.com citeert de priester als volgt: “Ook al is de AIBO een apparaat zonder gevoel, hij fungeert als een spiegel van menselijke emoties.” En in gesprek met de videograaf Kei Oumawatari zei Oi: “Alles heeft een Boeddha-natuur.”

AIBO’s en soortgelijke robots zijn vooral populair bij ouderen, en uit een klein aantal onderzoeken blijkt dat robotdieren een therapeutische functie zouden kunnen hebben, hoewel het opbouwen van een band met een apparaat ook een symptoom van eenzaamheid kan zijn, een groeiend probleem in Japan.

Sony heeft nu een nieuwe lijn van modernere AIBO’s op de markt gebracht, en hoewel ze technisch niet compatibel zijn met hun voorgangers, is de kans groot dat ze net zo populair worden bij mensen die menen dat ook apparaten een ziel hebben.

Hoewel AIBO-begrafenissen besloten zijn, kunnen reizigers in Japan op andere tijden de historische Kōfuku-ji-schrijn in Isumi bezoeken, een van meerdere tempels in deze regio, waaronder ook bouwwerken van meester-schrijnwerker Ihachi.

Informatie voor toeristen over Isumi. (Klik op ‘Selecteer een taal’ in de rechterbovenhoek voor de website in het Engels.)

Wie meer wil weten over andere persoonlijke robots – zoals Paro, een therapeutische robotzeehond – kan de permanente tentoonstelling Create Your Future bezoeken, in het Miraikan, het Nationaal Museum voor Nieuwe Wetenschappen en Innovatie in Tokio.