De mierenkoningin heeft het maar goed. Ze mag paren en dankt daaraan bovendien haar ijzersterke immuunsysteem.

Blootstelling aan een kleine dosis van een bacterie of virus biedt immuniteit voor later. Ecologen uit Zwitserland en Panama onderzochten dit adaptieve immuunsysteem bij twee ongewervelden die alle tijd hebben om immuniteit op te bouwen: Lasius niger (de wegmier) en Formica selysi. Beide kunnen meer dan twintig jaar oud worden.

Bij elk van deze schubmiersoorten deelden ze de koninginnen in twee groepen in: de jonge, maagdelijke ‘prinsessen’ en de bevruchte koninginnen. Die laatste zijn vrouwtjes die hebben gepaard en het zaad meedragen in een ‘spermazakje’, waarmee ze een leven lang tientallen miljoenen eitjes kunnen bevruchten.

Onderzoekers kweekten een schimmel die in het wild mieren binnen ruim een week doodt. Eerst dienden ze alle koninginnen een lagere dosis toe, een week later volgde een hoge dosis. Enkel de bevruchte vrouwtjes van L. niger bleken na de eerste dosering immuniteit te hebben opgebouwd, maar opvallend genoeg bleken bevruchte koninginnen van beide soorten de blootstelling veel beter te doorstaan dan hun maagdelijke soortgenoten.

De kortstondige affaire van de koningin met een mannetjesmier heeft haar immuunsysteem een stevige, levenslange impuls gegeven, concluderen de onderzoekers. Lang leve de koningin!