Als je over de golfbaan van Yarra Bend in Melbourne wandelt, is het gebruikelijk dat je zachtjes praat. Deze sport vereist rust en kalmte – evenals de dertigduizend vleermuizen die in de bomen op de golfbaan slapen.
Zulke grote groepen grijskopvleerhonden zijn in meerdere Australische steden, waaronder Melbourne, niet langer een ongebruikelijk gezicht. Want in de afgelopen decennia zijn stedelijke gebieden voor deze fruit etende reuzenvleermuizen, die bijna dertig centimeter lang kunnen worden, als thuishavens steeds aantrekkelijker geworden – een ontwikkeling die wordt veroorzaakt door het toenemende voedselaanbod in steden en door projectontwikkelingen in de verspreidingsgebieden van deze dieren op het platteland.
De urbanisatie van de vleerhonden is niet alleen maar positief voor de soort, die nu bedreigd wordt door gevaren als netten en prikkeldraad, en door aanvallen van stadsbewoners. Maar er zijn ook stedelingen die in actie komen om deze bedreigde soort te beschermen.
“Wij willen dat deze vleermuizen hier voorgoed blijven of voor zolang ze dat willen,” zegt Stephen Brend, een parkopziener die is belast met het toezicht op de roestplaats op de Yarra Bend-golfbaan. De populatie gedijt goed dit jaar, en om de dieren in een verstedelijkend Australië in stand te houden, zullen zowel de vliegende zoogdieren als hun menselijke buren zich moeten aanpassen.
Naar de stad
Grijskopvleerhonden zijn dol op bepaalde pollen en nectars – een eigenschap die ze in bosgebieden tot belangrijke bestuivers maken. Maar sommige van hun favoriete planten zijn steeds populairder geworden als versieringen op de erven en in de tuinen van Australische steden en steeds meer vleermuizen verplaatsen hun roestplaatsen dan ook van het platteland naar de stad. Justin Welbergen, ecoloog aan de Western Sydney University en voorzitter van de Australasian Bat Society, denkt dat dit stedelijke buffet de belangrijkste oorzaak van de urbanisatie is.
Doug Gimesy, een wildfotograaf en inwoner van Melbourne die vastlegt hoe de soort zich in de stad weet te handhaven, hoeft dankzij de migratie van de vleermuizen niet langer elke dag naar zijn werk te reizen. Maar de meeste Australiërs zijn minder opgetogen dan Gimesy. “Als je vijftigduizend vleerhonden in je achtertuin hebt, is dat behoorlijk lastig,” zegt Welbergen. Ze stinken, maken lawaai en poepen. En het beeld dat het grote publiek van deze dieren heeft, wordt nog negatiever door de ongefundeerde zorg over ziekten die ze zouden verspreiden.
Dus waar de vleermuizen ook neerstrijken, plaatselijke bewoners zien ze graag weer vertrekken. Zo vestigde de Melbourne-populatie zich in de jaren tachtig van de vorige eeuw oorspronkelijk in de Royal Botanic Gardens. Maar door de afkeer die de vleerhonden bij buurtbewoners opriepen en de schade die ze in de tuinen aanrichtten, waren parkopzieners volgens Brend in de jaren 2000 gedwongen om de vleerhonden naar het park van Yarra Bend te verjagen, waar de stad de dieren beter in de gaten kan houden.
Dodelijke aanvaringen
De parkopzieners kunnen de vleermuizen niet beschermen als ze eropuit gaan om voedsel te zoeken, en dat is waar de problemen vaak beginnen. Bewoners proberen fruitbomen op hun erf te beschermen door ze met prikkeldraad of netten te omheinen, die beide levensgevaarlijk voor vleermuizen kunnen zijn.
Bev Brown verzorgt en rehabiliteert al zestien jaar lang zieke en gewonde grijskopvleerhonden, sinds die keer dat iemand een pasgeboren vleermuisje bij haar thuis afleverde. In 2018 werd ze voor haar vrijwilligerswerk onderscheiden met de Order of Australia Medal. In al die tijd is ze getuige geweest van talloze aanvaringen tussen vleermuizen en de menselijke infrastructuur.
Afgelopen zomer werden volgens haar acht tot tien vleermuizen per dag binnengebracht die door netten waren verwond. Verstrikte moedervleermuizen proberen hun eigen vleugels eraf te kauwen om terug te keren naar hun kroost. En het vleugelweefsel van de vleermuizen kan beschadigd raken door strak getrokken draden die langere tijd bloedvaten afknijpen. Brown probeert deze vleermuizen vaak te helpen, maar soms sterft het vleugelweefsel af en moet ze de dieren laten inslapen. “Het ergste zijn die grote bruine ogen die naar je opkijken, en dat je ze dan moet laten inslapen,” zegt Brown. “Ik moet elke keer weer huilen.”
Ondanks deze uitdagingen hebben de vleerhonden in Melbourne meer geluk dan andere soortgenoten. Yarra Bend is een officiële roestplaats, maar elders in Australië mogen bewoners de vleermuizen van hun roestplaatsen wegjagen en is het op sommige stedelijke locaties, zoals boomgaarden, legaal om ze af te schieten. Toch blijven de vleermuizen naar de stad trekken, aangetrokken door het vele fruit.
Hoe meer je weet
Buiten de stadsgrenzen wordt de vegetatie waarmee de vleermuizen zich voeden door projectontwikkelaars gerooid. Steeds meer landelijke gebieden veranderen in akkergrond of woongebieden of worden gerooid voor de productie van houtpulp. Als deze verwoesting doorzet, zal er volgens Welbergen steeds minder voedselaanbod voor de vleermuizen aanwezig zijn en wordt de vernietiging van hun habitats de grootste bedreiging voor deze zoogdieren.
Ook de opwarming van de aarde beïnvloedt populaties van grijskopvleerhonden. Op extreem warme dagen, die steeds vaker voorkomen, kunnen de vleermuizen sterven door hittestress, die ze aangeven door samen te klitten en dan als één pluizige massa langs boomstammen naar beneden te glijden. Als de hittegolven in de lente plaatsvinden, wanneer de jongen nog geheel afhankelijk zijn van hun moeders, kan volgens Brend de nieuwe aanwas van een heel jaar omkomen.
Nu deze vleermuizen aan zoveel bedreigingen worden blootgesteld, kan alleen beter inzicht in de leefwijze van deze dieren ervoor zorgen dat ze ’s nachts blijven rondvliegen. Volgens Welbergen richten steeds meer onderzoekers zich op het bestuderen van de vleerhonden, en met hun bevindingen zouden de inspanningen om de dieren te redden op wetenschappelijke bewijzen gebaseerd kunnen worden.
Intussen heeft Gimesy, die voor zijn werk de hele wereld rondreist, van de vleerhonden geleerd dat plaatselijke onderwerpen niet minder interessant zijn. Als fotograaf denkt hij dat “we ons zouden moeten richten op zaken die dichterbij huis liggen, omdat we daar de meeste invloed kunnen uitoefenen.”
Ook Brend en Brown gaan door met het verzorgen van de vleermuizen en het voorlichten van het publiek over het accepteren van hun nachtelijke buren. Een plaatselijke supermarkt heeft besloten alleen nog maar fijnmazige netten te verkopen, waarin de vleermuizen niet verstrikt kunnen raken. En Brown gaat bij mensen langs die rond nieuwe roestplaatsen wonen om hun vragen te beantwoorden en op hun zorgen in te gaan.
“Mensen denken dat het ongedierte met vleugels is, maar mijn kinderen zijn met deze vliegende zoogdieren opgegroeid,” zegt Brown. Ook Brend denkt er zo over. “Mensen hebben een zeer negatief beeld van vleermuizen, en dat beeld proberen we te corrigeren,” zegt hij.
Doug Gimesy is wildfotograaf en lid van de fotogemeenschap Your Shot op National Geographic. Hij begon zijn wildfoto’s in te zenden op Your Shot, waar hij door beeldredacteuren werd ontdekt. Hij wordt nu vertegenwoordigd door de National Geographic Image Collection. Bekijk meer van zijn werk op zijn websiteen de Your Shot-pagina.
Lees ook: Een blik omhoog had het einde van deze fotograaf kunnen betekenen