Verschillende soorten spinnen hebben hun onderkomen in vleesetende bekerplanten die voorkomen in Zuidoost-Azië. De spinnen stelen prooien die hun gastheer binnenlopen. Uit recent onderzoek blijkt verrassend genoeg dat beide partners baat hebben bij de diefstal.

“We zagen dat bekerplanten met krabspinnen erin een significant grotere hoeveelheid van bepaalde soorten prooidieren vingen, vooral grote, vliegende insecten,” vertelt Weng Ngai Lam. Deze ecoloog aan de National University of Singapore is een van de coauteurs van publicaties over een tweetal recente onderzoeken over dit onderwerp.

De vleesetende planten vullen hun normale menu van water en zonlicht aan door met behulp van chemische en visuele trucs insecten naar de nectar op de buitenste rand van hun vangbeker te lokken. Doordat de rand glibberig kan zijn, vooral als het regent, kukelen de insecten soms in de beker eronder. Daar worden ze verteerd dankzij een speciale vloeistof.

Een volwassen vrouwtje van de Thomisus nepenthiphilus krabspin wacht op bezoekende insecten bij de ingang van een vangbeker van een Nepenthes gracilis De spin neemt haar typische aanvalshouding aan met gespreide voorpoten
Een volwassen vrouwtje van de Thomisus nepenthiphilus krabspin wacht op bezoekende insecten bij de ingang van een vangbeker van een Nepenthes gracilis. De spin neemt haar typische aanvalshouding aan, met gespreide voorpoten.
Weng Ngai Lam, National University of Singapore

Hebbes!

Gele (Thomisus nepenthiphilus) en rode (Misumenops nepenthicola) krabspinnen hebben zich aan deze valstrikken aangepast. Ze hebben een strategie ontwikkeld om een graantje mee te pikken, door zich in de vangbekers te verschuilen. Als er insecten in de buurt van de vangbeker komen, slaan de krabspinnen toe - de kleinere rode krabspinnen laten grotere prooien soms rechtstreeks in de vloeistof vallen. Waarschijnlijk kunnen de beide spinnensoorten zich losmaken uit de vloeistof dankzij hun spinnenzijde, voegt Lam toe.

Lam en zijn coauteurs waren benieuwd wat het effect was van de relatie op de bekerplanten. Voor de eerste studie, die onlangs werd gepubliceerd in Oecologia, werden experimenten gedaan in het laboratorium met een bepaalde soort bekerplant, de Nepenthes gracilis, en de twee verschillende soorten krabspinnen.Daarnaast werden ook dambordvliegen ingezet, ook wel bekend als ‘vleesvliegen’. Dit griezelige beest legt eitjes in dood vlees of open wonden, waar vervolgens maden uitkruipen. De onderzoekers zetten de vliegen uit in kooien met bekerplanten waar spinnen in zaten.

Normaalgesproken komen de vleesvliegen niet vaak in de vangbekers terecht, maar dat was anders als er een krabspin op de loer lag. Nadat de spinnen hun buikje rond hadden gegeten, lieten ze de overgebleven kadavers van hun prooi in de vloeistof van de bekers vallen. De onderzoekers ontdekten dat de planten mét spinnen meer insectenkarkassen bevatten dan planten zonder spinnen.

Tijdens een recenter onderzoek, waarover een artikel verscheen in het Journal of Animal Ecology, voerden Lam en zijn collega's het experiment in het wild uit.Ze zochten bekerplanten met en zonder spinnen, en bekeken welk soort prooien de planten wisten te vangen, en in welke hoeveelheden. De studie bevestigde dat, hoewel de spinnen eigenlijk voedsel van de plant stelen door een deel van de prooidieren op te eten, ze er toch voor zorgen dat de totale vangst van de planten toenam. De spinnen kunnen insecten te pakken krijgen die de plant normaalgesproken niet zou vangen.

“De plant heeft uiteindelijk echt profijt van de diefstal; het is een soort ruilsysteem,” zegt Lam.

Een misumenops nepenthicola wacht in de vangbeker van een Nepenthes gracilis op een prooi
Een misumenops nepenthicola wacht in de vangbeker van een Nepenthes gracilis op een prooi.
Weng Ngai Lam, National University of Singapore

Een ideale match

Ellen Welti, een biologe aan de Amerikaanse University of Oklahoma die niet betrokken was bij het onderzoek van Lam, is enthousiast over de studies.

“Dit laat zien hoe de relaties tussen soorten kunnen veranderen van antagonistisch naar mutualistisch. De evolutionaire geschiedenis van krabspinnen is nauw verweven met die van bloemen,” vertelt ze.

Ze voegt daaraan toe dat uit ander onderzoek blijkt dat verwante soorten krabspinnen bloemen helpen om insecten te lokken, door bijvoorbeeld de kleuren aan te nemen die bestuivers kunnen zien. Dat maakt die bloemen aantrekkelijker voor prooidieren dan bloemen zonder spinnen. Een aantal van dergelijke (niet-vleesetende) planten hebben vermoedelijk baat bij de aanwezigheid van de spinnen.

Uit haar onderzoek blijkt dat in ieder geval bepaalde krabspinnen een gunstig effect hebben op de bestuiving van deze bloemen. “We kwamen tot de opwindende conclusie dat de bloemen veel meer bezoekers trokken als de krabspinnen op de bloemen zaten,” vertelt ze.

Uit een ander recent onderzoek blijkt dat bepaalde planten mogelijk zelfs alarmsignalen uitzenden als ze worden aangevallen door plantenetende insecten als rupsen of kevers. Mogelijk pikken krabspinnen dergelijke signalen op, en gaan ze erop af om de aanvallers op te eten. Zo schieten ze de bloemen te hulp.

Wie een kuil graaft voor een ander..

Naast het feit dat de bekerplanten de spinnen helpen om prooien te vangen, bieden ze ook een aantrekkelijke verblijfplaats voor de spinnen.

“De vangbeker is een heel veilige omgeving voor de spinnen, omdat ze zo beschermd zijn tegen roofdieren. Ze kunnen zich daar verschuilen voor sluipwespen, die het vaak op spinnen hebben voorzien,” aldus Lam.

Maar uiteindelijk zijn er geen garanties in het leven. Lam vertelt dat ze in de vangbekers ook verschillende karkassen van opgeloste krabspinnen aantroffen. Of die spinnen nou slachtoffer werden van hun gastheer, of dat ze een natuurlijke dood stierven voordat ze vielen: de krabspinnen brengen soms het ultieme offer voor hun disgenoten.

Lees ook: Waarom spinnen op zoek gaan naar oudere partners

Bekijk ook: Vintage foto’s van insecten en spinnen in levendig detail

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het Engels op NationalGeographic.com