Hoewel degenkrabben – bizarre, oeroude zeedieren – hun naam alle eer aan doen, zijn het zeker geen krabben. Ze behoren namelijk tot de spinachtigen en zijn landdieren, net als spinnen, schorpioenen, zweepspinnen, mijten en nog een stel andere langpotige landrotten.

Dat is wat wetenschappers onlangs hebben geconcludeerd nadat ze een enorme hoeveelheid genetisch materiaal van degenkrabben en spinachtigen hadden gesequentieerd en daaruit een plausibele stamboom hadden samengesteld.

“Dit specifieke deel van de stamboom van het leven was altijd al lastig om op te lossen,” zegt onderzoeksleider Jesús Ballesteros van de University of Wisconsin in Madison, die de bevindingen van de studie onlangs in het tijdschrift Systematic Biology publiceerde.

“Maar een van de dingen die in deze analyse verrassend was, is het feit dat we steeds hetzelfde resultaat kregen, hoe verschillende we de gegevens ook behandelden: de degenkrabben vielen altijd binnen [de stamboom van] de spinachtigen.”

Verwante zielen

Al tientallen jaren lang wisten wetenschappers dat degenkrabben en spinachtigen nauw aan elkaar verwant zijn. Beide groepen behoren tot de onderstam van de Chelicerata, maar het was tot nu toe onduidelijk hoe nauw hun verwantschap precies was.

Degenkrabben hebben blauw bloed en voeden zich door de zeebodem om te woelen en de daarbij opgeschrikte diertjes te verschalken. De dieren behoren tot het geslacht Xiphosura en verschenen rond 450 miljoen jaar geleden op het toneel. In die tijd verschenen ook de eerste spinachtigen op aarde.

De oude versie van het verhaal luidt dat spinachtigen en degenkrabben één gemeenschappelijke voorouder hadden (een cheliceraat die in zee leefde) en zich daarna in twee zustergroepen opsplitsten. Een van beide groepen, de spinachtigen, waagde zich aan land en vertakte zich tot maar liefst honderdduizend soorten. (Bekijk foto’s van spinnenfossielen met ‘gloeiende’ ogen.)

De andere groep, de degenkrabben, bleef in zee leven en overleefde vrijwel onveranderd meerdere grote massa-extincties; tegenwoordig leven er nog maar vier soorten degenkrabben in de wereldzeeën, waarvan er enkele ruim dertig centimeter lang kunnen worden.

In de lente doet smeltende sneeuw het waterpeil van de Grner See in Stiermarken Oostenrijk met negen meter stijgen Ook de omgeving loopt onder water waardoor er een onderwaterpark ontstaat Zwevend boven bankjes en bomen steek je de grens naar een magische wereld over schrijft Henauer

“Het probleem met Xiphosura is dat er nog maar vier soorten bestaan,” zegt Matthias Obstvan de Universiteit van Göteborg in Zweden, die onderzoek heeft gedaan naar de evolutionaire relaties tussen cheliceraten.

Er is dus “erg weinig interne diversiteit, wat doorgaans leidt tot stabilisering van bepaalde groepen binnen de stamboom van het leven.”

Arachnokrabben

Maar in de afgelopen jaren is deze hypothese ter discussie gesteld door het werk van Ballesteros en anderen, die genenmateriaal van beide groepen hebben gesequentieerd. Dat werk lijkt erop te wijzen dat de degenkrabben geen zustergroep van de spinachtigen vormen, maar zelf spinachtigen zijn.

Ook in de nieuwe studie werd die conclusie getrokken, nadat de onderzoekers hadden gekeken naar stambomen die het best kunnen verklaren waarom bepaalde genetische sequenties terug zijn te vinden in 53 verschillende soorten spinachtigen, degenkrabben, zweepspinnen (die ondanks hun naam geen echte spinnen zijn maar een andere onderstam van de Chelicerata vormen) en verschillende andere kreeftachtigen en insecten.

Degenkrabben komen in zeen over de hele wereld voor en zijn een bekende verschijning op de stranden van de Amerikaanse Oostkust
Degenkrabben komen in zeeën over de hele wereld voor en zijn een bekende verschijning op de stranden van de Amerikaanse Oostkust.
Joël Sartore, National Geographic Photo Ark

Bij de meerderheid van deze genenstambomen – ongeveer twee derde – vallen de Xiphosura duidelijk binnen de groep van spinachtigen en vormen een zustergroep van de kapucijnspinnen.

Maar volgens Rosa Fernández, die aan het Centro de Regulación Genómica (CRG) in Barcelona onderzoek doet naar de evolutie van spinachtigen, zijn er nog steeds onzekerheden. Zo vallen de degenkrabben bij een derde van de gesequentieerde genen nog steeds buiten de groep van spinachtigen.

“De auteurs hebben magnifiek werk verricht,” zegt Fernández. Maar “ik zou niet verrast zijn als er in de toekomst met andere methoden andere resultaten behaald zouden worden.”

Te land of ter zee?

Als de bevindingen overeind blijven, zal het verhaal van de evolutie van spinachtigen enigszins aangepast moeten worden: wetenschappers zullen moeten uitleggen waarom één kleine tak van deze familiestamboom in zee terecht is gekomen, terwijl alle andere leden op het land leven. Hebben degenkrabben zich ooit misschien afgesplitst van terrestriële spinachtigen en zijn ze vervolgens naar zee teruggekeerd? Of maakten de spinachtigen de overstap van de zee naar het land niet één keer, maar meerdere keren? (Bekijk vintage foto’s van spinnen en andere insecten)

“Tot nu toe dachten we – ikzelf in elk geval – dat de Xiphosura zich tijdens hun evolutie hadden afgesplitst van een trilobietachtige voorouder die in zee leefde en die de aartsvader van alle geleedpotigen is,” zegt Obst, verwijzend naar de stam van organismen waartoe naast spinachtigen ook alle insecten en kreeftachtigen behoren. “Maar nu lijkt het erop dat de voorouders van de degenkrabben op het land leefden en nogal klein van stuk waren.”

Dat laatste aspect vindt hij lastig te verklaren. Maar hoe het verhaal uiteindelijk ook in elkaar blijkt te zitten, de degenkrab zal altijd een van de vreemdste dieren op aarde blijven.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com