Het was nog maar kwart voor zeven in de morgen in september 2018 toen Victoria Inman zag dat er iets vreemds aan de hand was in het Chobe National Park in Botswana.
Normaal dobberden er zo’n 25 nijlpaarden rond in de fraaie plas langs de rivier Chobe, maar nu leek het water helemaal verlaten, op een drijvende dierlijke gestalte na.
Toen ze dichterbij kwam, zag Inman, een biologe die promotieonderzoek doet aan de Australische University of New South Wales, dat het een kadaver was van een nijlpaardjong. Het kalf was zo'n zes maanden oud en ongeveer zo groot als een varken.
Plotseling verscheen er een nijlpaardvrouwtje dat fanatiek richting het kadaver zwom. De biologe nam afstand en observeerde in de elf uur daarna hoe het “onrustige en verwarde” vrouwtje - waarschijnlijk de moeder - en later de rest van de groep probeerden het kadaver drijvende te houden en Nijlkrokodillen wegjoegen. Het vrouwtje blies ook regelmatig bellen in het water rond het kadaver, een veelgebruikt communicatiemiddel van nijlpaarden.
“Door de manier waarop ze probeerde het boven water te houden, leek het of ze wilde dat het nog zou ademen,” vertelt Inman, de hoofdauteur van een onlangs gepubliceerd artikel over het incident in het African Journal of Ecology.
De publicatie is de eerste wetenschappelijke beschrijving van mogelijke rouw bij nijlpaarden, compleet met video-opnamen.
Wanneer een dier zorgt voor een zieke, gewonde of dode soortgenoot, wordt dat in de Engelstalige vakliteratuur ‘epimeletic’ gedrag genoemd. Dergelijk gedrag is waargenomen bij mensen en grote apensoorten, maar ook bij onder andere olifanten, pekari's en orka's. (Lees ook: Walvissen rouwen om hun doden, net als wij.)
“Er lijken steeds meer anekdoten en waarnemingen bij te komen over dit soort gedrag, bij heel veel verschillende diersoorten,” zegt George Wittemyer, een bioloog van de Amerikaanse Colorado State University die niet betrokken was bij het onderzoek naar de nijlpaarden.
Sociale dieren
Volgens Wittemyer blijkt dergelijk rouwgedrag vooral voor te komen onder dieren met hechte onderlinge banden, zoals nijlpaarden.
Hij wijst erop dat het onbekend is wat een dier dat tijd doorbrengt met een stoffelijk overschot denkt of doet, hoewel “de neiging bestaat dit te antropomorfiseren als rouw.”
Tegelijkertijd, zegt hij, lijkt het logisch dat een moeder, die veel tijd heeft geïnvesteerd in het grootbrengen van een nakomeling, geraakt wordt door de dood van haar jong.
Inman vertelt dat zij niet weet hoe de nijlpaardbaby stierf, maar dat het mogelijk is dat een van de twee nijlpaardmannetjes in de groep het jong doodde toen hij een greep naar de macht deed.
En hoewel ze ook niet zeker weet of het volwassen vrouwtje bij het kadaver de moeder van het jong was, is dat volgens Inman wel waarschijnlijk, gezien de opgezwollen melkklieren van het dier en haar beschermende gedrag.
Rouwde ze?
Barbara King, emeritus hoogleraar van het Amerikaanse College of William & Mary, twijfelt er niet aan dat sommige dieren rouwen, zoals de orkamoeder die haar dode kalfje duizenden kilometers bleef dragen.
Hoewel nijlpaarden nauw verwant zijn aan walvisachtigen, is het volgens King niet zeker dat er bij het nijlpaard echt sprake was van rouw, omdat een groot deel van het gedrag onder water plaatsvond en niet kon worden waargenomen.
“Maar ik denk dat rouw zeker een mogelijke verklaring is,” aldus King, auteur van het boek How Animals Grieve. Ze wijst erop dat de onderzoekers zagen dat de moeder en de rest van de groep duidelijk abnormaal gedrag vertoonden.
Volgens King zouden ook nieuwsgierigheid naar het stoffelijk overschot of bescherming daarvan - mogelijk uit een soort territoriumdrift - verklaringen kunnen zijn voor het gedrag, maar zij stelt dat daarmee niet is uit te sluiten dat de nijlpaarden rouwen.
Groepsgedrag
Wittemyer vindt het feit dat andere groepsleden zich ook met het kadaver bemoeiden het meest interessante aspect van de waarneming van Inman.
Rond de middag verplaatste de hele groep zich van de rivier naar de plas, waar ze met het dode kalfje zwommen en het drijvende hielden, op eenzelfde manier als de moeder deed.
Volgens Wittemyer is dat bewijs dat er tussen nijlpaarden een nauwe onderlinge band bestaat, wat nieuwe vragen oproept over de cognitieve vaardigheden en het bewustzijn van nijlpaarden.
“We zijn nog steeds maar zeer beperkt in staat om inzicht te krijgen in de intelligentie en emoties van dieren,” stelt hij.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com